Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6756

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 17 juli 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Toezichthouders van de financiële sector - Autoriteit voor financiële diensten en markten (FSMA) - Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen (CBFA) - Nationale Bank van België - Middelen - Personeel

Financial Services and Markets Authority
officiële statistiek
centrale bank
personeel
ondernemingsgrootte

Chronologie

17/7/2012Verzending vraag
14/9/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6756 d.d. 17 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Als gevolg van de financiële crisis besliste de wetgever in 2010 om de organisatie van het prudentieel toezicht te herzien en de toezichtarchitectuur van de Belgische financiële sector in dezelfde richting te laten evolueren als de hervormingen in verschillende andere Europese landen. Men wijzigde het geïntegreerd toezichtmodel in een bipolair model, het zogenaamde "Twin Peaks"-model. De Nationale Bank van België is daarbij verantwoordelijk voor de handhaving van de macro- en micro-economische stabiliteit van het financiële stelsel. De FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) , voorheen de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen), behoudt haar traditionele opdracht om toe te zien op de goede werking, de transparantie en de integriteit van de financiële markten , alsook om toezicht uit te oefenen op het onrechtmatig aanbieden van producten en financiële diensten.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel middelen en personeel (voltijds equivalenten of VTE) had de CBFA in de periode 2006-2010 jaarlijks ter beschikking? Hoeveel van hen (VTE) waren ook daadwerkelijk belast met een toezichthoudende functie?

2) Hoeveel middelen en personeel (VTE) heeft de FSMA ter beschikking? Hoeveel personeel is afkomstig uit de CBFA? Hoeveel personeel (VTE) is ook daadwerkelijk belast met een toezichthoudende functie? Is het FSMA reeds volledig operationeel?

3) Hoeveel middelen en personeel (VTE) heeft de Nationale Bank ter beschikking voor haar nieuwe opdracht als toezichthouder? Hoeveel personeel daarvan is afkomstig uit de CBFA? Hoeveel personeel (VTE) is ook daadwerkelijke belast met een toezichthoudende functie? Is de Nationale Bank met betrekking tot deze nieuwe taak reeds volledig operationeel?

4) Zijn de middelen en het personeel in het totaal toegenomen de voorbije jaren? Is de minister van mening dat dit voldoende is om een correcte en sluitende controle op de financiële sector te waarborgen?

Antwoord ontvangen op 14 september 2012 :

1. Tussen 2006 en 2010 beschikte de Commissie voor het Bank- Financie- en Assurantiewezen (CBFA) gemiddeld over 400 VTE's waarvan 343 VTE's (of 85,7 %) operationele controlediensten uitoefenden. Het gemiddelde jaarlijkse budget bedroeg 67,7 miljoen euro tijdens die periode en 75,7 miljoen euro in 2010.

2. Eind 2011 beschikte de Financial Services and Markets Authority (FSMA) over 238 VTE's waarvan 154 (hetzij 64,8 %) controletaken verrichtten. Voor 2012 bedraagt de begroting 58,123 miljoen euro.

Dat er een relatieve vermindering is van het aantal “toezichthouders” vergeleken bij de voormalige situatie, valt rechtstreeks toe te schrijven aan de overheveling naar de NBB van de medewerkers die belast waren met het prudentiële toezicht, van wie het overgrote deel “toezichthouders” waren.

Teneinde de FSMA in staat te stellen de nieuwe en ambitieuze bevoegdheden waar te nemen die haar door de Twin Peaks-wet zijn opgedragen, werd het maximumaantal VTE's op wie zij een beroep kan doen, op haar verzoek, opgetrokken tot 275 VTE's voor 2011, een aantal dat een gestage stijging zal kennen om in 2015 uit te komen op 311 VTE's (zie het koninklijk besluit van 17 mei 2012 betreffende de vergoeding van de werkingskosten van de FSMA). Vergeleken bij de daadwerkelijke situatie eind 2011, komt de vooropgestelde toename van het personeelsbestand over een periode van drie jaar dan ook neer op 30 %. Deze niet eerder geziene toename van de middelen wordt hoofdzakelijk aangewend voor de aanwerving van universitaire medewerkers die voornamelijk onderlegd zijn in de nieuwe bevoegdheden die aan de FSMA zijn toevertrouwd op het vlak van de consumentenbescherming.

3. In april 2011 werden 193 personen vanuit de CBFA naar de NBB overgeheveld, grotendeels naar de diensten die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het prudentieel toezicht, maar ook naar algemene ondersteunende diensten van de NBB. Daar hebben zij de bestaande effectieven versterkt, wat nodig was naar aanleiding van de nieuwe verantwoordelijkheden die de NBB toegewezen kreeg.

4. De NBB zet vandaag, voor haar functie van toezichthouder over de bank- en verzekeringssector en over de marktinfrastructuur, alsook voor haar functie van toezichthouder over de financiële stabiliteit, een personeelseffectief in van 227 VTE.

Dit cijfer omvat zowel het personeel belast met het micro-prudentiële toezicht bij de genoemde instellingen als het personeel dat zich buigt over het macro-prudentiële toezicht en de financiële stabiliteit, alsook de regulering en wetgeving. Bovenop dit specifiek effectief heeft de NBB ook personeel dat de prudentiële toezichtstaken ondersteunt (IT, secretariaat, coördinatie, enz.).

De 227 VTEs die vandaag in de NBB toezichthoudende taken vervullen, komen grotendeels uit het ex-CBFA personeel. Daarnaast zijn er ook personeelsleden die eerder in de NBB een functie uitoefenden in het vlak van de financiële stabiliteit. Kort na de overheveling van de nieuwe verantwoordelijkheden en van het ex-CBFA personeel naar de NBB heeft het Directiecomité van de NBB een onderzoek laten realiseren over hoe de integratie van het micro- en het macroprudentieel het best kon gerealiseerd worden in de NBB. Naast het nemen van maatregelen omtrent organisatie en structuur heeft het Directiecomité ook de beslissing genomen om het toenmalig effectief met 40 VTE te versterken. Die versterkingen zijn nu voor 2/3 uitgevoerd, waar mogelijk via interne mobiliteit, behalve waar de profielen zeer specifiek waren.

Zowel de middelen die de toezichthouders ter beschikking hebben als hun personeelssterkte zijn inderdaad toegenomen ingevolge de invoering van het Twin Peaks-model. Dit behoorde overigens tot de doelstellingen van de hervorming. Een van de krachtige antwoorden van de federale regering op de grootste crisis die ons land, net als de overige Europese landen, heeft gekend sinds de jaren dertig, was een versterking en specialisatie van de toezichthouders, waarbij de ene focust op het systemische en prudentiële toezicht en de andere op het toezicht op de markten, de personen in contact met het publiek op financieel gebied en, meer algemeen, op de diverse aspecten van de bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Op de vraag of deze inspanningen toereikend zullen zijn en tot een adequaat toezicht zullen leiden, kan enkel de toekomst een sluitend antwoord bieden. Ik ben er evenwel van overtuigd dat de situatie verder zal blijven evolueren waarbij er meer bepaald steeds sterkere impulsen zullen komen van de Europese autoriteiten, in het bijzonder op het vlak van het prudentiële toezicht. Dit indachtig zal een specialisatie van onze nationale toezichthouders vanzelfsprekend aan belang winnen aangezien dit een nog betere modellering zal toelaten op het Europese toezichtsmodel met gespecialiseerde agentschappen voor het prudentiële toezicht en het toezicht op de financiële markten.