Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6747

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 13 juli 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Dokterspraktijken - Niet-naleving van de wettelijke bepalingen - Mededeling van het statuut van de arts - Reclamefolders - Onderzoek van Test-Gezondheid - Klacht

dokter
algemene geneeskunde
prijsaanduiding
reclame
geneesmiddel
consumentenvoorlichting
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
plastische chirurgie

Chronologie

13/7/2012Verzending vraag
22/5/2013Antwoord

Vraag nr. 5-6747 d.d. 13 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Test-Gezondheid heeft onlangs de resultaten gepubliceerd van een onderzoek dat tot doel had na te gaan of de verplichting om het statuut van de arts op te hangen wordt nageleefd. Ook de kwaliteit van de informatie die in de wachtzaal ter beschikking is werd geëvalueerd.

De conclusie van het onderzoek is dat er grote onzekerheid heerst over de toegepaste tarieven omdat slechts een minderheid van huisartsen en specialisten de verplichting om hun conventiestatus uit te hangen naleeft.

Bovendien is het merendeel van de folders die in de wachtzaal ter beschikking van de patiënt worden gesteld, veeleer reclame die erop gericht is een doktersbezoek of het gebruik van een geneesmiddel te overwegen.

Er werd trouwens een klacht ingediend bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) tegen de brochure van de firma Roche “Beter griep kennen” omdat daarin misleidende informatie zou staan over antivirale middelen zonder vermelding van mogelijke neveneffecten.

Verder zouden er ook klachten zijn ingediend tegen firma's die reclame maken voor rimpelvullers en daarmee het reclameverbod voor cosmetische behandelingen overtreden.

Bevestigt u deze informatie? Zou de affichering niet in een meer gestandaardiseerde en voor de patiënt beter verstaanbare formulering via uw administratie kunnen gebeuren?

Antwoord ontvangen op 22 mei 2013 :

Ik neem kennis van de enquête die Test-Aankoop heeft gehouden.

Met betrekking tot de volledige of gedeeltelijke toetreding of niet-toetreding tot het akkoord wordt in artikel 73 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen bepaald dat de artsen die informatie op een duidelijke en leesbare manier in de wachtkamer van de medische praktijk moeten meedelen. Ze moeten preciseren of ze al dan niet of gedeeltelijk tot het akkoord zijn toegetreden. In geval van gedeeltelijke toetreding moeten ze de dagen en de uren vermelden, waarvoor ze niet tot het akkoord zijn toegetreden.

Ook al wordt de reglementaire procedure met betrekking tot de sancties, bedoeld in artikel 168, vijfde lid van de voormelde wet, momenteel niet georganiseerd, is de Nationale Commissie Geneesheren – Ziekenfondsen in voorkomend geval bevoegd voor de bemiddeling van de geschillen die zich kunnen voordoen naar aanleiding van de interpretatie of de uitvoering van de akkoorden, maar we stellen vast dat bij die commissie nog nooit een geschil inzake de informatieplicht aanhangig werd gemaakt. Bovendien worden er zelden klachten aan de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle bezorgd. Niettemin controleren de geneesheren-inspecteurs van die dienst ambtshalve of die verplichting wordt nageleefd, wanneer ze in het kader van een onderzoek bij een zorgverlener langsgaan.

Ik deel u bovendien mee dat er bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) een specifieke werkgroep werd opgericht die zich over de algemene problematiek inzake de transparantie en de informatieplicht tegenover de patiënten buigt, en dat die werkgroep op basis van de conclusies van zijn werkzaamheden voorstellen zal doen over de nodige aanpassingen vanuit een wettelijk en regelgevend oogpunt, in het bijzonder wat de bekendmakingsregels betreft.

Het mag dan al voor de hand liggen dat de artsen informatie over hun volledige, gedeeltelijke toetreding of niet-toetreding tot het akkoord moeten meedelen, toch kunnen de rechthebbenden die informatie ook voorafgaand aan hun artsenbezoek bij hun ziekenfonds opvragen. De verzekeringsinstellingen stellen via het internet al informatie over de al dan niet toetreding of de gedeeltelijke toetreding van de arts tot het akkoord ter beschikking van hun leden.

Het nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 23 januari 2013 voorziet anderzijds in zijn werkprogramma 2013-2014 een punt betreffende de transparantie voor de patiënte : “De National Commissie Geneesheren Ziekenfondsen zal in de loop van 2013 voorstellen uitwerken waarbij op transparante wijze aan de rechthebbenden informatie wordt verschaft over de aan hen en aan de verzekeringsinstellingen aangerekende erelonen en kosten via een patiëntenfactuur, zowel in het kader van de regeling derde betalende als daarbuiten.“

De Europese Richtlijn 2011/24/EU van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg verplicht de lidstaten om tegen eind oktober 2013 maatregelen te treffen waardoor alle zorgaanbieders gehouden zijn duidelijke facturen op te stellen en duidelijke informatie te verschaffen over de prijzen, ongeacht op zij in de lidstaat wonen of niet.

Het mag dan al voor de hand liggen dat de artsen informatie over hun volledige, gedeeltelijke toetreding of niet-toetreding tot het akkoord moeten meedelen, toch kunnen de rechthebbenden die informatie ook voorafgaand aan hun artsenbezoek bij hun ziekenfonds opvragen. De verzekeringsinstellingen stellen via het internet al informatie over de al dan niet toetreding of de gedeeltelijke toetreding van de arts tot het akkoord ter beschikking van hun leden. Met betrekking tot de klachten die ingediend zijn met betrekking tot brochures afkomstig van farmaceutische firma’s of van medische hulpmiddelenbedrijven, kan ik u bevestigen dat deze informatie correct is. Er zijn meerdere klachten bij het federale agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG) ingediend. Deze klachten betroffen meerdere bedrijven. Het FAGG heeft die behandeld en passende maatregelen genomen. Gezien er inbreuken zijn vastgesteld, zijn de door de regelgeving bepaalde strafrechtelijke gevolgen toegepast, en is de als onwettelijk beschouwde verspreiding van de brochures stopgezet. Wat de publiciteit voor de rimpelvullers betreft, dient te worden meegedeeld dat de wet van 6 juli 2011 reclame voor ingrepen van medische esthetiek verbiedt. De wetgever verstaat onder ingrepen van medische esthetiek elke ingreep die door een arts wordt uitgevoerd met als doel iemands uiterlijk op diens verzoek te veranderen om cosmetische redenen zonder therapeutisch of reconstructief doel. Dit heeft ook betrekking op de inspuitingen en de behandelingen met lasers klasse IV en IPL. Over het algemeen kan de regel betreffende de reclame inzake de beroepsactiviteit slechts louter van informatieve aard zijn. Die regel moet geloofwaardig, duidelijk, objectief, relevant en controleerbaar zijn. De informatie mag geenszins vergelijkend zijn en mag geen « wervend karakter » hebben. Het gebruik van de foto « voor - na » werd expliciet verboden. De onderzoeksresultaten betreffende de behandelingen mogen immers niet voor publicitaire doeleinden worden gebruikt. De wet van 6 juli 2011 tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen biedt dus de mogelijkheid om te reageren op de feiten die u aanhaalt. In het kader van de Europese wetgeving en in het bijzonder van de bepalingen over de concurrentie en de praktijken van de beroepsbeoefenaars is een totaalverbod op reclame echter onmogelijk. Mijn administratie heeft enkele acties ondernomen om dergelijke reclame die een inbreuk op de wet van 6 juli 2011 inhoudt te verhinderen, met name: