Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6611

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 juni 2012

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Dienst Voogdij - Dienst Vreemdelingenzaken - Hiėrarchische relatie - Doelstellingen

politiek asiel
minderjarigheid
voogdijschap
Dienst Vreemdelingenzaken
kind
illegale migratie
asielzoeker

Chronologie

29/6/2012Verzending vraag
26/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6611 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de sector betrokken bij de problematiek van de niet begeleide minderjarige vreemdelingen doet een hardnekkig gerucht de ronde, namelijk dat de Dienst Voogdij zou worden ondergebracht binnen de Dienst Vreemdelingenzaken.

Dit gerucht verontrust, want daardoor belandt de Dienst Voogdij onder de hiėrarchie van een dienst die qua belangen erg tegengesteld werkt en fundamenteel andere doelstellingen moet nastreven.

Hierover de volgende vragen:

1) Bevestigt de geachte staatssecretaris dat de Dienst Voogdij straks wordt ondergebracht bij de Dienst Vreemdelingenzaken?

2) Hoe apprecieert zij de angst van vele betrokkenen dat de Dienst Voogdij, die fundamenteel gericht is op het welzijn van jonge mensen, hiėrarchisch zal sorteren onder een dienst die even fundamenteel andere doelstellingen beoogt?

3) Begrijpt de geachte staatssecretaris de inherente clash van doelstellingen, als deze organisatorische herschikking doorgang zou vinden?

4) Is de geachte staatssecretaris bereid, indien dit gerucht waar is, om toch te kiezen voor een andere oplossing en de Dienst Voogdij een plaats te geven waar de doelstelling van deze dienst niet wordt belaagd door een onafwendbare en ongewenste mix van onder andere rechter en partij?

Antwoord ontvangen op 26 juli 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Het onderbrengen van de dienst Voogdij bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ)is niet aan de orde.

Er bestaat wel een goede samenwerking tussen de verschillende diensten die zich met de niet begeleide minderjarige vreemdelingen bezighouden, zijnde de DVZ, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS), het Federaal Agentschap voor opvang van asielzoekers (FEDASIL) en de Dienst Voogdij. Het is in het belang van deze kwetsbare groep dat deze diensten, zelfs indien hun doelstellingen niet volledig overlappen, verder gemeenschappelijk projecten uitwerken en verwezenlijken.

Er kan inzake niet begeleide minderjarige vreemdelingen niet gesproken worden van een “clash” van doelstellingen. Alle bevoegde overheden dienen binnen de kortste termijn een duurzame oplossing in het belang van de minderjarige zoeken en het is de dienst Voogdij die overeenkomstig artikel 3, §2, 4° van de programmawet van 24 december 2002 (art. 479) - Titel XIII - Hoofdstuk VI inzake de voogdij over niet begeleide minderjarige vreemdelingen, zich er van vergewist dat dit gebeurt. Het hoger belang van het kind is daarbij de gemeenschappelijke noemer. Dit geldt eveneens voor de DVZ die in de eerste plaats deze jongeren als minderjarigen, en niet als illegalen, beschouwt en overeenkomstig de artikelen 61/14 en verder van de Vreemdelingenwet de duurzame oplossing op gemotiveerde wijze bepaalt. Het personeel van de DVZ (alsook van het CGVS) is voor dit publiek speciaal opgeleid en past het Kinderrechtenverdrag toe.

Migratie-elementen vormen een integraal onderdeel van het fenomeen van niet begeleide minderjarige vreemdelingen maar men kan niet besluiten dat hun bescherming in het gedrang is. Overleg en samenwerking tussen de diensten is een goed antwoord op dit fenomeen.