Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6751

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 17 juli 2012

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Containers - Toxische gassen - Blootstelling van werknemers - Bescherming - Fonds voor beroepsziekten - Verplichting tot aangifte

container
giftige stof
gevaarlijke stof
beroepsziekte
Fonds voor de Beroepsziekten
vervoersdocument
gezondheid op het werk

Chronologie

17/7/2012Verzending vraag
7/12/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6751 d.d. 17 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Bij het openen van containers kunnen werknemers blootgesteld worden aan gassen waarvan de concentratie de toegelaten maximumgrens overschrijdt.

Er zijn twee situaties mogelijk: in sommige containers is er sprake van actieve begassing of fumigatie, in andere van passieve begassing als gevolg van dampen die vrijkomen uit de producten zelf of uit de verpakking ervan.

Blauwzuur, fosfine, chloorpicrine en sulfuryldifluoride zijn de meest gebruikte stoffen in containers, terwijl ze als pesticides en biocides bekend staan.

Containers die actief begast zijn, zijn normaal herkenbaar door een label met doodshoofd en UN-nummer 3359 op de buitenkant van de container. Maar soms ontbreken de labels:

- hetzij omdat ze bewust niet werden aangebracht, wat een inbreuk is op de reglementering. Helaas wordt deze inbreuk vaak vastgesteld in sommige landen die de verplichtingen helemaal niet naleven;

- hetzij omdat ze geheel of gedeeltelijk verloren zijn gegaan tijdens het overzees transport.

Niet alleen schort er vaak wat aan de verplichte aanduidingen, maar vaak zijn de gebruikte gassen ook reukloos doch zeer giftig. Niet begaste containers zijn niet voorzien van labels die waarschuwen voor mogelijk gevaar.

Deze risico's doen zich zowel voor in de havens als bij de transportbedrijven.

Werknemers uit deze sector dreigen dus geregeld in contact te komen met toxische stoffen die op lange termijn blijvende schade kunnen toebrengen aan het centraal en perifeer zenuwstelsel die vergelijkbaar is met organische psychosyndromen.

Mijn vragen aan de staatssecretaris zijn:

1) Zijn werkgevers verplicht om aangifte te doen bij het Fonds voor beroepsziekten wanneer zich een incident voordoet op de werkvloer waarbij werknemers aan gas worden blootgesteld?

2) Zo niet, worden werknemers die ziek worden ten gevolge van hun beroepsactiviteit in deze risicosectoren gemakkelijk erkend door het Fonds voor beroepsziekten? Zou de verplichting tot aangifte het voor de zieke werknemer niet gemakkelijker maken om het oorzakelijk verband met zijn gezondheidstoestand aan te tonen?

Antwoord ontvangen op 7 december 2012 :

1. Bij het door u beschreven beroepsrisico dient vooreerst een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen het begrip arbeidsongeval en het begrip beroepsziekte. Of er sprake is van het een of van het ander, kan worden bepaald aan de hand van het begrip “plotse gebeurtenis”. Doet zich tijdens de uitoefening van de beroepsactiviteit een plotse gebeurtenis voor met een letsel tot gevolg, dan is de werkgever verplicht het arbeidsongeval aan te geven. De werkgevers hebben geen verplichting tot aangifte van dergelijke ongevallen in het kader van beroepsziekten.

2. Het blijft echter nuttig in het kader van beroepsziekten om via de arbeidsgeneeskundige dienst alsnog een melding te maken van dit voorval, wat hier dan beschouwd wordt als een “aangifte van blootstelling” in plaats van een aangifte van beroepsziekte. Dergelijke aangiftes geven geen aanleiding tot een aanvraag (wegens niet aanwezig zijn van de ziekte) maar de blootstelling wordt wel gelinkt aan de werknemer en opgenomen in een database waar deze info over de blootstelling steeds kan opgevraagd worden moest er een aanvraag volgen.

Het feit dat er een aangifte zou gebeurd zijn van deze blootstelling, die bekend is bij het FBZ vergemakkelijkt en versnelt natuurlijk de verwerking van het dossier op het vlak van blootstelling. Een dergelijke opvolging van de werknemer door de interne of externe preventiedienst, gepaard gaande met de nodige aangiften van blootstelling heeft een duidelijk voordeel voor betrokkene om zijn/haar blootstelling aan een bepaalde beroepsziekte aan te tonen of toe te lichten.