Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6224

van Marleen Temmerman (sp.a) d.d. 8 mei 2012

aan de minister van Justitie

Missies in het kader van de Common Security and Defense Policy - Internationale, supranationale of buitenlandse instellingen - Openbaar ambt - Magistraten - Duurtijd - Vergoeding

magistraat
vergoedingen en onkosten
gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid

Chronologie

8/5/2012Verzending vraag
13/11/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6224 d.d. 8 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

België neemt al jaren deel aan internationale missies in het kader van het Europese veiligheids- en defensiebeleid (de zogenaamde Common Security and Defense Policy-missies, afgekort CSDP) door tijdelijk detacheringen van politiemensen (BIZA) en magistraten (Justitie) naar de Europese Unie. Er zijn mensen actief in onder meer Kosovo, de Democratische Republiek Congo, Afghanistan en de bezette Palestijnse gebieden.

De financiële voorwaarden voor de politiediensten en de magistraten zijn grondig verschillend. De Belgische politiemensen ontvangen naast hun (Belgische) wedde en de onkostenvergoeding van de Europese Unie, van hun departement ook nog een belastingvrije vergoeding voor verwijdering en hardship. De laatste vergoeding wordt toegekend op basis van een koninklijk besluit van 2002 en elke deelnemende politieman, ongeacht zijn graad of functie, heeft er recht op.

Voor de Belgische magistraten die worden uitgezonden, geldt een dergelijke regeling niet. Hoewel ze al lang vragende partij zijn voor een wettelijk kader is dat er nog altijd niet. Het gevolg hiervan is dat Belgische politiemensen ongeveer 3400 euro per maand meer ontvangen dan de magistraten, terwijl beide groepen deel uitmaken van dezelfde missie. Het feit dat de magistraten binnen die missies meestal zwaardere verantwoordelijkheden dragen dan de politiemensen doet daar geen afbreuk aan.

In het verleden hebben diverse ministers van Justitie ad hoc regelingen afgesproken, op individuele basis, met de uitgezonden magistraten om dit grote verschil (groten)deels te compenseren. Dat was het geval voor de ministers Onkelinx, Vandeurzen en De Clerck.

De Adviesraad van de Magistratuur bereidt momenteel een advies voor waarin dit niet objectiveerbaar onderscheid wordt aangekaart.

Ik heb volgende vragen voor de minister:

1) Op welke objectieve gronden baseert ze zich om aan drie magistraten te weigeren wat ze aan veertig politiemensen altijd heeft toegekend ?

2) Is ze bereid om, op korte termijn, een koninklijk besluit op te stellen waardoor ook de Belgische magistraten in een CSDP-missie een extra dagvergoeding krijgen, zoals het geval is voor politiemensen?

3) Is de minister bereid om, in afwachting van een dergelijke wettelijke regeling, ad hoc overeenkomsten aan te gaan met individuele magistraten ?

Antwoord ontvangen op 13 november 2012 :

Ik dank u voor uw vraag die mij de gelegenheid biedt om te verduidelijken welke financiële voorwaarden van toepassing zijn op de deskundigen van mijn departement die deelnemen aan missies in het kader van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid.

Hoewel het departement Justitie in het verleden op een individuele basis kon of moest werken gelet op de dringendheid van bepaalde missies, werd evenwel geen enkele aanvullende vergoeding toegekend ter compensatie van het verschil in salaris dat zou kunnen bestaan in vergelijking met het politiepersoneel.

Dit standpunt is op twee redenen gestoeld :

Ten eerste mag geen enkele vergelijking inzake salaris, statuut of zelfs functie worden gemaakt tussen het personeel van de politie en de magistraten.

Ten tweede is het de opzet van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie om het beginsel 'geen dubbele betaling van dezelfde kosten' strikt na te leven. Volgens dit beginsel worden de kosten van de missie enkel op Belgisch niveau betaald voor zover zij niet worden gedekt door een andere vergoeding op supranationaal of internationaal vlak.

De vergoeding die aan het politiepersoneel wordt toegekend, dekt - zoals u onderstreept - de verwijdering en harship van de missie.

De analyse die gebeurde in het kader van een grootschalig proefproject in mijn departement, heeft evenwel aangetoond dat deze kosten, in de meeste gevallen, al volledig of gedeeltelijk worden opgenomen in de dagvergoeding die door de Europese Unie wordt toegekend.

Aangezien de missies van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) worden gefinancierd door een reserve ingeschreven in de begroting van het departement Buitenlandse Zaken, welke reserve jaarlijks door de ministerraad wordt goedgekeurd, zal u begrijpen dat wij richtsnoeren vastleggen met het oog op een eerlijke en coherente behandeling van de deskundigen die deelnemen aan die missies, met inachtneming van de begroting die ons wordt toebedeeld.

In afwachting van de goedkeuring van een meer uitgewerkt wettelijk kader op basis van de werkzaamheden binnen voornoemd project, gebruikt mijn departement sinds 2009 een coherent financieel systeem voor alle justitie-deskundigen op internationale missie van lange duur, met absolute inachtneming van het beginsel 'geen dubbele betaling', zulks met de volledige voorafgaande instemming van de betrokken deskundigen die zich, ter herinnering, op vrijwillige basis aandienen.

Op grond van die elementen ben ik in staat om de volgende antwoorden te geven op uw drie vragen :

1) Er bestaat geen wettelijke grondslag waardoor aan de magistraten een vergoeding kan worden toegekend die vergelijkbaar is met de vergoeding die krachtens het koninklijk besluit van 11 juli 2002 wordt toegekend aan het personeel van de politiediensten.

2) Het departement Justitie werkt voorstellen uit in het kader van een grootschalig project over het statuut van alle justitie-deskundigen die deelnemen aan internationale missies van lange duur met het oog op harmonisatie en maximale rechtvaardigheid teneinde te voorkomen dat in de toekomst nog ad-hoc regelingen moeten worden toegepast.

3) Mijn departement past sinds 2009 een coherent financieel systeem toe voor alle deskundigen op grond van de naleving van het beginsel 'geen dubbele betaling', zulks in samenspraak met de deskundigen die willen deelnemen aan missies van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid.

Ik ben derhalve van oordeel dat het afsluiten van individuele akkoorden een negatief effect heeft, want dat zou ingaan tegen de geest van de wetsvoorstellen die ik binnenkort wil indienen in het parlement met het oog op de totstandkoming van een coherenter en rechtvaardiger systeem.