Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6569

van Filip Dewinter (Vlaams Belang) d.d. 22 juni 2012

aan de minister van Justitie

Samenwerkingsakkoord - Erkenning van de erediensten, de wedden en de pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de Temporaliën van de erkende erediensten - Stand van zaken

samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
godsdienst
kerkfabriek
geestelijkheid
staatsveiligheid

Chronologie

22/6/2012Verzending vraag
15/4/2013Antwoord

Vraag nr. 5-6569 d.d. 22 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Graag wilde ik de geachte minister ondervragen betreffende de uitvoering die verleend werd aan het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008 betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en de pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten.

1) Kan de geachte minister mij meedelen hoeveel negatieve adviezen de voorbije vijf jaar op grond van dit akkoord (of het voorgaande akkoord van 2004) reeds werden afgeleverd door de federale overheid op grond van elementen die de veiligheid van de staat of de openbare orde aanbelangen? Gelieve een onderverdeling te maken per erkende eredienst en gelieve de data van de adviezen te vermelden (artikel 3 §1 akkoord).

2) Kan de geachte minister mij alle informatie bezorgen betreffende de in artikel 3, §2 vermelde aanvragen tot vaststelling van het aantal betaalde plaatsen van de bedienaars van de erediensten, de beslissingen in dat verband en de wijzigingen in dat verband? Gelieve een onderverdeling te maken per erkende eredienst en gelieve de data te vermelden.

3) Kan ze me meedelen op welke wijze door de veiligheidsdiensten van de staat toezicht wordt gehouden op de erkende geloofsgemeenschappen?

4) Kan ze me meedelen of er al overleg betreffende de uitvoering van het akkoord heeft plaatsgevonden met de Vlaamse overheid, welke thema's op de agenda van dit overleg stonden en welke uitvoering aan de besluiten van dat overleg werd gegeven?

Antwoord ontvangen op 15 april 2013 :

  1. Doordat de Bijzondere wet van 13 juli 2001 de bevoegdheid voor de erkenning van lokale gemeenschappen van het federale naar het gewestelijke niveau heeft overgedragen, maar de betaling van de wedden en pensioenen van de bedienaars van de erkende erediensten een federale materie is gebleven, was een samenwerkingsakkoord nodig.

    Dit houdt in dat de Gewesten bij een aanvraag tot erkenning van een lokale gemeenschap, een advies van de federale overheid vragen. Dat advies slaat aan de ene kant op elementen die de openbare orde raken en aan de andere kant elementen die betrekking hebben op de begroting van de Federale overheidsdienst (FOD) Justitie, waarop de wedden moeten worden geïmputeerd.

    Tot op heden werden er vier negatieve adviezen verleend in 2009 en 2011 voor wat Vlaanderen betreft.

    Het ging in al die gevallen om lokale gemeenschappen van de Islamitische eredienst, wat door het feit dat zij hun organisatie vrij recent uitbouwen te verklaren valt.

  2. De procedure is dubbel. Het Gewest erkent de lokale gemeenschap en dan zal de federale overheid op basis van het aantal gelovigen die de gemeenschap telt, bij Koninklijk besluit het aantal plaatsen vaststellen.

  3. Het is mij om evidente redenen niet mogelijk daarover enige informatie te verstrekken.

  4. Er is regelmatig overleg tussen de Gewesten en de federale overheid over de toepassing van het samenwerkingsakkoord. In principe heeft dit overleg op een structurele wijze om de drie maanden plaats en worden alle punten die van gezamenlijk belang zijn besproken of wordt er informatie uitgewisseld. De Gewesten geven informatie over hun planning inzake erkenningaanvragen, de federale overheid geeft informatie over de budgettaire situatie, aanvragen tot erkenning als eredienst, administratieve vraagstukken.