Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6204

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 4 mei 2012

aan de minister van Werk

Loopbaanonderbreking - Uitkeringen - Aanvragen - Periode van indiening - Verschil tussen de administratieve praktijk en de reglementering - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen

loopbaanonderbreking

Chronologie

4/5/2012Verzending vraag
11/6/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6204 d.d. 4 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Volgens de reglementering gaat het recht op de uitkering van een onderbrekingsvergoeding in de dag aangeduid op de aanvraag om uitkeringen, wanneer alle nodige documenten, behoorlijk en volledig ingevuld op het werkloosheidsbureau van de woonplaats toekomen binnen de termijn van twee maanden, die ingaat de dag na de dag aangeduid in de aanvraag.

Wanneer de documenten behoorlijk en volledig ingevuld ontvangen worden na die termijn, gaat het recht op uitkeringen slechts in de dag van de ontvangst ervan.Theoretisch moet de aanvraag dus in het werkloosheidsbureau toekomen binnen de termijn van twee maanden.

Op de aanvraagformulieren die ter beschikking zijn op de website van de RVA staat dat de aanvraag naar het werkloosheidskantoor moet worden gestuurd ten laatste binnen de twee maanden die volgen op het begin van de loopbaanonderbreking. Een sociaal verzekerde kan, hoewel hij die instructies heeft nageleefd, zijn aanvraag tot toekenning van een onderbrekingsuitkering te laat indienen en twee maanden uitkeringen verliezen, vanaf de dag van indiening.

Ten gevolge van talrijke klachten worden alle aanvragen die worden gestuurd binnen de twee maanden die volgen op het begin van de loopbaanonderbreking of het ouderschapsverlof, beschouwd als zijnde geldig, ook als ze buiten die termijn zijn toegekomen. Die praktijk zou echter niet overeenstemmen met de bepaling van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen.

Bevestigt u die informatie? Zo ja, zal het koninklijk besluit worden gewijzigd teneinde de administratieve praktijk in overeenstemming te brengen met de reglementering?

Antwoord ontvangen op 11 juni 2012 :

De Koninklijke besluiten met betrekking tot tijdskrediet en loopbaanonderbreking voorzien dat het recht op onderbrekingsuitkeringen ingaat de dag aangeduid op het aanvraagformulier om uitkeringen, wanneer alle nodige documenten behoorlijk en volledig ingevuld op het werkloosheidsbureau toekomen binnen de termijn van twee maanden, die ingaat de dag na de dag aangeduid in het aanvraagformulier.

Het wettelijk criterium is de datum van de ontvangst van het aanvraagformulier op het werkloosheidsbureau.

De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) hanteert, in het voordeel van de werknemer die loopbaanonderbreking aanvraagt, het criterium van de datum van de verzending van het formulier, en is hierbij soepeler dan de wettelijke bepalingen. Zo wordt vermeden dat een vertraging van enkele dagen bij de post zou leiden tot het verlies van rechten.

Dit administratief standpunt wordt door de RVA vermeld op de aanvraagformulieren voor het bekomen van onderbrekingsuitkeringen en op de “infobladen-werknemer loopbaanonderbreking/tijdskrediet” die u de website van RVA kunt terugvinden.

Ik zal vragen aan mijn diensten om de mogelijkheid te onderzoeken en na te gaan of het aanpassen van de huidige regelgeving aan de praktijk van de RVA vereist is voor de rechtszekerheid.