Georganiseerde criminaliteit - Onderzoeken - Stand van zaken - Beleid
misdaadbestrijding
georganiseerde misdaad
15/6/2012 | Verzending vraag |
13/11/2012 | Antwoord |
Reeds vele jaren wordt er aandacht besteed aan het fenomeen van de "georganiseerde criminaliteit". Zo was er reeds een Actieplan in 1996, een Oriëntatienota inzake de aanpak van de georganiseerde criminaliteit in 1998, een Federaal Veiligheids-en Detentieplan in 2000, de Kadernota integrale Veiligheid (2004-2007) en het Nationaal Veiligheidsplan (2008-2011).
Aldus werd de "georganiseerde criminaliteit" op verschillende manieren bestudeerd en in kaart gebracht.
In het eerste Actieplan van de federale regering in 1996 werd de definitie van "georganiseerde criminaliteit" omschreven als :
- het planmatig plegen van misdrijven die elk op zich of in hun totaliteit van aanzienlijke betekenis zijn,
- het streven naar winst of macht,
- een samenwerking van meer dan twee personen,
- gedurende een vrij lange periode,
- met een verdeling van taken, door gebruik te maken van minstens één van volgende criteria : (a) het gebruik van commerciële structuren, (b) het gebruik van geweld of andere intimidatiemiddelen, (c) invloed op het politieke leven, de media, het openbaar leven, de justitie of het bedrijfsleven.
Hierbij aansluitend is er de strafrechtelijke definitie van "criminele organisatie" in artikel 324bis van het Strafwetboek, die onder meer de strafbaarstelling en de strafmaat bepaalt.
Het onderzoek naar "georganiseerde criminaliteit" is gedurende vele jaren dan ook een prioriteit voor justitie geweest.
Gelet op de veelvuldige plannen had ik graag een antwoord gekregen op volgende vragen van de geachte minister :
1) Kan een overzicht gegeven worden van het aantal onderzoeken naar criminele organisaties door de politiediensten sinds 1997 tot en met 2011 ?
2) Is het mogelijk om het aantal onderzoeken voor de jaren 2009, 2010 en 2011 op te splitsen per gerechtelijk arrondissement ?
3) Graag had ik voor de jaren 2009, 2010 en 2011 het aantal personen die in het kader van een onderzoek naar criminele organisaties werden geïdentificeerd.
4) Kan hierbij voor dezelfde periode de nationaliteit van de verdachten in een onderzoek naar georganiseerde criminaliteit in percentages worden meegedeeld ?
5) Is er nog steeds voldoende aandacht voor "georganiseerde criminaliteit" ? Of is er een verschuiving bij de strafrechtelijke onderzoeken naar andere criminele feiten (zoals terrorisme) die mogelijk een invloed heeft op de onderzoeken naar georganiseerde criminaliteit ?
De cijfers in dit antwoord zijn afkomstig van de Federale Gerechtelijke Politie (FGP) op het niveau van het gerechtelijk arrondissement en zijn verzameld door de Federale Politie op basis van de criminologische definitie van georganiseerde criminaliteit.
1. Als antwoord op uw eerste vraag vindt u in bijlage 1 in tabelvorm het overzicht van het aantal onderzoeken naar criminele organisaties door onze politiediensten en dit voor de periode 1997-2010. Voor 2011 zijn vooralsnog geen cijfers voorhanden. Het aantal onderzoeken naar georganiseerde criminaliteit kan echter niet worden gelijkgesteld met het aantal criminele organisaties. Het vormt er geen exacte weergave van. Dit dient te worden meegenomen bij de interpretatie van de cijfers.
2. In bijlage 2 kunt u de gegevens per gerechtelijk arrondissement (en directie DJF en FGP Asse van de Federale Politie) vinden, en dit voor de jaren 2009 en 2010. Zoals hierboven al gesteld, zijn voor 2011 nog geen cijfers beschikbaar. Hierbij is het van belang om te stellen dat ieder parket op autonome wijze het opsporings- en vervolgingsbeleid in deze materie bepaalt. Er is dus een verschillende context naargelang het gerechtelijk arrondissement dat men bekijkt.
3. Het aantal personen dat in deze onderzoeken naar criminele organisaties werd geïdentificeerd, is 1 816 voor 2009 en 1 757 voor 2010. Cijfergegevens voor 2011 ontbreken vooralsnog. Ook hier dient te worden meegegeven dat elk parket op autonome wijze het opsporings- en vervolgingsbeleid in deze materie bepaalt.
4. Voor wat betreft de nationaliteit van de verdachten in een onderzoek naar georganiseerde criminaliteit geeft bijlage 3 in percentages de voornaamste nationaliteit in deze onderzoeken weer en dit voor de jaren 2009-2010. In 2009 werden in totaal 77 verschillende nationaliteiten geïdentificeerd, voor 2010 waren dit er 78.
5. Zoals blijkt uit het nieuwe Nationaal Veiligheidsplan 2012-2015 neemt de georganiseerde misdaad nog steeds een voorname plaats in in het uitgestippelde beleid en de prioritaire aan te pakken fenomenen voor onze politiediensten. Ook in de Kadernota Integrale Veiligheid, dat momenteel wordt opgesteld, zal aandacht hiernaar uitgaan.
Het is zo dat het aantal onderzoeken naar de georganiseerde criminaliteit jaar na jaar afneemt. Dit blijkt uit de cijfers van het eerste antwoord op deze vraag. Er wordt dan ook verder onderzocht welke oorzaken aan de basis hiervan liggen. De verschuiving naar andere criminele feiten is hierbij slechts één mogelijke piste.
Annexe 1 : Nombre d’enquêtes sur la criminalité organisée pour la période 1997-2010.
Bijlage 1: Het aantal onderzoeken naar georganiseerde criminaliteit voor de periode 1997-2010.
Nombre d’enquêtes Aantal onderzoeken |
|||
|
Nouvelles enquêtes Nieuwe onderzoeken |
Enquêtes en cours Al lopende onderzoeken |
Total |
1997 |
123 |
115 |
238 |
1998 |
101 |
175 |
276 |
1999 |
113 |
223 |
336 |
2000 |
98 |
125 |
223 |
2001 |
163 |
120 |
283 |
2002 |
148 |
158 |
306 |
2003 |
125 |
167 |
292 |
2004 |
113 |
175 |
288 |
2005 |
98 |
144 |
242 |
2006 |
87 |
137 |
224 |
2007 |
114 |
141 |
255 |
2008 |
95 |
144 |
239 |
2009 |
91 |
118 |
209 |
2010 |
73 |
127 |
200 |
Source : Police fédérale - DGJ/DJC
Bron: Federale Politie – DGJ/DJC.
Annexe 2 : Répartition du nombre d’enquêtes sur la criminalité organisée, ventilation par arrondissement judiciaire et direction (DJF et PJF de Asse) de la Police fédérale, période 2009-2010.
Bijlage 2: Verspreiding van het aantal onderzoeken naar georganiseerde criminaliteit, opsplitsing per gerechtelijk arrondissement en directie (DJF en FGP Asse) van de Federale Politie, periode 2009-2010.
Répartition du nombre d’enquêtes sur la base des arrondissements et de la direction Verspreiding aantal onderzoeken op basis van arrondissementen en directie |
|||
|
2009 |
2010 |
2011 |
Antwerpen |
19 |
25 |
- |
Arlon |
1 |
1 |
- |
Asse |
10 |
5 |
- |
Brugge |
3 |
8 |
- |
Bruxelles-Brussel |
46 |
37 |
- |
Charleroi |
6 |
9 |
- |
Dendermonde |
8 |
11 |
- |
Dinant |
0 |
0 |
- |
DJF |
3 |
4 |
- |
Eupen |
1 |
0 |
- |
Gent |
12 |
13 |
- |
Hasselt |
7 |
6 |
- |
Huy |
1 |
0 |
- |
Ieper |
0 |
0 |
- |
Kortrijk |
4 |
1 |
- |
Leuven |
7 |
7 |
- |
Liège |
17 |
15 |
- |
Marche-en-Famenne |
3 |
3 |
- |
Mechelen |
7 |
4 |
- |
Mons |
3 |
7 |
- |
Namur |
7 |
10 |
- |
Neufchâteau |
2 |
1 |
- |
Nivelles |
0 |
3 |
- |
Oudenaarde |
1 |
1 |
- |
Tongeren |
21 |
13 |
- |
Tournai |
1 |
1 |
- |
Turnhout |
18 |
14 |
- |
Verviers |
1 |
1 |
- |
Veurne |
0 |
0 |
- |
Total |
209 |
200 |
- |
Source : Police fédérale - DGJ/DJC
Bron: Federale Politie – DGJ/DJC.
Annexe 3 : Répartition en pourcentages sur la base de la principale nationalité des suspects dans les enquêtes sur la criminalité organisée, période 2009-2010.
Bijlage 3: Verspreiding in percentages op basis van de voornaamste nationaliteit van de verdachten in de onderzoeken naar georganiseerde criminaliteit, periode 2009-2010.
Répartition sur la base de la principale nationalité des auteurs Verspreiding op basis van de voornaamste nationaliteit van de daders |
|||||
|
% 2009 |
|
% 2010 |
|
% 2011 |
Belgique/België |
40 |
Belgique/België |
38,7 |
- |
- |
Pays-Bas/Nederland |
8,7 |
Pays-Bas/Nederland |
9,5 |
- |
- |
Italie/Italië |
4,4 |
Maroc/Marokko |
4,8 |
- |
- |
Maroc/Marokko |
3,3 |
Italie/Italië |
4,8 |
- |
- |
Roumanie/Roemenië |
3,1 |
Roumanie/Roemenië |
3,0 |
- |
- |
France/Frankrijk |
2,9 |
Albanie/Albanië |
3,0 |
- |
- |
Inde/India |
2,8 |
Bulgarie/Bulgarije |
2,8 |
- |
- |
Turquie/Turkije |
2,6 |
France/Frankrijk |
2,5 |
- |
- |
Albanie/Albanië |
2,5 |
Inde/India |
2,4 |
- |
- |
Source : Police fédérale - DGJ/DJC
Bron: Federale Politie – DGJ/DJC.