Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6370

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 31 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Artsen - Wachtzalen - Commercieel geïnspireerde medische informatie - Farmaceutische reclame

dokter
geneesmiddel
reclame

Chronologie

31/5/2012Verzending vraag
9/10/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6369

Vraag nr. 5-6370 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Test-Aankoop controleerde of artsen de wettelijke verplichting nakomen om hun statuut publiek te maken, onder andere in de wachtzaal. Bij die controles stelde Test-Aankoop vast dat in de wachtzalen van artsen overvloedig informatiefolders voorhanden zijn; op het eerste gezicht bevatten ze objectieve informatie over gezondheidszaken maar bij nader toezien vooral ook reclame voor een bepaald medicament. In de helft van de onderzochte wachtkamers lagen zo'n commerciële informatiefolders. Het gaat hier uiteraard om promotie voor farmaceutische producten, maar ook voor verzorgings- of voedingsmiddelen. Het hoeft geen betoog dat de wachtkamer van een arts die informatie een hoge betrouwbaarheidsstatus bezorgt; ook de objectieve voorstelling ervan maakt die informatie zeer geloofwaardig.

Hierbij de volgende vragen:

1) Hoe evalueert en apprecieert de geachte minister de vaststelling van Test-Aankoop dat er in 50 % van de wachtzalen van artsen commerciële informatie voor gezondheidsproducten ligt?

2) Deelt ze de mening van Test-Aankoop dat die vorm van reclame, in die specifieke omgeving, moet worden verboden?

3) Over welke instrumenten beschikt ze om tegen die bedenkelijke vorm van reclame op te treden en plant ze hieromtrent een specifieke beleidsvoering?

Antwoord ontvangen op 9 oktober 2012 :

1.     Het komt effectief vrij frequent voor dat artsen aanvaarden om in hun wachtzaal een rek te plaatsen waarop ten behoeve van de patiënten informatiebrochures over diverse gezondheidskwesties worden aangeboden.  

Daaronder vindt men zodoende reclamebrochures voor geneesmiddelen die niet aan een medisch voorschrift zijn onderworpen. Dit soort reclame is geoorloofd, maar wordt strikt gereglementeerd. Dertig dagen voor verspreiding moeten dergelijke brochures door de betrokken farmaceutische firma zijn genotificeerd bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), dat systematisch de conformiteit ervan met de reglementering ter zake controleert. 

In deze rekken bevinden zich ook informatiebrochures betreffende de gezondheid of ziektes, waaronder sommige worden verspreid op initiatief van farmaceutische firma’s. 

Zonder enige verwijzing, direct of indirect, naar een geneesmiddel of een gezondheidsproduct, is dergelijke informatie niet onderworpen aan de wetgeving betreffende reclame voor geneesmiddelen of gezondheidsproducten. 

Informatie die echter naar geneesmiddelen verwijst maar geen reclame vormt valt wel onder de toepassing van de bepalingen die het publiek tegen misleidende of schrikwekkende informatie moeten beschermen.  

Opdat informatie niet als reclame zou worden beschouwd, mag ze geen elementen bevatten aan de hand waarvan een bepaald geneesmiddel kan worden geïdentificeerd, direct noch indirect.  

Merk ook op dat elke reclame bij het publiek voor een implanteerbaar medisch hulpmiddel verboden is. 

2.     Artsen beoordelen zelf of zij dergelijke reclame of informatie in hun wachtzaal wensen te verspreiden. De auteur van deze documenten is verantwoordelijk voor de conformiteit ervan met de wetten en verordeningen. 

3.     De verspreiding van reclame of informatie over de gezondheid of ziektes waarin naar medicamenteuze behandelingen wordt verwezen, die niet conform de reglementering is die erop van toepassing is, kan onderworpen worden aan strafsancties en/of een procedure tot staking of verbod zoals bepaald in artikel 9, paragraaf 2, vierde lid van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen wat betreft reclame, of in artikel 24 paragraaf 2 van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de voorlichting en de reclame inzake geneesmiddelen voor menselijk gebruik wat betreft informatiecampagnes.