Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6762

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 18 juli 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Syrië en het Internationaal Strafhof

Syrië
Internationaal Strafhof
politiek geweld
staatshoofd

Chronologie

18/7/2012Verzending vraag
15/10/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2397

Vraag nr. 5-6762 d.d. 18 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Syrische president Bashar al-Assad zet zijn politiek van geweld in zijn land voort. Het bloedbad in de stad Houla verandert niets voor hem. Volgens hem zijn de daders rebellen.

Sinds maart 2011 is in Syrië een opstand uitgebroken tegen president al-Assad. Daarbij kwamen al 13.000 mensen om. Veel mensen zijn de terreur van de president en zijn vader vóór hem beu. De familie al-Assad is al meer dan 40 jaar baas in Syrië. Een van de grootste gruwelen van de opstand vond vorige week plaats. In de stad Houla vonden wellicht 108 mensen de dood, waaronder 34 vrouwen en 49 kinderen. Zij werden van dichtbij doodgeschoten.

Ik pleitte reeds eerder voor een doorverwijzing naar het Internationaal Strafhof. De voormalige president van het West-Afrikaanse Liberia, Charles Taylor, is in Den Haag tot 50 jaar gevangenisstraf veroordeeld voor zijn rol tijdens de burgeroorlog in buurland Sierra Leone. Dat is een belangrijk precedent. Nu is duidelijk dat een staatshoofd niet langer ongestraft een bloedbad kan aanrichten. We mogen als internationale gemeenschap niet langer de andere kant op kijken. Ook Jaap de Hoop Scheffer, oud-secretaris-generaal van de NAVO, vindt dat het regime van Assad moet worden berecht door het Internationaal Strafhof in Den Haag.

Ik had dan ook volgende vragen voor de minister:

1) Hoe staat de minister persoonlijk tegenover de oproep om de schuldigen van onder meer het bloedbad in Houla voor het Internationaal Strafhof te brengen?

2) Is hij bereid dit debat binnen de Europese Unie te openen? Zo ja, kan hij dat concreet toelichten? Zo neen, waarom niet?

3) Heeft de minister weet van andere EU-partners die wensen dat leden van het Assad-regime naar het Internationaal Strafhof worden doorverwezen?

Antwoord ontvangen op 15 oktober 2012 :

De vraag van de straffeloosheid blijft fundamenteel in het Syrische dossier. Het werk van de Verenigde Naties (VN) Onderzoekscommissie draagt bij tot het vermijden dat dit soort misdaden ongestraft blijven. Zwitserland had een paar maanden geleden een initiatief gelanceerd, gericht op het vragen aan de Veiligheidsraad om de zaak voor het Internationaal Strafhof te brengen. Gezien de politieke impasse van de twee laatste maanden, heb ik de steun voor dit initiatief, namens België, uitgedrukt tijdens mijn onderhoud begin september in Bern met mijn Zwitserse collega. Maar, tezelfdertijd heb ik benadrukt dat er andere manieren zijn dan het Internationaal Strafhof (ISH) bevoegd te maken om het recht te laten zegevieren en dat een brede transregionale steun nodig is alvorens een brief naar de Veiligheidsraad wordt gestuurd, wat nog niet het geval is.