Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6558

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 22 juni 2012

aan de eerste minister

Begroting en economisch beleid 2012-2013 - Europese aanbevelingen - Standpunt bij verdere besprekingen

aanbeveling (EU)
begrotingstekort
pensioenvoorwaarden
kredietinstelling
concurrentievermogen
belastingbeleid
vermindering van gasemissie
telefoon
loonindexering
rijksbegroting
energiedistributie
communicatietarief
ministerie
Protocol van Kyoto

Chronologie

22/6/2012Verzending vraag
25/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6558 d.d. 22 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 30 mei laatstleden maakte de Europese Commissie haar aanbevelingen bekend voor de begroting en het economisch beleid 2012-2013. Voor België waren er zeven landenspecifieke aanbevelingen:

- het begrotingstekort terugdringen en onder de 3% houden en de staatsschuld verder afbouwen;

- de werkelijke pensioenleeftijd opbouwen en besparen op de ziektekosten;

- het kapitaal van de zwakke banken versterken;

- het concurrentievermogen van de bedrijven verbeteren en het systeem van de loonindexering hervormen;

- de belastingdruk verschuiven van arbeid naar milieu;

- meer concurrentie in de telefonie- en energiesector;

- de CO2-uitstoot terugdringen.

Met uitzondering van het terugdringen van de CO2-uitstoot, waren de landenspecifieke aanbevelingen voor België niet nieuw.

Graag een antwoord op volgende vraag. Welk standpunt zal de regering innemen tijdens de verdere besprekingen met de Europese instellingen over de aanbevelingen?

Antwoord ontvangen op 25 juli 2012 :

De specifieke aanbevelingen per land aan het eind van het Europees semester zijn aanbevelingen van de Europese Raad.

Het is dus logisch dat de lidstaten dit bespreken vooraleer ze definitief worden goedgekeurd.

België heeft inderdaad amendementen op de initiële voorstellen van de Commissie ingediend.

Bepaalde amendementen werden in de eindtekst opgenomen.

Zo is er bijvoorbeeld geen sprake meer van een kapitaalverhoging van de banken, maar wel van de stimulering ervan. Die moet namelijk niet noodzakelijk komen van de openbare sector.

Zo zijn ook de oudere werknemers toegevoegd aan de doelgroep van het beleid ter ondersteuning en activering van de werkgelegenheid.

De inspanningen die België reeds heeft geleverd inzake de vermindering van de broeikasgasuitstoot worden ook vermeld in de definitieve versie.

Twee andere aanbevelingen werden besproken, waarover België een verklaring heeft afgelegd.

Een eerste aanbeveling gaat over de verhoging van de pensioenleeftijd. Voor ons land zijn maatregelen om de effectieve pensioenleeftijd te verhogen adequater dan het koppelen van de wettelijke pensioenleeftijd aan de toename van de levensverwachting.

De tweede aanbeveling heeft betrekking op het systeem voor de onderhandeling over en de indexering van de lonen.

In de twee gevallen kon België zich scharen achter de beoogde doelstellingen, met name de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en een link tussen de lonen enerzijds en de competitiviteit en de productiviteit anderzijds.

België kon echter niet akkoord gaan met de mate waarin de Commissie voorschrijft hoe deze doelen bereikt moeten worden.

Maar het stabiliteitspact en de peer review worden geenszins in vraag gesteld.