Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6634

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 29 juni 2012

aan de minister van Justitie

Elektronische enkelbanden - Toewijzingsprocedure - Vereenvoudiging

vervangende straf

Chronologie

29/6/2012Verzending vraag
9/8/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6634 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Het elektronisch toezicht is een techniek die de overheid in staat stelt bepaalde categorieën van personen met elektronische hulpmiddelen te controleren. In België kunnen sommige veroordeelden via het elektronisch toezicht het geheel of een gedeelte van hun vrijheidsstraf niet in, maar buiten de gevangenis uitzitten, volgens een plan dat met de overheid wordt vastgelegd en waarvan de naleving via elektronische hulpmiddelen wordt gecontroleerd.

Voor het elektronisch toezicht moet een onderscheid worden gemaakt tussen twee types van veroordeelden:

- veroordeelden met een vrijheidsstraf van drie jaar of minder. In dat geval wordt het elektronisch toezicht geregeld door de ministeriële rondzendbrief nr. 1803 van 25 juli 2008. De beslissing om de enkelband al dan niet toe te kennen wordt genomen door de directeur van de strafinrichting of door de directie Detentiebeheer van het directoraat-generaal Penitentiaire inrichtingen van de FOD Justitie.

- veroordeelden met een effectieve vrijheidsstraf van meer dan drie jaar. Alle beslissingen over de strafuitvoering, met inbegrip van de toekenning van het elektronisch toezicht, worden genomen door de strafuitvoeringsrechtbanken (sinds 1 januari 2007).

De enkelband zendt een signaal uit dat wordt ontvangen door een ontvanger die in de woning van de gedetineerde is geplaatst en die via het telefoonnetwerk verbonden is met een centrale computer. Met dat systeem kan de aanwezigheid of de afwezigheid van de gedetineerde permanent worden gecontroleerd. De activiteiten buitenshuis worden dus niet gecontroleerd, maar gebeuren volgens een strak tijdsschema. Zo kan de gedetineerde gaan werken of een therapie of een opleiding volgen.

De voorganger van de minister wou de procedure voor de toewijzing van elektronische enkelbanden vereenvoudigen teneinde de werklast voor de justitiehuizen te verminderen. Zo wou hij de maatschappelijke enquête voor 'lichtere dossiers' verlichten.

Momenteel moeten de justitiehuizen voor elke gedetineerde een maatschappelijke enquête doen, wat een enorme werklast met zich meebrengt. Het voorstel van de minister zou er tevens toe strekken het gebruik van de elektronische enkelband tot meer gevangenen uit te breiden.

Zal die procedure ook worden toegepast op veroordeelden met een effectieve vrijheidsstraf van meer dan drie jaar? Aan welke voorwaarden moeten de gedetineerden voldoen en welke criteria bepalen of een dossier 'licht' is? Waarin zal de vereenvoudigde procedure bestaan? Hoeveel bijkomende gevangenen zouden voor het systeem in aanmerking komen?

Antwoord ontvangen op 9 augustus 2012 :

Er wordt inderdaad voorzien in de uitbreiding van de toepassing van het elektronisch toezicht naar personen veroordeeld tot een of meer vrijheidstraffen waarvan het uitvoerbaar gedeelte drie jaar of minder bedraagt en de nog uit te zitten termijn tot de toelaatbaarheidsdatum voor een voorlopige invrijheidstelling twee maanden of minder bedraagt. De follow-up zal uitsluitend worden uitgevoerd door het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht via een systeem van stemherkenning “Voice”.

Teneinde de werklast van de justitiehuizen niet aanzienlijk te verhogen, maar ook om de snelle tenuitvoerlegging van beslissingen te vergemakkelijken, is er feitelijk een wijziging van het systeem voor de toekenning van die strafuitvoeringsmodaliteit gepland. Zo zal het voorafgaand onderzoek niet meer verplicht zijn. Het is de gevangenisdirecteur die de veroordeelde persoon op de hoogte zal brengen van de draagwijdte van de maatregel en die alle nuttige informatie zal inwinnen over de uitvoering (adres en telefoonnummer) en de materiële haalbaarheid ervan. Het is dan ook de gevangenisdirecteur die beslist of hij die strafuitvoeringsmodaliteit al dan niet zal toekennen.

Voor de veroordeelde personen die vrijheidstraffen van meer dan drie jaar moeten uitzitten, is het uiteraard nog steeds de strafuitvoeringsrechtbank die beslist over de wenselijkheid van een onderzoek met het oog op elektronisch toezicht.

Jaarlijks zouden in totaal 4 000 dergelijke dossiers moeten worden gevolgd, dat wil zeggen ongeveer 350 dossiers per dag. Er moet evenwel worden opgemerkt dat de gegevens met betrekking tot de veroordelingen die tot die categorie behoren nog zeer onzeker zijn, aangezien dergelijke beslissingen, die thans nauwelijks worden uitgevoerd, niet specifiek worden gecodeerd.