Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6196

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 4 mei 2012

aan de minister van Justitie

Europees Verdrag over Nationaliteit van 1997 - Ondertekening - Ratificering

nationaliteit
Europese Conventie
ondertekening van een overeenkomst
ratificatie van een overeenkomst
dubbele nationaliteit

Chronologie

4/5/2012Verzending vraag
26/11/2012Rappel
24/7/2013Rappel
13/12/2013Herkwalificatie
6/1/2014Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4513

Vraag nr. 5-6196 d.d. 4 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

België heeft, na meer dan 15 jaar, het Europees Verdrag van 1997 inzake nationaliteit nog altijd niet ondertekend. Andere landen, onder meer Nederland, Duitsland en Zweden, deden dat al lang. Nochtans maakt België in zijn interne wetgeving sinds 2007 geen probleem meer van de meervoudige nationaliteit. Sinds 28 april 2008 stapte België uit het Verdrag van Straatsburg dat stelt dat men slecht één nationaliteit mag hebben.

Hierover de volgende vragen:

1) Bestaan er plannen om dit verdrag alsnog te tekenen en te ratificeren? Zo neen, welke zijn de redenen en knelpunten om dat niet te doen? Zo ja, wat is daarbij de stand zaken? Wanneer denkt men het verdrag te ondertekenen en te ratificeren?

2) Hoe verhoudt dit verdrag zich tot de Belgische wetgeving? Zijn ze al in overeenstemming met elkaar of zullen er na de ratificatie wetswijzigingen nodig zijn? Zo ja, welke?

3) Is de minister van mening dat het Europees Verdrag inzake nationaliteit kan dienen als platform om de kwestie van de meervoudige nationaliteit te harmoniseren? Of ziet zij meer heil in andere instrumenten om dit te doen? Zo ja, in welke?

Antwoord ontvangen op 6 januari 2014 :

Het Europees Verdrag inzake de nationaliteit van 11 november 1997 is momenteel ondertekend door 29 landen, waarvan er 20 het hebben bekrachtigd (voor de volledige lijst zie http://conventions.coe.int). België heeft inderdaad dit Verdrag nog niet ondertekend en bekrachtigd. Ik kan op de drie vragen het volgende antwoord geven.

1. Het Regeerakkoord voorziet niet in de ondertekening en de bekrachtiging door ons land van dit Verdrag. De vorige Regeringen hadden immers principieel bezwaar geuit tegen bepaalde regels van dit Verdrag en vermits de huidige Regering de hervorming van de nationaliteitswetgeving overliet aan het Parlement, kon niet worden voorzien in welke mate deze hervorming de beginselen van het Verdrag zou eerbiedigen. Het komt de volgende Regering toe te oordelen of zij een Verdrag kan ondertekenen en ratificeren ten aanzien waarvan zij, naar mijn mening, verschillende verklaringen van voorbehoud zou moeten formuleren om de toepassing te verzekeren van het Wetboek van de Belgische nationaliteit zoals het werd gewijzigd door de wet van 4 december 2012.

2. Het Verdrag laat in artikel 29, § 1, toe om voorbehoud te maken ten aanzien van bepaalde bepalingen van het Verdrag voor zover het in overeenstemming is met de het voorwerp en het doel van het Verdrag. Er kan echter geen voorbehoud worden gemaakt ten aanzien van de fundamentele bepalingen vervat in hoofdstuk I (voorwerp en definities), hoofdstuk II (algemene beginselen inzake de nationaliteit) en hoofdstuk VI (statenopvolging).

Onder meer de volgende bepalingen van het Verdrag stellen problemen ten aanzien van de huidige Belgische nationaliteitswetgeving:

3. Dit Verdrag formuleert inzake het nationaliteitsrecht een aantal basisbeginselen. Het probleem van de meervoudige nationaliteit is één aspect daarvan. Hoofdstuk V (artikelen 14 tot 17) van het Verdrag bevat een aantal principes inzake het ontstaan van de meervoudige nationaliteit en de daaraan verbonden rechten en plichten en inzake het behoud van de vroegere nationaliteit. Het Verdrag stelt zich in beginsel neutraal op ten aanzien van het verschijnsel van de meervoudige nationaliteit maar formuleert in artikel 14 twee aanvullende regels: kinderen die door geboorte meerdere nationaliteiten hebben verworven, mogen niet worden gedwongen te kiezen tussen deze nationaliteiten, en hetzelfde geldt voor personen die door huwelijk automatisch bipatride zijn geworden. De Belgische wetgeving voldoet aan deze bepalingen van het Verdrag.

Naar mijn mening is de harmonisatie tussen de Europese Staten op het vlak van het aanvaarden van de meervoudige nationaliteit er gekomen doordat die Staten hebben besloten hoofdstuk I van het Verdrag van de Raad van Europa van 6 mei 1963 betreffende de beperking van de gevallen van meervoudige nationaliteit en betreffende de militaire verplichtingen in geval van meervoudige nationaliteit op te zeggen.