Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6750

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 17 juli 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee

Handelsverdragen - Europese Commissie - Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) - Canada-EU Trade Agreement (CETA)

namaak
Canada
vrijhandelsovereenkomst
intellectuele eigendom
handelsovereenkomst (EU)
auteursrecht
eerbiediging van het privé-leven

Chronologie

17/7/2012Verzending vraag
2/10/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6750 d.d. 17 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Europees Parlement verwees het omstreden anti-piraterijverdrag ACTA (Anti-Counterfeiting Trade Agreement) nog maar net naar de prullenbak of er dient zich een nieuwe controverse aan. Uit gelekte documenten blijkt dat CETA (Canada-EU Trade Agreement) dat momenteel onderhandeld wordt door de Europese Unie (EU) en Canada, voor een groot deel dezelfde inhoud bevat als ACTA. Volgens privacy-activisten probeert de Commissie, die altijd een groot voorstander van ACTA was, het verdrag op deze manier alsnog door te drukken.

Volgens een woordvoerder van de Commissie is er niets aan de hand. De gelekte documenten dateren van februari, ruim voor het wegstemmen van het ACTA- verdrag door het Europarlement. In februari was het nog logisch deze bepalingen op te nemen, maar ze zouden intussen alweer geschrapt zijn.

Toch leeft er nog groot wantrouwen bij de activisten, want dit soort verdragen wordt vaak op weinig transparante en participatieve wijze onderhandeld en ondertekend.

Hierover de volgende vragen:

1) Is de minister op de hoogte van deze ontwikkelingen? Klopt het dat een gedeelte van de tekst van ACTA tevens in de nieuwe CETA staat/stond? Hoe verklaart hij dit? Zal hij hierover opheldering vragen bij de Commissie?

2) Zijn er momenteel andere verdragen (in voorbereiding) waarin passages zijn opgenomen die qua betekenis of impact met ACTA overeenkomen?

3) De Commissie beschikt weliswaar over de exclusieve bevoegdheid om handelsverdragen te onderhandelen, maar ze heeft hiervoor wel eerst de machtiging van de Raad nodig. De Raad en de "nationale" experts blijven trouwens ook daarna betrokken via speciale comités die de onderhandelaars bijstaan. Welke initiatieven zal de minister in dit kader ondernemen om te voorkomen dat er nog ACTA-achtige verdragen worden ontwikkeld (zolang er hier geen duidelijk draagvlak voor bestaat)?

4) In een eerder antwoord op de vraag om uitleg 5-133 gaf de minister aan dat hij het ACTA- verdrag door zijn diensten nog eens grondig zou laten onderzoeken. Wat waren de conclusies?

Antwoord ontvangen op 2 oktober 2012 :

Voorafgaand, wil ik het geachte lid de volgende inlichtingen verstrekken:

Vooreerst is het raadzaam te herinneren aan de verschillende aard van de beide overeenkomsten die in uw vraag worden aangehaald, te weten ACTA en CETA:

Na deze toelichting wil ik nu graag volgende antwoorden geven op zijn vragen:

  1. Sommige ACTA-bepalingen inzake toepassing van intellectuele eigendomsrechten zijn vergelijkbaar met sommige bepalingen in het ontwerp van overeenkomst CETA met Canada, De intellectuele eigendom is een aspect in vrijwel elke handelsonderhandeling gevoerd door de Europese Unie en haar lidstaten. Zodus bevatten deze ontwerpen doorgaans een hoofdstuk gewijd aan de handhaving van de intellectuele-eigendomsrechten waarvan de inhoud in overeenstemming is met het acquis communautaire ter zake, onder voorbehoud van bijzonderheden die eigen zijn aan elke onderhandeling.

  2. Bij mijn weten bestaan er geen andere ontwerpen van vrijhandelsovereenkomst die vergelijkbare bepalingen met die van ACTA bevatten.

  3. De Europese Commissie brengt regelmatig verslag uit aan de lidstaten over de stand van de onderhandelingen betreffende de ontwerpen van vrijhandelsakkoord waarvoor zij van de Raad een onderhandelingsmandaat krijgt. Het Europese standpunt wordt binnen het comité handelsbeleid van de Raad van de EU, ingesteld bij artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, besproken en gecoördineerd. Wat de strafrechtelijke bepalingen betreft, zijn het de lidstaten die exclusief bevoegd zijn waarbij zij het voorzitterschap van de Raad van de EU machtiging gegeven hebben om de onderhandelingen over deze bepalingen te voeren op basis van een unaniem standpunt van de lidstaten.

    Het is aan de Commissie, het voorzitterschap en de lidstaten om ten aanzien van elke specifieke onderhandeling te beoordelen welke oplossing moet worden gekozen in overeenstemming met het communautair en internationaal acquis en wanneer het een niet-geharmoniseerde materie op communautair niveau betreft, in overeenstemming met hun onderhandelingsdoelstellingen.

  4. Zoals het geachte lid weet, heeft de Europese Commissie bij toepassing van artikel 218(11) van het Verdrag over de werking van de EU, het Hof van Justitie van de EU geraadpleegd over de verenigbaarheid van ACTA met de fundamentele rechten en vrijheden van de Europese Unie.

    Ondertussen heeft het Europees Parlement op 4 juli van dit jaar het ACTA verdrag verworpen. Het was de eerste keer dat het Europees Parlement gebruik maakte van zijn door het Lissabonverdrag verkregen bevoegdheid om internationale handelsovereenkomsten te verwerpen. Gezien deze ontwikkelingen is een verder onderzoek door de administratie zonder voorwerp geworden.