Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6565

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 22 juni 2012

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Dagbladhandelaars - Precaire toestand - Subsidie Bpost voor krantendistributie - Concurrentie

boekhandel
postdienst
krant
overheidssteun
concurrentiebeperking

Chronologie

22/6/2012Verzending vraag
8/10/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6565 d.d. 22 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op woensdag 4 april 2012 illustreerde een harde reportage van het consumentenprogramma Volt op de VRT hoe penibel de toestand van de dagbladhandelaars is. Niet alleen kloppen die zelfstandigen onverantwoord lange werkdagen, maar de winstmarge op hun producten,onder andere pers, loterij, tabak en snoepgoed, overschrijdt de 2 % niet. Getuigenissen en experts stellen vast dat het aantal dagbladhandelaars schrikwekkend afneemt.

Als belangrijkste reden voor de snelle achteruitgang wordt gewezen naar de subsidie die Bpost ontvangt om kranten aan de abonnees te bedelen. Die subsidie verlaagt de kosten voor de rechtstreekse distributie ingrijpend en houdt vele klanten weg van de krantenwinkel. De uitbaters en hun belangenverdedigers gewagen daarom van ongeoorloofde concurrentie en voorspellen op korte termijn het verdwijnen van een hele sector.

De minister van economie verwees deze schriftelijke vraag (5-6051) door naar de minister van Overheidsbedrijven.

1) Beaamt de geachte minister dat de subsidie aan Bpost voor de rechtstreekse krantenbedeling aan abonnees de distributiekosten ingrijpend verlaagt?

2) Hoe percipieert de geachte minister de kritiek van de dagbladhandelaars dat ze door die overheidstussenkomst onder zo een ondraaglijke concurrentiedruk staan dat hun bedrijf uiteindelijk met verdwijning wordt bedreigd?

3) Vindt hij het aanvaardbaar dat het overheidsbeleid inzake steun aan de pers zo'n scherpe concurrentie doet ontstaan?

4) Onderschrijft de geachte minister dat krantenwinkels die bijna steeds in het sociaal weefsel van een buurt ingebed liggen, een belangrijke sociale taak vervullen? Vindt hij het niet alleen vanuit economisch oogpunt niet belangrijk om buurtwinkels, zoals dagbladhandelaars, voor die sociale en gemeenschapsfunctie te honoreren?

Antwoord ontvangen op 8 oktober 2012 :

1. tot3. De vervroegde krantenuitreiking in heel België (met uitzondering van het Brussels Hoofstedelijk Gewest en Antwerpen) tegen uniforme, betaalbare en door de Belgische Staat goedgekeurde tarieven is een aan bpost onder strikte voorwaarden toevertrouwde opdracht van openbare dienstverlening. bpost dient onder meer een bepaald kwaliteitsniveau te garanderen, onder toezicht van de regulator (het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie, hierna het "BIPT" genoemd), en moet voorzien in een systeem om klachten te behandelen. De toekenning van deze openbare dienstverlening aan bpost berust op de doelstelling van de overheid om de verspreiding van pers en de toegang tot informatie voor alle burgers te garanderen op het hele Belgische grondgebied en om de persvrijheid (art. 25 van de Grondwet) en de vrijheid van meningsuiting (art. 19 van de Grondwet) te vrijwaren.

Voor de uitvoering van die openbare dienstverlening ontvangt bpost een vergoeding voor het verschil tussen de werkelijke kostprijs voor bpost, op basis van de analytische boekhouding onder toezicht van het BIPT, en het aan de uitgevers gefactureerde bedrag.

De jaarlijkse aan bpost toegekende dotatie is enkel bedoeld voor de financiering van de nettokosten van alle openbare dienstverleningen, met inbegrip van de nettokost van de vervroegde krantenuitreiking.

Krachtens haar beslissing van 25 januari 2012 vond de Europese Commissie dat een overcompensatie voor de openbare dienstverleningen enkel gold voor de periode die gedekt werd door het vierde Beheerscontract (meer bepaald de periode 2006-2010). Die overcompensatie vloeit geenszins voort uit het feit dat de Staat bpost voor meer dan zijn nettokosten financierde, maar uit het standpunt van de Europese Commissie die oordeelde dat, zolang bpost een monopoliepositie had (tot 31 december 2010), een deel van de winst uit de diensten van de voorbehouden sector gebruikt moest worden om de opdrachten van openbare dienstverlening te financieren. Op basis daarvan legde de Europese Commissie bpost op om een bedrag van 415 miljoen euro terug te betalen aan de Staat. Op te merken valt ook dat de Commissie in haar besluit van 25 januari 2012 niet het principe van de openbare dienstverlening voor de uitreiking van kranten en tijdschriften, die is voorzien in het Beheerscontract, in vraag stelt.

4. Zoals hierboven uitgelegd wordt, berust de toekenning van de openbare dienstverlening voor de vervroegde uitreiking van de pers aan bpost op de doelstelling van de Staat om de verspreiding van de pers en de toegang tot informatie te garanderen aan alle burgers op het hele Belgische grondgebied, ook in de minder toegankelijke en minder bediende zones. Het is zeker niet de bedoeling om een concurrentieel voordeel te geven aan een bedrijf ten nadele van lokale winkels, maar wel om het behoud te verzekeren van een opdracht van openbare dienstverlening, die als essentieel beschouwd wordt voor het vrijwaren van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting, te vrijwaren.