Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5973

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 23 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Financiėn en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

BTW - Autovoertuigen - Verkoop - - Tolerantie - BTW-Wetboek

automobiel
verkoop
BTW
belastingaftrek

Chronologie

23/3/2012Verzending vraag
2/5/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5973 d.d. 23 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Beslissing nr. E.T. 119.650 dd. 20 oktober 2011 voert in randnummer 5.3 een tolerantie in waarbij, in het geval van (door)verkoop van een autovoertuig, de maatstaf van btw-heffing beperkt wordt tot de helft van de gevraagde prijs indien bij aankoop van het autovoertuig ook slechts maximaal de helft van de aangerekende btw werd gerecupereerd, zonder dat hierbij moet worden nagegaan of deze aftrekbeperking het resultaat was van artikel 45, §2 dan wel van artikel 45, §1quinquies van het btw-wetboek.

De genoemde beslissing stelt overigens dat dit "in elke veronderstelling" zo is en verwijst tevens naar de principes van fiscale neutraliteit en evenredigheid.

Ik had hieromtrent dan ook graag volgende schriftelijke vragen voorgelegd aan de bevoegde minister:

1) Kan de minister mij - voor alle duidelijkheid en teneinde alle misverstanden te voorkomen - bevestigen dat deze tolerantie geldt voor elke verkoop vanaf 1 januari 2012, en dit ongeacht het tijdstip waarop de belastingplichtige het autovoertuig verworven heeft? Kan hij dit gedetailleerd toelichten?

2) Indien de minister mij deze bevestiging niet kan bieden, hoe verklaart hij dergelijke verschillende behandeling dan in het licht van de ingeroepen principes van fiscale neutraliteit en evenredigheid? Kan hij dit desgevallend uitvoerig toelichten?

3) Indien een belastingplichtige een autovoertuig aankoopt waarop deze tolerantie toepasselijk is, hoe wordt dan zijn recht op aftrek bepaald:

(a) Indien deze koper een normale belastingplichtige is met volledig aftrekrecht van btw?

(b) Indien deze koper een belastingplichtige wederverkoper is? Wat is in dit geval de maatstaf van heffing bij de wederverkoop?

Antwoord ontvangen op 2 mei 2012 :

Artikel 45, § 1quinquies, van het BTW-Wetboek, dat op 1 januari 2011 in werking is getreden, bepaalt dat de belastingplichtige de BTW geheven van de uit hun aard onroerende goederen, de andere bedrijfsmiddelen en de diensten die op grond van artikel 48, § 2, van het Wetboek aan de herziening zijn onderworpen niet in aftrek kan brengen in de mate dat ze worden gebruikt voor zijn privédoeleinden, of die van zijn personeel, of meer algemeen, voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit.

Aangezien de nieuwe bepaling, in algemene zin, een juistere aftrek beoogt en rekening houdend met de principes van fiscale neutraliteit en evenredigheid, aanvaardt de administratie dat de btw bij (door)verkoop van een autovoertuig als bedoeld in artikel 45, § 2, van het Wetboek, in elke veronderstelling slechts geheven wordt over de helft van het gevraagde bedrag, zonder dat moet worden nagegaan of de aftrek oorspronkelijk werd beperkt op basis van artikel 45, § 1quinquies, of artikel 45, § 2, van het Wetboek (administratieve toegeving bedoeld in punt 5.3 van de beslissing nr. E.T. 119.650 van 20 oktober 2011).

Vooruitlopend op de publicatie van het addendum, dat werd aangekondigd in de beslissing nr. E.T. 119.650/2 van 23 december 2011, wordt hierna de draagwijdte van deze administratieve toegeving verduidelijkt.

De toegeving beoogd in punt 5.3., voormeld, is van toepassing op autovoertuigen bestemd voor het vervoer van personen en/of goederen over de weg, bedoeld in artikel 45, § 2, eerste lid, van het Wetboek, ongeacht het tijdstip waarop dat voertuig werd aangekocht door de belastingplichtige.

Opdat een belastingplichtige zich kan beroepen op die toegeving is het noodzakelijk dat:

a) artikel 45, § 1quinquies, van het Wetboek door de belastingplichtige wordt toegepast ten aanzien van alle roerende en onroerende bedrijfsmiddelen en diensten die op grond van artikel 48, § 2, van het Wetboek aan de herziening zijn onderworpen.

Ik herinner het geachte lid er volledigheidshalve aan dat er beslist werd de toepassing van artikel 45, § 1quinquies, van het Wetboek niet te eisen ten aanzien van sommige bedrijfsmiddelen, inzonderheid de autovoertuigen, waarvoor het belastbaar feit zich heeft voorgedaan vóór 1 januari 2012. De regels die van toepassing waren tot 31 december 2010 mogen door de belastingplichtige met andere woorden verder worden toegepast tot 31 december 2011 (zie beslissing nr. E.T. 119.650/2 van 23 december 2011).

b) de belastingplichtige een recht op aftrek heeft genoten van btw die opeisbaar is ge¬worden bij de aankoop van het autovoertuig dat hij vervreemdt.

Deze voorwaarde sluit uit die toegeving bijgevolg de autovoertuigen uit die werden aangekocht zonder toepassing van de btw of waarvoor geen recht op aftrek kon worden uitgeoefend (bijvoorbeeld: aankoop bij een particulier, aankoop met toepassing van de bijzondere regeling bedoeld in artikel 58, § 4, van het Wetboek).

Ter verduidelijking wordt nog opgemerkt dat, aangezien het een toegeving betreft, het toepassen van het principe uiteengezet in voormeld punt 5.3. uiteraard facultatief is.

Wat de regels inzake het uitoefenen van het recht op aftrek in hoofde van de koper betreft blijft het al dan niet toepassen van de administratieve toegeving door de verkoper van het autovoertuig overigens zonder gevolg.

Het recht op aftrek van de BTW geheven bij de levering van een autovoertuig bestemd voor het vervoer van personen en/of goederen over de weg dient in hoofde van een gewone belastingplichtige bijgevolg in elke veronderstelling beperkt te worden krachtens artikel 45, § 1quinquies, en § 2, van het Wetboek.

Indien de koper van een dergelijk autovoertuig een belastingplichtige wederverkoper is als bedoeld in artikel 58, § 4, van het Wetboek kan het voertuig dat hem met toepassing van btw werd geleverd door een belastingplichtige niet worden doorverkocht met toepassing van die bijzondere regeling. In dat geval kan de btw geheven van de aankoop van het voertuig dat hij bestemt voor wederverkoop vanzelfsprekend in aftrek worden gebracht (toepassing van artikel 45, § 2, tweede lid, h), van het Wetboek).