Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6385

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 31 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De officina-apotheken

apotheek
apotheker
geneesmiddel

Chronologie

31/5/2012Verzending vraag
19/7/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2193

Vraag nr. 5-6385 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze week berichtte Test-Aankoop dat een deel van de officina-apotheken medicijnen met interacties en dus mogelijke complicaties afleveren.

Over de methode van het onderzoek stel ik me vragen, maar dat is nu niet aan de orde.

Tevens moet ik eerlijkheidshalve melden dat ik persoonlijk nog niet veel patiënten in mijn praktijk heb ontmoet die St-Janskruid gebruiken of het vermeld hebben, maar het is wel een schoolvoorbeeld van interactie tussen medicijnen.

Sint-Janskruid induceert immers het CYP3A4 iso-enzym, met dus mogelijkheid van interacties. Bij gelijktijdig gebruik van anticonceptieve oestroprogestativa en Sint-Janskruid zijn doorbraakbloedingen, en belangrijker, gevallen van zwangerschap gerapporteerd.

Ook toonde de enquête een lacune aan in de zogenaamde "begeleiding van eerste aflevering", die de apotheker verplicht om bij de eerste afgifte van een medicijn een duiding te geven aan de patiënt.

Met andere woorden, deze enquête brengt enerzijds duidelijk de nood aan bijscholing en een daaraan gekoppelde accreditatie voor officina-apothekers, op een pijnlijke manier onder de aandacht. Onze fractie heeft daarover reeds een wetsvoorstel ingediend.

Anderzijds wordt duidelijk aangetoond dat een digitalisering van de farmaceutische data, met toegang door elke apotheker tot het farmaceutisch dossier van een patiënt, een oplossing kan bieden.

Gezien het belang van een kwaliteitsvolle gezondheidszorg had ik graag een antwoord gehad op de volgende vragen:

1) Wat is het standpunt van de minister in verband met een accreditatie van de officina-apothekers?

2) Welke controle is er of voorziet u op de maatregel "begeleiding van eerste aflevering"?

3) Wanneer voorziet u in een mogelijke inwerkingtreding van het gedeeld farmaceutisch dossier tussen apothekers met betrekking tot één patiënt?

Antwoord ontvangen op 19 juli 2012 :

Het is duidelijk dat de organisatie van de permanente vormingen, ook al worden ze sinds lang op zeer regelmatige basis door de beroepsorganisaties aangeboden aan hun leden, voor verbetering vatbaar is. Het is inderdaad belangrijk dat alle apothekers meedoen aan deze bijscholing en dat er dient nagedacht te worden over hoe deze erkenning of accreditering kan gebeuren. Ik heb daarom opdracht gegeven aan het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) om na te gaan hoe dit in de praktijk kan omgezet worden.

Als gevolg van de resultaten van de Test-Aankoop enquête, waarop ik onmiddellijk heb gereageerd, is er een eerste overlegvergadering geweest met de representatieve beroepsorganisaties van apothekers en met de Orde der apothekers. Vrijdag 25 mei vond er een tweede vergadering plaats. Ik verwacht op de volgende vergadering die al in augustus gepland is voorstellen voor aanpassing van het bestaand systeem van permanente vorming.

Een accrediteringssysteem met financiële incentives, zoals voorzien voor de artsen, is evenwel niet aan de orde gezien de huidige budgettaire context.

De besprekingen verlopen zeer constructief, en ik hoop een globale oplossing te hebben binnen afzienbare tijd.

Wat de begeleiding van “de eerste aflevering” betreft, moet de apotheker er over waken dat de verstrekte farmaceutische zorg en de bijhorende informatieverstrekking voor afgeleverde geneesmiddelen conform de wetgeving en de deontologische regels gebeurt.

Het FAGG is, na de Test-Aankoop enquête gestart met een thematische controle in de apotheken om na te gaan of de gebruikte apotheeksoftware in staat is om interacties tussen de afgeleverde geneesmiddelen op te sporen en de apotheker daarvoor te waarschuwen door één of ander pop-up systeem.

Wat betreft het “gedeeld farmaceutisch dossier” wordt er op dit moment nagegaan hoe een voldoende beveiligd computersysteem kan opgezet worden dat de apotheker zou toelaten, mits akkoord van de patiënt, inzage te hebben in de geneesmiddelen die de patiënt in een andere apotheek eerder bekomen heeft.