Geneesmiddelenverbruik - Opvolging - Monitoring - Rol verpleegkundigen - Competenties - Instrumenten
geneesmiddel
verplegend personeel
ziekenhuis
sociale voorzieningen
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
inspectie van geneesmiddelen
24/5/2012 | Verzending vraag |
16/10/2012 | Antwoord |
Een recente doctoraatsstudie van Tinne Dilles (Universiteit Antwerpen) wijst op het grote belang dat verpleegkundigen zouden kunnen spelen in de opvolging van het geneesmiddelengebruik. Dit gebeurt momenteel veel te weinig, zodat de mogelijke ongewenste effecten en bijwerkingen van medicatie grotendeels aan de aandacht ontsnappen. Daarbij stelde dit onderzoek vast dat (1) de verpleegkundigen dit in meerderheid als belangrijk vinden en accepteren als een onderdeel van hun werkpakket maar (2) dat ze over te weinig competenties ter zake beschikken. Daarvoor werd ondertussen een instrument ontwikkeld, de zogenaamde "trigger tool", dat bij de monitoring van de effecten van medicamenten erg behulpzaam zou zijn. Hoewel dit onderzoek zich toespitste op woonzorgcentra, lijkt een veralgemening van deze conclusies plausibel.
Hierbij de volgende vragen:
1) Beaamt de geachte minister dat zich een probleem stelt bij een nauwkeurige monitoring van het medicatiegebruik van onder andere patiënten in ziekenhuizen?
2) Hoe evalueert en apprecieert zij de conclusies van het desbetreffende doctoraatsonderzoek, waarbij verpleegkundigen als belangrijke actoren voor een adequate monitoring worden bestempeld maar tegelijkertijd dat het hen onder andere aan competenties en instrumenten ontbreekt?
3) Kent de geachte minister het instrument "trigger tool", dat bij dergelijke monitoring erg behulpzaam zou zijn? Beaamt zij het nut van dit instrument? Werd/wordt hieromtrent een beleid voor verspreiding gevoerd?
4) Overweegt de geachte minister andere beleidsmaatregelen in verband met een meer optimale monitoring van het geneesmiddelengebuik bij residentiële opvang?
Binnen mijn diensten worden er verschillende projecten en initiatieven ontwikkeld en gerealiseerd om de kwaliteit van de zorg aan de patiënten continu te verbeteren. Hiervoor beogen we een multidisciplinaire aanpak van de zorg, daar het duidelijk is dat de competenties van de verschillende zorgverstrekkers complementair zijn.
Het hoge aantal ziekenhuisopnames en verlengde verblijven ligt aan de basis van ons beleid, dat bijzondere aandacht aan de kwaliteit en veiligheid van de geneesmiddelentherapie besteedt.
1.
In het koninklijk besluit 4 maart 1991 werd het Medisch-farmaceutisch comité (MFC) binnen het ziekenhuis opgericht. Dit comité kijkt toe op het verbruik en het gebruik van geneesmiddelen binnen de instelling, en stelt zo nodig richtlijnen en protocollen op.
Het geneesmiddelenverbruik in de ziekenhuizen wordt nauwkeurig bijgehouden (financiering, terugbetaling, budget, financiële middelen, rationeel gebruik) en de informatie wordt aan de betrokken instanties (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid) bezorgd.
In het kader van het contract kwaliteit en patiëntveiligheid (meerjarenplan 2007-2012) wordt de ziekenhuizen gevraagd om, met het oog op het melden van incidenten, een patiëntenveiligheidsmanagementsysteem op te zetten. Uit het laatste rapport blijkt dat 28 % van de gemelde incidenten betrekking hebben op het gebruik van geneesmiddelen. De meeste verbeteracties die naar aanleiding van een incident werden opgezet gingen over medicatie (20 %).
In het kader van de Minimale Verpleegkundige Gegevens (beoordeling van de werklast gekoppeld aan financiering van de ziekenhuizen) worden elementen met betrekking tot het toedienen van medicatie (IM, S, ID, IV) verzameld.
De federale overheid heeft tussen 2005 en 2011 het BelRAI-instrument (de Belgische versie van het internationale MDS-RAI-instrument) ontwikkeld dat tevens de medicatieproblematiek dekt.
2.
Sinds 2007 loopt er het nationaal proefproject
“Evaluatie van de impact van de klinische farmacie in het
ziekenhuis”, waarbij de klinische apotheker met het zorgteam
op de verpleegafdelingen samenwerkt om zo de op de patiënt
gerichte farmaceutische zorgverlening te optimaliseren. Hieruit
blijkt dat door deze samenwerkingsverbanden
(artsen-apotheker-verpleegkundige) risico’s op incidenten met
geneesmiddelen worden geïdentificeerd en gereduceerd. Het
blijkt ook dat de complementariteit rond medicatie op prijs wordt
gesteld, dat er meer aandacht is voor de continuïteit van de
geneesmiddelentherapie, dat artsen en verpleegkundigen tevreden zijn
om met een ziekenhuisapotheker samen te werken, en dat de toediening
van geneesmiddelen geoptimaliseerd wordt.
Verschillenden
ziekenhuizen hebben verpleegkundigen opgeleid en ingezet om bij
opname van de patiënt een grondige geneesmiddelenanamnese uit
te voeren. Dus binnen de proefprojecten klinische farmacie worden de
verpleegkundigen aanzien als partners in het medicatiegebeuren.
We
vragen om binnen alle proefprojecten het opname- en ontslagbeleid
uit te rollen. Vanaf 2013 worden de initiatieven rond de klinische
farmacie en de transmurale zorg aangemoedigd en ontwikkeld (zie
verder).
Voor de volgende overeenkomst en het meerjarenplan betreffende de kwaliteit en de patiëntenveiligheid 2013-2017 zal er in het bijzonder aan de ziekenhuizen gevraagd worden om aandacht te hebben voor de medicatieveiligheid.
Op 22 december 2010 werd door de Gemengde werkgroep “Coördinerend en Raadgevend Arts” (CRA) de synthesetekst “Voorstellen en maatregelen voor een betere coördinatie van het zorgbeleid in de rust- en verzorgingstehuizen” goedgekeurd. Deze tekst omvat specifieke taken en opdrachten voor de instellingen en de CRA met betrekking tot de verschillende aspecten van zorgevaluatie en kwaliteitsbevordering voor de ouderen. Het medicatiebeleid werd hierin opgenomen. Deze tekst resulteerde in een advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen in februari laatstleden. Momenteel wordt de mogelijkheid onderzocht om deze aanbevelingen toe te passen.
Op 26 april 2010 heeft de Interministeriële Conferentie (IMC) een aantal aanbevelingen geformuleerd die in het document “Naar een beter medisch-farmaceutisch zorgbeleid in de woon- en zorgcentra: projecten ter ondersteuning van multidisciplinair overleg” zijn overgenomen. Op die basis wordt momenteel door het RIZIV een koninklijk besluit voorbereid om met 20 proefprojecten te starten, in overeenstemming met de opmerkingen die de interkabinettenwerkgroep “Ouderenzorgbeleid” formuleerde.
Ik meen dat de aandacht voor deze problematiek aan de betrokken opleidingsinstanties kan worden meegegeven.
Binnen een multidisciplinair zorgteam zouden we kunnen vragen om de verschillende functies en competenties te benoemen. De directies van de instellingen kunnen dit ontwikkelen en opvolgen.
Het federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG) lanceerde eind 2010 een elektronische tool, beschikbaar via www.gelefiche.be, voor het melden van bijwerkingen van geneesmiddelen door artsen, apothekers en tandartsen, als alternatief voor de “papieren” gele meldingsfiches. In juli 2012 zal deze elektronische tool eveneens toegankelijk worden gemaakt voor verpleegkundigen. Het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG) zal de verpleegkundigen informeren, via de beroepsassociaties, over de terbeschikkingstelling van de tool en hen sensibiliseren over het belang van het melden van bijwerkingen.
3.
Binnen mijn diensten is de trigger tool gekend. Sommige ziekenhuizen passen hem in het kader van de overeenkomsten “Kwaliteit en Patiëntenveiligheid” toe. Een trigger tool is een methode van intern dossieronderzoek waarbij een retrospectieve analyse wordt uitgevoerd om het optreden van zorggerelateerde schade tijdens ziekenhuisopname vast te stellen met het doel de kwaliteit van patiëntenzorg te verbeteren (ontwikkelen van verbetertrajecten).
Een dergelijke multidisciplinaire analyse zal worden gepromoot in het kader van het volgende meerjarenplan (2013-2017). Om de ziekenhuizen te ondersteunen voorziet men de organisatie van specifieke workshops.
4.
Vanuit het FAGG worden er acties ondernomen om incidenten met geneesmiddelen te registreren.
In het kader van de geneesmiddelenbewaking worden meldingen bij het FAGG ingediend (gele fiche).
Meer info vindt men op www.mfc-cmp.be en www.patent-safety.be.