Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5985

van Louis Ide (N-VA) d.d. 29 maart 2012

aan de minister van Justitie

Internering - Gedetineerden - Commissies tot Bescherming van de Maatschappij - Cijfergegevens - Registratie

opname in psychiatrische kliniek
sociaal verweer
officiële statistiek

Chronologie

29/3/2012Verzending vraag
22/8/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5985 d.d. 29 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een geïnterneerde is volgens justitie ziek en dient ook zo behandeld te worden. Tot op heden is de situatie van de geïnterneerden in België eerder schrijnend.

Mijn aandacht omtrent dit onderwerp blijkt al uit eerder gestelde vragen om uitleg 4-1312, 4-1467 en schriftelijke vraag 5-4215. Ik vestigde uw aandacht er toen op dat een bepaalde Commissie tot Bescherming van de Maatschappij (CBM) in haar beoordeling van de geïnterneerde de behandelende huisarts diende te betrekken en meer rekening diende te houden met zijn kennis van de patiënt/geïnterneerde. CBM's werken onafhankelijk van elkaar en dit zorgt voor een verschillende behandeling/beoordeling van de geïnterneerden die van het bewuste CBM afhangen.

Uit cijfers van het directoraat-generaal blijkt dat in 2010 gemiddeld 1 100 geïnterneerden in onze gevangenissen verbleven of zowat 10 % van het totaal aantal gedetineerden. Het hoofddoel van een verblijf in de gevangenis of van een internering is de geesteszieke voor te bereiden op een mogelijke reïntegratie in de maatschappij. De CBM's hebben voor de geïnterneerden een bijzonder belangrijke rol, daar zij beslissen over deze reïntegratie in de maatschappij. Dit moet dan ook uiteraard gepaard gaan met de nodige medische expertise en behandeling.

In Vlaanderen hebben we CBM's in Gent, Leuven, Brussel en Antwerpen. In het Franstalige landsgedeelte zijn er ook.

Op mijn laatste vraag (schriftelijke vraag 5-4215), die peilde naar cijfergegevens inzake het aantal geïnterneerden, reïntegraties in de maatschappij, aanvragen tot invrijheidstelling en goedkeuringen hiertoe, antwoordde de minister dat zij zelf niet over deze cijfers beschikte en dat ze mij deze evenmin kon meedelen op basis van de bevraging bij de Commissies tot Bescherming van de Maatschappij , aangezien deze commissies onderling niet op uniforme wijze registreren.

1) Kan de geachte minister de Commissies tot Bescherming van de Maatschappij niet aanmoedigen om vanaf heden op uniforme wijze te registreren?

2) Kan de geachte minister mij intussen de niet-uniforme gegevens bezorgen van elke CBM, met een duiding van de gegevens per CBM? Graag had ik dan via de verschillende CBM's een antwoord gehad op de volgende vragen:

a) Hoeveel geïnterneerden hebben de verschillende CBM's in België "onder zich"? Graag de cijfers voor de jaren 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011.

b) Hoeveel geïnterneerden werden per CBM gereïntegreerd in de maatschappij voor de jaren 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011?

c) Hoeveel aanvragen tot invrijheidstelling werden door de verschillende CBM's geweigerd? Hoeveel aanvragen per CBM hiervan gaan naar de Hoge Commissie?

d) Hoeveel aanvragen werden alsnog goedgekeurd door de Hoge Commissie? Kan de geachte minister deze cijfers geven voor de jaren 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011?

Antwoord ontvangen op 22 augustus 2012 :

De commissies tot bescherming van de maatschappij zijn onafhankelijke beslissingsinstanties.

Zij zijn niet verplicht om cijfergegevens te registreren. Zelfs indien de commissies tot bescherming van de maatschappij statistieken bijhouden, doen zij dit zeker niet aan de hand van een uniform registratiemodel.   

Ik heb een rondvraag gedaan bij de voorzitters van de verschillende commissies teneinde de gevraagde cijfergegevens te verkrijgen. Zodra ik deze ontvangen heb en voorzover de ontvangen gegevens toelaten uw vraag te beantwoorden, kom ik terug op uw vraag.