Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6678

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 4 juli 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Gazastrook - Blokkade - Opheffing - Oproep

Palestina
Palestijnse kwestie
Israël

Chronologie

4/7/2012Verzending vraag
26/11/2012Rappel
11/12/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6678 d.d. 4 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vijftig humanitaire organisaties en agentschappen van de Verenigde Naties (VN) lanceerden een oproep om de blokkade van de Gazastrook op te heffen. De oproep komt er exact vijf jaar na het invoeren van de omstreden maatregel door Israël. Het pleidooi is onder meer ondertekend door de organisaties Amnesty International, Broederlijk Delen, Oxfam, Unicef, Unesco en de Wereldgezondheidsorganisatie. Zij klagen gezamenlijk aan dat meer dan 1,6 miljoen mensen al vijf jaar lang onder een blokkade leven die in strijd is met het internationaal recht.

Hierover de volgende vragen:

1) Is de geachte minister op de hoogte van deze oproep waarin vijftig vooraanstaande ontwikkelings-, mensenrechten- en vredesorganisaties de Israëlische autoriteiten oproepen om de blokkade van Gaza onmiddellijk op te heffen? Deelt hij de mening van deze vijftig internationaal hoog aangeschreven organisaties dat de onmiddellijke opheffing van de blokkade noodzakelijk is? Beaamt de geachte minister de analyse - die met tal van voorbeelden kan aantonen dat de blokkade een collectieve straf is - dat de blokkade in strijd is met de Geneefse Conventie?

2) Kent de geachte minister het rapport "Gaza's Children: Falling Behind" van de organisaties Medical Aid for Palestinians en Save the Children? Dat rapport stelt vast dat het drinkwater na vijf jaar blokkade van Gaza verontreinigd is met kunstmest en menselijk afval, en daardoor levensgevaarlijk om te drinken. Deelt hij de analyse dat de Gazablokkade een negatieve impact heeft op de gezondheid van kinderen (en volwassenen)? Beaamt hij dat de Belgische overheid, mede door het ratificeren van het VN-Kinderrechtenverdrag, de verantwoordelijkheid heeft om zich permanent in te spannen voor het welzijn van kinderen en dit met klem en volharding te bepleiten bij de Israëlische regering en de Palestijnse Autoriteit?

3) Waarom treedt men niet harder op tegen deze schending van het internationale recht? Bent u bereid rechtstreeks bij de staat Israël en in EU-verband de onmiddellijke opheffing van de blokkade te bepleiten? Indien nee, waarom niet? Indien ja, welke stappen gaat u ondernemen om dit aan de kaak te stellen bij de Israëlische autoriteiten?

Antwoord ontvangen op 11 december 2012 :

  1. Het is inderdaad de ganse burgerbevolking van Gaza die gestraft wordt voor daden waarvoor ze geen verantwoordelijkheid draagt. De afsluiting van de Gaza-strook is in die zin een collectieve straf die in strijd is met de verplichtingen van Israël om het Internationaal humanitair recht te respecteren. De IVde Conventie van Genève van 12 augustus 1949 stelt effectief in artikel 33 dat collectieve straffen verboden zijn.

  2. Het door uw geciteerde rapport spreekt van de morele verplichting van de internationale gemeenschap om tussen te komen ter bescherming van de rechten van het kind, zoals die zijn opgenomen in het Kinderrechtenverdrag en andere instrumenten van internationaal recht. Hier kan ik mij bij aansluiten, maar wat juridische verplichting betreft citeer ik artikel 2 van het Kinderrechtenverdrag: “De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, eerbiedigen en waarborgen de in het Verdrag beschreven rechten voor ieder kind onder hun rechtsbevoegdheid.” Het komt niet aan mij toe, maar aan het Kinderrechtencomité dat toezicht houdt op de naleving van het Kinderrechtenverdrag, om verder uitleg te geven over de precieze reikwijdte en net toepassingsgebied van het Verdrag.

  3. Ik kan u verzekeren dat de afsluiting van de Gazastrook een bezorgdheid blijft. De Europese Unie heeft er in zijn conclusies van afgelopen 14 mei nog eens aan herinnerd door de onmiddellijke en duurzame opening te vragen zonder voorwaarden van de grensovergangen opdat de humanitaire hulp aan de Gazastrook kan geleverd worden en goederen en mensen in en uit Gaza kunnen circuleren. De situatie in Gaza zal onstabiel blijven zolang ze politiek afgescheiden blijft van de Westelijke Jordaanoever.

    De recente ontwikkelingen in Gaza die tot de Israëlische operatie “Wolkkolom” hebben geleid, hebben het belang van het vinden van een duurzame oplossing voor Gaza in de verf gezet, en dit evenzeer voor het welzijn van de Palestijnse burgerbevolkingen als voor de Israëlische veiligheid. Ik hoop dat het staakt-het-vuren akkoord zal uitgevoerd kunnen worden en vooral tot concrete veranderingen zal leiden op het veld, ten gunste van alle partijen.