Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6040

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 5 april 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee

Algemene Directie Mededinging - Controle mededingingspraktijken - Werking - Suggesties

Dienst voor de Mededinging
ministerie

Chronologie

5/4/2012Verzending vraag
8/5/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6040 d.d. 5 april 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de opvolgingsaudit van het Rekenhof met de titel "Naar een doeltreffende controle op de restrictieve mededingingspraktijken", goedgekeurd op 7 december 2011, wijst de Algemene Directie Mededinging op een aantal problemen die haar werking bemoeilijken. Tegelijk suggereert ze enkele mogelijke verbeteringen.

De Algemene Directie Mededinging is van oordeel dat de administratie zich meer in horizontale zin moet ontwikkelen en moet steunen op een beperkt aantal hooggekwalificeerde personen die zich autonoom moeten organiseren. De leidend ambtenaren (die vooral functioneel leidinggevend zijn) zouden volgens de Directie doelstellingen en termijnen moeten definiëren op basis van de resultaten die ze kunnen verwachten. De directie benadrukt dat een soepele hiërarchische structuur moet worden gehandhaafd om de attachés te omkaderen en ze vraagt dat hun taken gediversifieerd zouden blijven.

De Algemene Directie Mededinging benadrukt ook hoe moeilijk het is om de eisen die samenhangen met haar opdrachten te verzoenen met de regels van het statuut van het openbaar ambt.

1) Deelt de minister die visie van de Directie, in het bijzonder over een ontwikkeling in horizontale zin van de administratie, over de autonomie van de organisatie en over de "soepele" hiërarchische structuur?

2) Welke problemen doen zich bij de Directie voor inzake de eisen die door haar opdrachten worden gesteld, en het statuut van het openbaar ambt?

3) Welke maatregelen werden reeds genomen om die problemen op te lossen?

Antwoord ontvangen op 8 mei 2012 :

Voor het antwoord, zie het antwoord op vraag 5-5507 van mevrouw Van Dermeersch.