Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6592

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 29 juni 2012

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Meervoudige asielaanvragen - Optreden van een "nieuw element" - "Late disclosure" - Beoordeling van de asielaanvragen op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit

politiek asiel
illegale migratie
seksuele minderheid
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
asielzoeker
genderidentiteit

Chronologie

29/6/2012Verzending vraag
20/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6592 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In haar beleidsnota neemt de staatssecretaris zich terecht voor meervoudige asielaanvragen te ontmoedigen. Ze stelt dat "een duidelijke omschrijving van het begrip "nieuw element" in de wet, een einde zou kunnen stellen aan de sterk uiteenlopende rechtspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, zodat een eenvormiger beleid kan gevoerd worden."

Voor mensen die asiel aanvragen omwille van seksuele oriëntatie of genderidentiteit is het echter vaak moeilijk om bescherming te vragen voor vervolging. Omdat zij in hun land van herkomst noodgedwongen hun geaardheid verborgen hielden, kunnen ze niet terugvallen op verklaringen of indicaties van derden. Ze zijn dus aangewezen op hun eigen verklaringen.

1) Zal men bij de duidelijke omschrijving van het begrip "nieuw element" rekening houden met het fenomeen "late disclosure"? Het betreft aanvragen van mensen die omwille van seksuele oriëntatie en genderidentiteit uit een land gevlucht zijn waar een grote discrepantie heerst tussen de algemene veiligheid en de mensenrechtensituatie van seksuele minderheden?

2) Zullen de verklaringen van asielaanvragers op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit naar waarde worden geschat om misbruik te voorkomen en te garanderen dat het recht op bescherming onderzocht zal worden van degenen die zich pas in latere instantie outen?

Antwoord ontvangen op 20 juli 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

1 & 2. Het voorontwerp van wet dat de ministerraad op 22 juni goedkeurde, voorziet in een nieuwe procedure waarbij een tweede (of verdere) asielaanvraag op kortere termijn wordt behandeld. Tot nu toe is de praktijk dat de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) oordeelt of een meervoudige asielaanvraag ontvankelijk is. In casu gaat DVZ vormelijk na of er nieuwe elementen zijn die in een vorige procedure niet gegeven kon worden en stuurt in de positieve gevallen het dossier door naar het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS), dat zich dan ten gronde uitspreekt over de nieuwe asielaanvraag.

Het voorontwerp van wet stipuleert dat een meervoudige asielaanvraag rechtstreeks wordt behandeld door het CGVS. Het CGVS zal meteen inhoudelijk nagaan of er elementen zijn die de kans op asiel of op subsidiaire bescherming vergroten.

Het CGVS voert deze beoordeling uit als onafhankelijke instantie. Als uitvoerende macht kunnen wij hierin niet tussenkomen.

Niettemin kan ik aangeven dat indien de asielzoeker redenen kan aangeven waarom hij niet eerder melding maakte van het feit dat zijn seksuele oriëntatie of genderentiteit aan de basis ligt van zijn asielaanvraag, het CGVS zal onderzoeken in hoeverre deze argumenten gefundeerd en geloofwaardig zijn. Het zal eveneens rekening houden met de algemene situatie in het land van herkomst en met de individuele situatie van de asielzoeker.

Het CGVS zal binnen de acht werkdagen beslissen dat het dossier niet verder moet worden onderzocht dan wel oordelen dat het de nieuwe asielaanvraag alsnog in overweging neemt.