Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6016

van Louis Ide (N-VA) d.d. 30 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De aflevering van medicijnen uit een ziekenhuisapotheek in een buitenlands ziekenhuis

dokter
internationaal vrijwilliger
humanitaire hulp
ziekenhuis
apotheek
geneesmiddel
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
niet-gouvernementele organisatie

Chronologie

30/3/2012Verzending vraag
23/4/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2104

Vraag nr. 5-6016 d.d. 30 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Er zijn heel wat ziekenhuizen en nogal wat artsen die zich ook sociaal engageren. Organisaties zoals 'Artsen zonder Vakantie' maken het mogelijk dat artsen, werkzaam in een ziekenhuis, zich ook tijdens hun vakanties kunnen inzetten voor de medemens, ook al leeft die op een ander continent. Niet zelden ondersteunen de ziekenhuisdirecties dergelijke projecten. Ik kan dit alleen maar toejuichen.

Soms ondersteunt een ziekenhuisdirectie dergelijke missies ook door logistiek en financieel bij te springen, wat alleen maar toe te juichen valt. In concreto willen sommige ziekenhuizen ook medicijnen meegeven op missie naar dergelijke landen. Het is goed dat ziekenhuizen dat doen, aangezien er dan ook een zekere garantie op kwaliteit is en het niet gaat om het zomaar dumpen van vervallen medicijnen op andere continenten.

Sommige missies betreffen specifieke projecten. Klassiek gaan bijvoorbeeld oftalmologen naar een bepaalde plaats om honderden cataractpatiënten te opereren, die zich tijdens een periode van enkele maanden lieten registreren. Op die manier kan deze niet levensbedreigende doch zwaar beperkende aandoening gedurende de beperkte tijd dat de oftalmologen ter plekke zijn, actief behandeld worden. Er zijn ook tal van andere aandoeningen zoals polio, problemen met een gespleten gehemelte, enzovoort die op dergelijke wijze verholpen kunnen worden. Om dit logistiek gemakkelijker te maken, wensen ziekenhuizen vaak hun geneesmiddelen via de ziekenhuisapotheek ter beschikking te stellen. Stricto sensu is er geen probleem: de arts schrijft ze voor en de ziekenhuisapotheek levert af aan een ander ziekenhuis, met de arts als tussenpersoon (transport). In die zin wordt daarvoor ook betaald door het ziekenhuis. Doch daarover bestaat blijkbaar wat onduidelijkheid. Vandaar deze concrete vraag aan de minister.

Gaat de minister ermee akkoord dat een ziekenhuisapotheek medicijnen kan afleveren onder voorschrift en onder hoede van een arts om ze te gebruiken in een ziekenhuis buiten de Europese Unie enerzijds, en binnen de Europese Unie anderzijds?

Antwoord ontvangen op 23 april 2012 :

Overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 oktober 1978 houdende regelen betreffende de officina’s en de geneesmiddelendepots in de verzorgingsinrichtingen staan de ziekenhuisapotheek en het geneesmiddelendepot niet open voor het publiek.

De geneesmiddelen mogen door de ziekenhuisapotheker uitsluitend worden afgeleverd voor de behoeften van de personen die opgenomen zijn in de verzorgingsinrichting met het oog op een behandeling of een onderzoek en voor zover de geneesmiddelen met dit doel volledig worden verbruikt in de inrichting.

Uit het bovenvermelde volgt dat het de ziekenhuisapothekers niet toegelaten is af te leveren aan begeleiders, al dan niet artsen, van buitenlandse missies binnen of buiten de Europese unie.

Ook voor wat betreft het aanvullen van de persoonlijke urgentietrousse van de arts geldt dezelfde redenering. Hiervoor dient de voorschrijver zich te wenden tot een apotheker in een officina opengesteld voor het publiek.

Deze overigens zeer lovenswaardige humanitaire missies, vragen dus een voorbereiding op reglementair vlak, waartoe ondermeer het aanvragen van de nodige vergunningen voor de uitvoer van geneesmiddelen behoort.

Naar aanleiding van uw vraag heb ik aan het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG) gevraagd om een overleg te organiseren met de betrokken verenigingen om na te gaan of het huidige reglementaire kader in de praktijk voor problemen zorgt en hoe daar, desgevallend, een oplossing voor gezocht kan worden.