Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6383

van Louis Ide (N-VA) d.d. 31 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De benoemingen bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
Fonds voor medische ongevallen
arbeidsinspectie

Chronologie

31/5/2012Verzending vraag
29/8/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2173
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6384

Vraag nr. 5-6383 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij het RIZIV wachten twee topambtenaren op een benoeming als overheidsmanager, respectievelijk als directeur-generaal van de Dienst voor Administratieve Controle en als directeur-generaal van de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle van het RIZIV.

1) Het RIZIV beschikt als enige OISZ over twee los van elkaar werkende sociale inspectiediensten. Dit zal ongetwijfeld een historische reden hebben. Is deze opdeling heden nog te verantwoorden:

- Met het oog op de efficiëntie van de controle, bijvoorbeeld door het inzetten van multidisciplinaire onderzoeksteams zowel in de sector van de uitkeringen als in de sector van geneeskundige verzorging (geneesheren-inspecteurs, sociaal inspecteurs, apothekers-inspecteurs, verpleegkundigen-controleurs en/of sociaal controleurs) ?

- Met het oog op de kost van de organisatie van een openbare dienst (twee topmanagers, twee managementteams, twee administratieve en juridische ondersteuningscellen van het inspecterend kader, ICT, HR) ?

2) De eerst geklasseerde kandidaat voor de DAC is van de Nederlandstalige taalrol. Klopt het dat indien deze kandidaat benoemd wordt, er geen Nederlandstalige kandidaat benoemd kan worden bij die andere inspectiedienst (DGEC) ?

3) Naar verluidt zal het Fonds voor de Medische Ongevallen bij het RIZIV geïntegreerd worden als kerndienst. Zal ook voor deze dienst een managementfunctie vacant verklaard worden ?

Antwoord ontvangen op 29 augustus 2012 :

1. Het feit dat het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) over inspectiediensten beschikt heeft, zoals u opmerkt, te maken met historische redenen.  

Het behoud van deze twee diensten blijft vandaag ook ten volle verantwoord. Het RIZIV is in tegenstelling tot de andere OISZ ook verantwoordelijk voor het beheer van twee sociale risico’s: namelijk ziekte en arbeidsongeschiktheid/invaliditeit. De ene inspectiedienst is belast met de controle op de sociaal verzekerden en de ziekenfondsen. De andere inspectiedienst is belast met het evalueren en controleren van de zorgverleners. 

De controle op de correcte toepassing van de nomenclatuur is bovendien fundamenteel verschillend van de controle op niet-toegelaten arbeid van verzekerden en vergt specifieke competenties van de inspectiekorpsen. Wat het beteugelen van inbreuken door zorgverleners betreft, heeft de wetgever er recent voor geopteerd om hiervoor de bestaande specifieke regeling te handhaven, los van het sociaal strafwetboek. 

2. Wat uw tweede vraag betreft, heb ik beslist om het voorstel dat mij door het Algemeen beheerscomité van het RIZIV werd bezorgd te volgen en de in groep B (“geschikt”) gerangschikte FR-kandidaat op de post van directeur-generaal van de DAC te benoemen, en de in groep B (“geschikt”) gerangschikte NL-kandidaat op die van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC).  

3. Wat uw derde vraag over het Fonds voor medische ongevallen betreft, moet ik u zeggen dat op het moment dat het Fonds officieel in het RIZIV zal worden geïntegreerd, de RIZIV-regelgeving, en volgens de Copernicuslogica, inderdaad bepaalt dat die diensten door een directeur-mandaathouder worden geleid.