|
|
Israël - Westelijke Jordaanoever - Legalisatie nederzettingen - Levy-commissie - Internationaal Gerechtshof in Den Haag
Israël
Palestijnse kwestie
Palestina
| 17/7/2012 | Verzending vraag |
| 12/10/2012 | Antwoord |
De Israëlische overheid moet alle nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever legaliseren, ook als deze zonder vergunning zijn gebouwd. Dat adviseren drie juristen, onder leiding van Edmund Levy, die in opdracht van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu de kwestie hebben onderzocht.
De commissie heeft weliswaar kritiek op de Israëlische overheid, die het ontstaan van nederzettingen zonder vergunningen door de vingers heeft gezien. Maar de betrokkenheid van de overheid bij de bouw betekent dat de nederzettingen "impliciet zijn goedgekeurd", aldus het rapport.
In 2004 bepaalde het Internationaal Gerechtshof in Den Haag dat alle Israëlische nederzettingen in de Palestijnse gebieden illegaal zijn. De Israëlische juristen zijn het daar niet mee eens. Volgens hen is het geen bezet gebied, aangezien het onder Jordaans bewind ook niet internationaal erkend was. De klassieke bezettingsregels die zijn vastgelegd in het internationaal recht hebben volgens hen geen betrekking op de situatie in de Westbank, die uniek en sui generis zou zijn. Het rapport concludeert vervolgens dat Israëliërs ”'het wettelijke recht om zich te vestigen in Judea en Samaria”, zoals Israël de Westoever noemt, en is "het bouwen van nederzettingen niet illegaal".
Enkele ministers uit de regering Netanyahu hebben zich al achter de conclusies van het rapport geschaard en ijveren ervoor dat de regering deze ook overneemt. Op het moment van dit schrijven heeft Netanyahu nog niet gereageerd.
Hierover de volgende vragen:
1) Is de minister op de hoogte van dit rapport? Hoe evalueert hij de inhoud van dit rapport? Hoe rijmen deze conclusies volgens hem met de bevindingen van het Internationaal Gerechtshof dat alle Israëlische nederzettingen in de Palestijnse gebieden illegaal zijn en met VN resolutie 242 uit 1967, die stelt dat Israël zich terug moet trekken uit het bezet gebied? Mag ik veronderstellen dat België de conclusies van dit rapport volledig verwerpt?
2) Deelt hij de conclusie uit het rapport dat de Israëlische overheid ook de bouw van de voor de Israëlische wet illegale nederzettingen de facto impliciet heeft goedgekeurd?
3) Is de minister op de hoogte dat enkele leden van de Israëlische regering zich achter de bevindingen van het rapport hebben geschaard? Is hij bereid de Israëlische regering hierop aan te spreken en erop aan te dringen om de bevindingen in dit rapport te verwerpen?
4) Is dit besproken geweest op de Europese Raad van Ministers? Met welk resultaat?
5) Wat zal België ondernemen indien de Israëlische regering besluit om alsnog de conclusies van het rapport over te nemen?
Mijn administratie volgt het nederzettingsbeleid van de regering Netanyahu op de voet en bracht de bevindingen van het Levy rapport onder de aandacht. Het rapport werd door de regering Netanyahu tot nu toe niet als beleidsdocument goedgekeurd.
De conclusies van het Levy rapport stroken niet met het Belgische en Europese beleid terzake. Volgens die beleidslijn zijn zoals u weet alle nederzettingen in de Palestijnse Gebieden illegaal en is de Vierde Geneefse Conventie onverkort van toepassing op de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden.
Nee, zie antwoord op de eerste vraag.
De discussies binnen de Israëlische regering zijn het voorrecht van diezelfde Israëlische regering. Ik bespreek met mijn Israëlische gesprekspartners steeds onze visie op het Israëlische nederzettingsbeleid, conform de gekende Belgische en Europese standpunten terzake. Ik heb het trouwens nog gedaan op 24 juli jl tijdens mijn onderhoud met mijn ambtgenoot Lieberman.
Nee, zie antwoord op de derde vraag.
Het Belgische standpunt ten aanzien van de Israëlische nederzettingen in de Palestijnse Gebieden blijft ongewijzigd, ook na een eventuele aanname van het Levy-rapport. De Israëlische nederzettingen blijven illegaal volgens het internationaal humanitair recht.