Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6219

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Nederland - Drugbeleid - Evaluatie - Cannabis - "Wietpas" - Legalisering teelt - Beleid

Nederland
verdovend middel
verkoopvergunning
handel in verdovende middelen

Chronologie

8/5/2012Verzending vraag
26/11/2012Rappel
20/3/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6220

Vraag nr. 5-6219 d.d. 8 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Nederlandse beleid met betrekking tot cannabis (wiet) wijkt in grote mate af van het Belgische. Dit uit zich onder andere door het bestaan van coffeeshops waar men op legale wijze diverse vormen van wiet kan aankopen. De huidige Nederlandse regering heeft onlangs in de grensstreken de "wietpas" ingevoerd, waarbij enkel inwoners van Nederland door middel van een pas deze substanties kunnen aankopen. Het is trouwens opvallend dat men in Nederland wel wiet legaal kan aankopen, maar dat de kweek ervan wordt verboden.

Tijdens een Nederlandse parlementaire hoorzitting hieromtrent, verwezen experts van diverse komaf de beleidsvoorstellen naar de prullenmand. Deze experts pleiten onomwonden voor experimenten met een legale kweek van wiet, dit om onder andere de kwaliteit ervan de bewaken, de vanzelfsprekende link van de kweek aan criminaliteit te neutraliseren en wellicht ook om de hypocrisie in de geldende Nederlandse wetgeving op te heffen. Ook andere landen van de Europese Unie experimenteren met legale kweek, onder meer in Spanje en in Tsjechië.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe evalueert de minister het Nederlandse beleid inzake cannabis (wiet) en hoe koppelt zij dat aan de wijze waarop België hieromtrent beleid voert?

2) Pleegde zij over de nieuwe ontwikkelingen (wietpas) in het cannabisbeleid overleg met haar Nederlandse collega? Vormt dit onderwerp een belangrijk item op de EU-bijeenkomsten?

3) Wat zijn de gevolgen voor België met betrekking tot de beslissing van de Nederlandse Regering om een "wietpas" in te voeren langs te grensstreek? Heeft dit gevolgen voor de Belgische illegale markt in deze goederen en verwacht de minister daarbij extra overlast? Heeft zij maatregelen genomen om deze overlast op te vangen? Zo ja, welke?

4) Hoe evalueert zij de visie van steeds meer nationale en internationale experts om het beleid inzake cannabis meer te richten op (1) kwaliteitsbewaking en (2) het loskoppelen van de criminaliteit door onder andere de teelt en het gebruik te legaliseren?

Antwoord ontvangen op 20 maart 2013 :

Ik verwijs u vooreerst naar mijn antwoord, tijdens de plenaire zitting van de Senaat op 3 mei 2012, op de mondelinge vraag nr. 5-533 van mevrouw Christine Defraigne (handelingen 5-58).

Het overleg met de Nederlandse overheden op de verschillende niveaus voortgezet. Ook de betrokken politiediensten blijven in nauw contact staan, zowel op het nationale niveau als via de specifieke samenwerkingsstructuren in de grensgebieden.

Ook mijn kabinet heeft op geregelde tijdstippen overleg met de Nederlandse collega’s inzake deze materie.

De federale politie had een aantal hypotheses voor België uitgewerkt en deze gecommuniceerd binnen de geïntegreerde politie. Ik heb deze ook toegelicht op 15 mei 2012 tijdens mijn bezoek aan de Belgisch-Nederlandse grensstreek. De maatregelen waren op Belgisch niveau en bij bilaterale samenwerking genomen geweest teneinde deze negatieve weerslag tegen te gaan.

Ik wens me niet uit te spreken over de gevolgen in Nederland, maar voor wat België betreft blijft de weerslag van het Nieuwe Nederlandse beleid dankzij deze maatregelen beperkt. Echter, merken wij bijvoorbeeld een toename van de ontdekking van micro- en mini cannabisplantages in België.

De nieuwe Nederlandse regering heeft beslist de “wietpassen” af te schaffen.

Maar voor ons is het verblijfscriterium het belangrijkst, in die zin dat de toegang tot coffeeshops voorbehouden is tot Nederlandse ingezetenen. De maatregel is sedert 1 mei 2012 al van toepassing in de grensprovincies en zou in 2013 in theorie worden uitgebreid voor het ganse grondgebied.

Maar in het regeerakkoord is voorzien dat de plaatselijke overheden een belangrijke rol spelen in de controle op het verblijfscriterium en het blijkt duidelijk dat vele plaatselijke overheden deze controle niet wensen uit te oefenen. De huidige werkelijkheid is dat de niet-residenten zich nog op de wettelijke Nederlandse markt kunnen bevoorraden, wat de weerslag van het nieuwe Nederlands beleid op ons grondgebied beperkt.

De federale politie, in samenwerking met mijn kabinet en de Nederlandse overheden, is belast de het toezicht op de evolutie van de criminaliteit opdat de nodige maatregelen worden getroffen in geval van negatieve weerslag op het Belgische grondgebied.