Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6606

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 juni 2012

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Dienst Voogdij van de Federale Overheidsdienst Justitie - Voogden - Terugbetaling van de kosten - Richtlijnen

politiek asiel
minderjarigheid
voogdijschap
vergoedingen en onkosten
illegale migratie
kind
asielzoeker

Chronologie

29/6/2012Verzending vraag
13/9/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6606 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Heel wat voogden van niet begeleide minderjarige asielzoekers (NBMV) klagen over een uitermate laattijdige en weinig toegelichte betaling van onder andere de kosten verbonden aan hun voogdijopdracht. Daarbij blijkt deze dienst nauwelijks te beschikken over criteria, reglementen, systemen in verband met deze kosten (welke, hoeveel enz.), maar geeft de dienst ook geen motivering bij de uiteindelijk gehonoreerde kosten.

De voogden weten dus niet waarom ze bepaalde kosten wel of niet krijgen terugbetaald. De combinatie van laattijdigheid, afwezigheid van heldere systemen en arbitraire, niet gemotiveerde beslissingen omtrent betalingen van kosten, veroorzaakt wrevel en draagt niet bij tot een betere rekrutering van voogden.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe verklaart de geachte staatssecretaris de laattijdige betaling van de kosten van voogden van NBMV's?

2) Hoe verklaart zij de afwezigheid van heldere, doorzichtige richtlijnen, criteria enz. in verband met het al dan niet aanvaarden van kosten van deze voogden? Bevestigt zij dat het normaal en zelfs betamelijk is dat er gemotiveerd wordt waarom sommige kosten al dan niet worden geweigerd of aanvaard?

3) Zal de geachte staatssecretaris hieromtrent op korte termijn orde op zaken stellen? Wanneer en hoe kan zij een (1) snelle - bijvoorbeeld binnen de maand en (2) gemotiveerde - op basis van heldere richtlijnen, criteria enz. terugbetaling van deze kosten waarborgen?

Antwoord ontvangen op 13 september 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

De vertraging in de betalingen is gedeeltelijk te wijten aan het informaticasysteem voor de verwerking van de vorderingen. Om de betalingen vlotter te doen verlopen is gekozen voor een nieuw boekhoudsysteem bij de overheidsdiensten. De overgang naar het nieuwe informaticasysteem heeft aanvankelijk geleid tot vertraging maar thans worden de vorderingen in een veel kortere termijn dan vroeger verwerkt. De termijn is immers van drie tot vier maanden verminderd naar de helft terwijl niet mag vergeten worden dat de dienst Voogdij zoals alle overheidsdiensten gebonden is aan begrotingsvoorschriften en toezicht van het Rekenhof.

In 2012 bestaat de kans dat de betalingen een achterstand oplopen, omdat verscheidene voogden en tolken schuldvorderingen hebben ingediend die betrekking hadden op prestaties van vorige jaren en omdat de instroom aan jongeren hoog blijft. Het is daarbij zo dat het aantal nieuwe voogdijen hoger is dan het aantal beëindigde voogdijen. Bijgevolg moet er meer dan voorzien op de kredieten van het werkingsjaar 2012 worden geïmputeerd.

Alle beslissingen met betrekking tot de schuldvorderingen van de voogden worden genomen met toepassing van de geldende reglementering, zoals artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van Titel XIII, Hoofdstuk 6 "Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen" van de programmawet van 24 december 2002. Inzake de verplaatsingskosten wordt in dit artikel verder verwezen naar het koninklijk besluit van (KB)18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.

Het is dus geenszins zo dat er geen objectieve criteria bestaan om de kosten te berekenen, evenmin inzake de verplaatsingskosten. De betaling van de schuldvorderingen van de voogden is geen administratieve rechtshandeling maar een loutere uitvoeringsmaatregel zodat het beginsel van de formele motivering niet geldt. Wanneer een vordering in toepassing van de bestaande regelgeving wordt verminderd, dan wordt de voogd hiervan ingelicht en wordt er op eerste verzoek toelichting gegeven (per email of door een gesprek op de dienst Voogdij met de verantwoordelijke).

Overigens dient gezegd te worden dat het merendeel van de schuldvorderingen die door de voogden worden ingediend, geen aanleiding geven tot protest.