Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6604

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 juni 2012

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Dienst Voogdij van de Federale Overheidsdienst Justitie - Werking - Leiding - Kwaliteit en praktijkkennis - Evaluatie

politiek asiel
minderjarigheid
voogdijschap
illegale migratie
kind
asielzoeker

Chronologie

29/6/2012Verzending vraag
14/11/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6604 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Heel wat voogden van niet-begeleide minderjarige asielzoekers klagen over een aantal aspecten van de werking van de Dienst Voogdij, binnen de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie.

Hierbij worden de volgende problemen gesignaleerd:

- Op geen enkel moment of via geen enkel signaal merken zij de daadwerkelijke aanwezigheid van de leidinggevende ambtenaar. Die (1) ondertekent blijkbaar nooit enig document en (2) vertoont zich nooit aan de voogden, kortom schittert door "publieke" afwezigheid, lijkt niet gemotiveerd tot het opnemen van publieke verantwoordelijkheden en toont op geen enkele wijze zijn eigen visie en bekommernissen;

- Op de dienst Voogdij werkt geen enkel personeelslid met ervaring als voogd. Dit maakt dat deze dienst eigenlijk weinig tot geen besef heeft van wat zulke voogdij in de dagelijkse realiteit betekent. Die afstandelijkheid leidt niet zelden tot onbegrip voor wat de voogden doen en voor hun vragen en noden;

- Hoewel de eerste contacten bij aanmelding (tenminste, als men die contacten vindt…) vlot verlopen, lijkt de relatie tussen de dienst Voogdij en de voogden, eens aan het werk, sterk te vervlakken.

Hierover de volgende vragen:

1) Beschikt de geachte staatssecretaris over een evaluatie van de Dienst Voogdij binnen de FOD Justitie?

2) (H)erkent zij de problemen die door heel wat voogden werden geformuleerd inzake de kwaliteit van de dienstverlening, de aanspreekbaarheid en visibiliteit van de leidend ambtenaar enz.?

3) Hoe evalueert zij de vaststelling dat brieven en mails naar personen hoger in de hiërarchie van FOD Justitie onbeantwoord blijven?

4) Hoe apprecieert zij de getuigenis over mails vanwege medewerkers van de Dienst Voogdij, die de voogden bepaalde procedures opleggen maar die kort daarna mondeling worden tegengesproken door hiërarchisch hoger geplaatsten, terwijl de mails nooit worden ingetrokken, zodat de procedure totaal onduidelijk wordt? Dit maakt een gesprek tussen voogden en hun dienst, onder welke vorm ook, bijzonder moeilijk en daardoor blijven er heel wat punten totaal onopgelost.

5) Aanvaardt de geachte staatssecretaris de kritiek van heel wat voogden die wijst op een gebrek aan praktijkkennis bij de ambtenaren van de Dienst Voogdij over de wijze waarop voogden in de dagelijkse realiteit hun opdrachten vervullen? Beaamt zij dat daardoor heel wat problemen ontstaan?

Antwoord ontvangen op 14 november 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen. 

1 - 4. De Dienst Voogdij is één van de diensten van het Directoraat-generaal wetgeving, fundamentele vrijheden en rechten en valt onder de Directie Fundamentele rechten. De werking van de dienst Voogdij wordt voortdurend opgevolgd.

De dienst Voogdij organiseert voortdurend overleg met de voogden, de verenigingen die de onafhankelijke voogden vertegenwoordigen en de verenigingen die voogden te werk stellen. De bovengenoemde hiërarchische verantwoordelijken zijn daarbij aanwezig en de voogden en verenigingen hebben ook de mogelijkheid hen persoonlijk te ontmoeten. Verenigingen worden regelmatig ontvangen op de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie. Er is ook concreet met hen samengewerkt om de stijging van het aantal binnenkomende Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) in de laatste drie jaar, te beheren. Ten slotte worden er regelmatig informatiesessies aan de voogden gegeven waarbij zij de mogelijkheid krijgen de problemen waarmee zij geconfronteerd worden, te signaleren.

De bewering al zou de dienstchef geen leiding zou geven en dat brieven van voogden systematisch onbeantwoord blijven, is onjuist.

De dienst Voogdij doet er alles aan om de gekende tekortkomingen te verhelpen, dit binnen de bestaande beschikbare middelen. Uiteraard zijn er moeilijkheden die de bevoegdheid van de administratie overschrijden. De dienst Voogdij informeert mij over de gemaakte bevindingen en de verbeteringen die kunnen gedaan. In die zin is onlangs een werkgroep (waaraan de voogden en hun verenigingen deelnemen) opgestart om algemene richtlijnen aan de voogden op te stellen.  

5. De wettelijke taken van de Dienst Voogdij en van de voogden zijn verscheiden en vaak verschillend. Gemeenschappelijk is wel dat het belang van de minderjarige dient te worden nagestreefd. Belangrijke taken van de dienst Voogdij zijn onder andere het coördineren van de materiële organisatie van het werk van de voogden en het uitoefenen van het toezicht op hen.

De dienst Voogdij is een multidisciplinair team bestaande uit ambtenaren met een juridische en sociale opleiding. Allen hebben een jarenlange beroepservaring in het werken met niet begeleide minderjarige vreemdelingen en de jeugdzorg. Een deel van hen heeft van in het begin (2004) meegewerkt aan de invoering van het specifieke voogdijsysteem, de oprichting van de dienst Voogdij en het opleiden en ondersteunen van de eerste voogden en degene die na hen kwamen. Beweren al zouden de ambtenaren van de dienst Voogdij een gebrek aan praktijkkennis hebben, is gewoonweg niet ernstig te nemen.