Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6352

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 31 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

BTW - Verkoop autovoertuigen - Uitsluiting uit tolerantie

automobiel
BTW
verkoop
belastingaftrek

Chronologie

31/5/2012Verzending vraag
31/5/2012Rappel
3/1/2013Dossier gesloten

Vraag nr. 5-6352 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het antwoord van 2 mei 2012 op mijn schriftelijke vraag nr. 5-5973 van 23 maart 2012. Net als in beslissing nr. E.T. 119.650 dd. 20 oktober 2011, wordt in het antwoord benadrukt dat de administratieve tolerantie is ingegeven door de zorg voor fiscale neutraliteit en voor evenredigheid. Kortom, men beoogt met de tolerantie dubbele BTW-taxatie te vermijden.

Het verbaast mij evenwel dat volgens voormeld antwoord de doorverkoop van autovoertuigen, verworven onder toepassing van de winstmargeregeling of bij een niet-btw-plichtige (onder andere een particulier), van de tolerantie uitgesloten wordt.

Kan de geachte minister mij in dit verband nog enige bijkomende verduidelijking verstrekken:

a) Wat motiveert die uitsluiting en strookt dat met de vooropgestelde principes van fiscale neutraliteit en evenredigheid? Kan de geachte minister dat uitvoerig toelichten? Heeft de uitsluiting enkel een budgettaire reden?

b) Deelt hij mijn mening dat ook de wederverkoop van autovoertuigen aangekocht onder de winstmargeregeling of bij een particulier dubbel belast wordt? Beloopt de dubbele taxatie in dat geval niet de volle 100% en geen 50 %, vermits de BTW op de initiële verwerving van het autovoertuig nooit werd gerecupereerd én de BTW op de bedoelde wederverkoop opnieuw integraal is verschuldigd?

c) Overweegt de geachte minister de tolerantie alsnog ab initio toepasselijk te verklaren op de wederverkoop van de bedoelde autovoertuigen? Eventueel door een passende vermelding in het nog te publiceren addendum dat werd aangekondigd in de beslissing nr. 119.650/2 van 23 december 2011?