Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6492

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 juni 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Elektronische sigaret - Toepassing rookverbod - Tabaksvervangers - Potentieel gevaar - Regulatie

nicotineverslaving
tabaksindustrie
vervangingsproduct
tabak
gevaren voor de gezondheid

Chronologie

15/6/2012Verzending vraag
9/10/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6492 d.d. 15 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De zogenaamde elektronische sigaret wordt op het internet verhandeld en aangeprezen als een minder schadelijk alternatief voor conventionele papieren sigaretten. Door verdamping van een vloeibare nicotineoplossing zou de gebruiker alle schadelijke stoffen vermijden, maar toch het gevoel van te roken behouden. Er zijn ook sterke tegenstanders. Zij wijzen erop dat een e-sigaret mogelijks een poort opent naar het klassieke en dus erg ongezonde rookgedrag. Daarnaast blijven er twijfels bestaan over de schadelijkheid van deze e-sigaret.

Elektronische sigaretten vallen onder de wetgeving van tabaksproducten als ze tabaksextracten bevatten, of onder de wet op de geneesmiddelen als ze nicotine bevatten of als ze melding maken van therapeutische indicaties (bijvoorbeeld "helpt bij het stoppen met roken"). In de wetgeving over het rookverbod vallen alle elektronische sigaretten onder "soortgelijke producten". Ze zijn dus verboden op alle plaatsen waar een rookverbod geldt.

Hierover de volgende vragen:

1) Er bestaat onduidelijkheid over de toepassing van het rookverbod. Vallen alle elektronische sigaretten naar het oordeel van de geachte minister onder "soortgelijke producten" in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook? Zou dit ook gelden voor e-sigaretten die tabak noch nicotine bevatten en die geen melding maken van een therapeutische werking? Hoe denkt zij zo vlug mogelijk rechtszekerheid te bekomen in verband met deze vragen?

2) Het is onduidelijk in welke mate de uitgeademde rook schadelijk kan zijn en of het gebruik van elektronische sigaretten niet zal aanzetten tot conventioneel sigarettengebruik. Wordt dit momenteel onderzocht of opgevolgd door de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid? Met welk resultaat?

3) Heeft de geachte minister zicht op het huidige aanbod op de markt? Welke producenten en producten zijn er aanwezig op de Belgische markt? Heeft zij reeds contact opgenomen met deze producenten om hen te wijzen op hun verplichtingen?

4) Tabaksvervangers (bijvoorbeeld pleisters, kauwgom) hebben het statuut van geneesmiddel en kunnen dus enkel op de markt worden gebracht na het bekomen van een vergunning voor het in de handel brengen. Ook elektronische sigaretten waarbij therapeutische indicaties worden vermeld (bijvoorbeeld "helpt bij het stoppen met roken"), worden als geneesmiddelen beschouwd en moeten dezelfde vergunningsprocedure doorlopen. Werden er reeds vergunningen verleend voor dit soort apparaatjes? Zijn er reeds vergunningsprocedures opgestart? Onderneemt de minister iets tegen de apparaatjes die geen vergunning hebben maar er wel aan onderworpen zijn?

5) Apparaten waarin extracten van tabak zijn verwerkt en deze waar de nicotine afkomstig is van de tabak voldoen aan de wettelijke definitie van een tabaksproduct of producten op basis van tabak. Dit houdt in dat dit soort elektronische sigaretten aan dezelfde beperkingen onderworpen is als de klassieke sigaret, onder andere de verplichting om de producten te notificeren bij de FOD Volksgezondheid. Werden er reeds van deze apparaten bij de FOD Volksgezondheid genotificeerd? Onderneemt de geachte minister iets tegen de apparaatjes die niet genotificeerd zijn?

6) Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) waarschuwt voor het potentiële gevaar van deze apparaatjes. Er zou een wezenlijk risico bestaan op nicotineoverdosering als het apparaat niet meer naar behoren werkt. Heeft de geachte minister weet van gevallen van nicotineoverdosering in België door het gebruik van dit soort apparaatjes?

7) Kortom, zal de geachte minister initiatieven nemen om de elektronische sigaret beter te reguleren teneinde de consument afdoend te beschermen?

Antwoord ontvangen op 9 oktober 2012 :

1. De wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook bepaalt dat het « verboden is tabak, producten op basis van tabak of soortgelijke producten te roken in gesloten plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn » en dat «elk element dat tot roken kan aanzetten of dat laat uitschijnen dat roken toegestaan is, verboden is ». Elektronische sigaretten zijn dus verboden in gesloten, voor het publiek toegankelijke plaatsen en dus in de horeca aangezien ze ofwel beschouwd kunnen worden als « soortgelijke producten » ofwel als elementen « die tot roken kunnen aanzetten of die laten uitschijnen dat roken toegestaan is » en dit ongeacht de inhoud van de cartridge. 

2. Mijn diensten hebben zelf geen gedetailleerde studies uitgevoerd hierover. Volgens sommige wetenschappelijke rapporten, waaronder een recente publicatie van het Duitse instituut voor risicoanalyse, kan de consumptie van elektronische sigaretten, hoewel hierbij geen hoog kankerverwekkende stoffen worden ingeademd, echter niet als risicoloos beschouwd worden. Het inademen van nicotine en de aanwezigheid van andere ingrediënten zoals de rookvormende middelen en de chemische additieven kunnen nefaste gevolgen hebben voor de gezondheid. Bovendien kan het risico op negatieve gevolgen voor de gezondheid in geval van « passief roken » niet worden ontkend op basis van de huidige wetenschappelijke kennis.  

3. Producten van het type « elektronische sigaretten » kunnen vallen onder de wetgeving op de tabaksproducten indien ze tabaksextracten bevatten, of onder de wet op de geneesmiddelen indien ze nicotine bevatten of indien ze therapeutische indicaties vermelden (« helpt bij het stoppen met roken » bijvoorbeeld).  

4. Mijn diensten hebben momenteel nog geen vergunningen afgeleverd voor dergelijke apparaatjes of voor de vloeistof die er in verdampt wordt. Er zijn momenteel ook geen aanvragen in die aard ingediend.  

5. Slechts een enkele elektronische sigaret werd genotificeerd bij de diensten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid. Ook de controlediensten schenken aandacht aan de problematiek, maar tot nu toe werd geen enkele vaststelling gedaan van illegale verkoop of illegaal gebruik van dit type product.  

6. Elektronische sigaretten die nicotine bevatten kunnen inderdaad een risico op vergiftiging inhouden wegens nicotineoverdosering. Mijn diensten hebben geen weet van een dergelijk incident in België. 

7. Het voorstel van nieuwe richtlijn « tabaksproducten » van de Europese Commissie, die de huidige richtlijn 2011/37/EG zal vervangen, zou eind 2012 moeten gepubliceerd worden en zal vermoedelijk een punt hieromtrent bevatten.