Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-671

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 27 december 2010

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

NMBS - Inschakelen van wagons - Reizigersaantallen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer

Chronologie

27/12/2010Verzending vraag
20/6/2011Antwoord

Vraag nr. 5-671 d.d. 27 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Mensen die op zondag 12 december 2010 de trein namen van Antwerpen naar Brussel, moesten vaststellen dat deze overvol was en dat er bijgevolg te weinig zitplaatsen waren. Het aantal rijtuigen was ook zeer beperkt. Tot hun verbazing moesten ze vaststellen dat de volgende trein die zij namen, met name van Brussel naar Luxemburg, zeer lang was en dat er zich veel minder passagiers op bevonden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Staat het aantal rijtuigen doorgaans in verhouding met het verwachte aantal passagiers?

2. Hoe verklaart de minister dat de rijtuigen op Vlaamse trajecten doorgaans een stuk korter zijn dan op Waalse, hoewel er in Vlaanderen veel meer passagiers meerijden?

3. Welke initiatieven heeft zij reeds genomen of werden reeds voorbereid om het aantal ingeschakelde wagons beter te doen overeenstemmen met het aantal te verwachte passagiers?

Antwoord ontvangen op 20 juni 2011 :

De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)-Groep deelt het volgende mee:

1. 2, en 3. Bij iedere aanpassing van de treindienst wordt binnen de NMBS een schatting gemaakt van de bezetting van iedere trein (op basis van bestaande bezettingen en inschatting van eventuele veranderingen). Aan de dienst die het rollend materieel beheert, wordt gevraagd om de samenstelling van iedere trein zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met het verwachte aantal reizigers. In het geval van vaststelling van onder- of overbezetting kan achteraf nog bijgestuurd worden.

Anderzijds is het ook zo dat het de drukst bezette trein is van een treinomloop die het aantal ingezette rijtuigen bepaalt. Zo kunnen er bijvoorbeeld op een rit naar Luxemburg tijdens een daluur weinig reizigers zitten in verhouding tot de samenstelling van de trein, maar kan deze grote samenstelling wel nodig zijn voor de terugrit tijdens het spitsuur.