Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6119

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 april 2012

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Exoten-schildpadden - Hinder - Bestrijding

bescherming van de fauna
reptiel
invasieve soort

Chronologie

24/4/2012Verzending vraag
29/5/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6119 d.d. 24 april 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Natuurdeskundigen stellen vast dat onze vijvers en grachten langzaam maar zeker worden overspoeld door exoten-schildpadden. De oorspronkelijk uit de (sub)tropen afkomstige reptielen, worden frequent verkocht als interessante terrariumdiertjes. Maar de kopers zijn niet voorbereid op de groei van deze dieren, die tot zestig centimeter kunnen ontwikkelen. Daarom worden deze hobbydiertjes stiekem in de natuur uitgezet, waar ze blijkbaar ook in ons klimaat goed gedijen. Dit heeft onder andere te maken met een overvloed aan voeding (vissen, kikkers, kleine vogels...) en het ontbreken van natuurlijke vijanden. Voorlopig slagen ze er niet in om zich voort te planten, maar ze bereiken wel een leeftijd van twintig tot dertig jaar. Daarbij kunnen ze ook gevaarlijk zijn voor mensen, want met hun scherpe kaken kunnen ze gemakkelijk een vinger afbijten. Hoewel de import van de zogenaamde roodwangschildpadden sinds 1997 werd verboden, omzeilen kwekers deze regels door kruisbevruchtingen. Het ontstaan van nieuwe kruisingen ontsnapt aan deze importregels.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe ernstig schat de geachte staatssecretaris het probleem van de exoten-schildpadden, momenteel verspreid in België, in? Bestaan er ramingen van het aantal? Beaamt hij de gevaren, onder andere bedreiging van kikkers, padden, visbestanden enz. hieraan verbonden?

2) Vraagt dit fenomeen een georganiseerde bestrijding, zowel tegen de in het wild levende exoten-schildpadden als met betrekking tot de kweek en verkoop van deze dieren?

3) Over welke middelen en instrumenten beschikt de staatssecretaris om, indien noodzakelijk, slagkrachtig op te treden?

Antwoord ontvangen op 29 mei 2012 :

De problematiek van de invasieve uitheemse soorten wordt op wereldvlak, na de vernietiging van de habitats, als de tweede belangrijkste oorzaak van het verdwijnen van de biodiversiteit beschouwd. Het spreekt voor zich dat het gaat om een probleem dat onmiddellijk moet worden aangepakt. Over het algemeen is men van mening dat een geïntegreerd beleid betreffende de invasieve uitheemse soorten vier fasen omvat: preventie aan de bron en bij de aanvoer (controle aan de grenzen en in quarantaine plaatsen), de vroegtijdige opsporing en een snelle reactie, de verzachting van de impact (uitroeiiing, afzondering, bestrijding) en het herstellen van de oorspronkelijke biologische diversiteit.

Teneinde op federaal vlak preventief te kunnen optreden, is er een wetsvoorstel in november 2011 bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers ingediend teneinde de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud te wijzigen. Bedoeling is een coherent wettelijk kader in te voeren teneinde de federale bevoegdheid op het vlak van import, export en transit van de uitheemse planten- en dierensoorten, waaronder de invasieve uitheemse soorten, te kunnen uitoefenen. Op deze basis zullen er uitvoeringsmaatregelen kunnen worden genomen om de import, de export en de transit van invasieve uitheemse soorten te verbieden, waarbij de evaluatie van de risico’s het schadelijke karakter voor de Belgische biodiversiteit aantoont. Er wordt momenteel een ontwerp van koninklijk besluit (KB) voorbereid dat de internationale handel van twintig soorten (tien planten en tien dieren) beoogt te beperken die nog niet of weinig voorkomen in België, maar waarvan het potentiële schadelijke karakter voor de biodiversiteit aangetoond is.

De roodwangschildpad (Trachemys scripta elegans) wordt effectief vermeld in EU-Verordening nr. 338/97 van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantesoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (CITES-reglementering), aangezien er is bepaald dat de verspreiding in het natuurlijk leefmilieu van de Europese Unie een ecologische bedreiging voor de Europese inheemse fauna en flora vormt. De verspreiding van de roodwangschildpad in de Europese Unie is inderdaad verboden. De subsoorten van de Trachemys scripta kunnen evenwel nog worden ingevoerd. Wat de CITES-reglementering betreft, verwijs ik het Geachte Lid door naar mijn collega mevrouw Onkelinx die voor dit dossier verantwoordelijk is.

Er dient evenwel te worden opgemerkt dat er momenteel een juridisch instrument in Europa wordt voorbereid om de invasieve uitheemse soorten te bestrijden. Dit voorstel wordt verwacht tegen het tweede semester 2012.

De eigenlijke bestrijding van de reeds in België gevestigde invasieve uitheemse soorten (opsporing, verzachting en herstel) alsook de commercialisatie en het houden van deze soorten vallen onder de bevoegdheid “natuurbehoud” die een bevoegdheid van de gewesten is. Ik verwijs dus het geachte lid door naar de maatregelen die op dit bevoegdheidsniveau terzake genomen zijn.