Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5940

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Hoge Gezondheidsraad - Samenstelling - Farmaceutische industrie - Belangenverstrengeling - Screening - Vereisten

Hoge Gezondheidsraad
psychiatrie
belangenconflict
farmaceutische industrie
dokter

Chronologie

20/3/2012Verzending vraag
9/10/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5940 d.d. 20 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens een studie uitgevoerd door onderzoekers aan Harvard en gepubliceerd in het vakblad PLoS Medicine wordt de belangenverstrengeling tussen psychiaters en de farma-industrie steeds groter. Van alle deskundigen die in het panel zitten om de zogenaamde vijfde editie van het boek Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5, het handboek waar alle psychologen en psychiaters hun diagnoses op baseren) op te stellen, heeft 69 procent banden met de farmaceutische industrie. Bij het opstellen van de vierde editie van hetzelfde handboek (DSM-4) was dit nog 57 procent.

De geachte minister begrijpt allicht het gevaar van deze verstrengeling. Zo kan men bijvoorbeeld proberen de drempel van ziektebeelden te verlagen. Een ruime beschrijving van een diagnose, daar heeft de farmasector immers alle baat bij. Niet toevallig kent de nieuwe versie van de DSM er een heleboel nieuwe stoornissen bij. Zelf rouw, wordt in deze versie behandeld als een stoornis die behandeld kan worden met pillen.

Ook in ons land worden heel wat faculteiten, leerstoelen en studies gesponsord door de farmaceutische industrie. Men kan dus gerust stellen dat er ook in ons land heel wat belangenvermenging bestaat. Dat brengt mij bij de samenstelling van de Hoge Gezondheidsraad (HGR). De HGR is in België het wetenschappelijk adviesorgaan van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid. Het doet beroep op de expertise van meer dan 500 experts, waarvan 200 genomineerden.

Ik wil hier zeker geen heksenjacht openen op alle deskundigen die banden hebben met de farma-industrie. Het is niet omdat men geld ontvangt van de industrie voor onderzoek dat men daardoor volledig gecompromitteerd is. Het is allicht ook onmogelijk om deze raden samen te stellen met volledig onafhankelijke experts. Ik vind het daarentegen wel zeer belangrijk dat de banden kenbaar gemaakt worden.

Hierover de volgende vragen:

1) Erkent de geachte minister dat er heel wat banden bestaan tussen medisch deskundigen en de farma-industrie? Worden de deskundigen waarop de Hoge Gezondheidsraad beroep doet gescreend op hun banden met de farma-industrie? Zo ja, op welke wijze gebeurt dit? Wordt hen gevraagd dit zelf te declareren? Hoe worden deze banden gedefinieerd? Is de geachte minister van mening dat de huidige voorzorgsmaatregelen voldoende zijn om een onafhankelijke en betrouwbare adviesverstrekking te verzekeren?

2) Bestaan er verschillen inzake de vereisten van onafhankelijkheid naargelang men gewoon expert, genomineerd expert, lid van het college of lid van het bureau is? Zo ja, wat zijn deze? Zo neen, acht de geachte minister het niet noodzakelijk dat men de vereisten inzake onafhankelijkheid strenger maakt naarmate de invloed die men kan uitoefenen?

3) Kan zij zoals bovenvermelde studie cijfers vrijgeven en een percentage plakken op het aantal deskundigen met banden met de farma-industrie? Acht zij het nuttig om dit te onderzoeken?

4) Bestaan er onverenigbaarheden tussen het verlenen van advies over bepaalde onderwerpen en de persoonlijke werksituatie of het hebben van connecties met bepaalde bedrijven? Zo ja, wat zijn deze? Zo neen, acht de geachte minister het niet wenselijk om dit eens ten gronde te onderzoeken?

5) Indien de deskundigen niet worden gescreend, acht zij dit dan niet noodzakelijk voor een transparante werking van de Hoge Gezondheidsraad? Is dit dan geen belangrijke element om een zekere onafhankelijkheid van de adviezen te verzekeren? Kortom, is dit gezien wat er op het spel staat, namelijk een immer sluipende en overdreven medicalisering van onze samenleving, geen absolute noodzaak? Met welke argumenten verdedigt de geachte minister deze niet-registratie? Is zij bereid om dit in de toekomst alsnog in te voeren?

6) Bestaan er binnen Volksgezondheid nog andere adviesorganen en werkgroepen waar beroep gedaan wordt op experten en in het bijzonder op het gebied van geestelijke gezondheidszorg? Over welke gaat het hier en worden de leden ervan gescreend op hun banden met de farma-industrie?

Antwoord ontvangen op 9 oktober 2012 :

1. Het netwerk van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) omvat meer dan 500 deskundigen, onder wie onderzoekers, beroepsbeoefenaars, clinici en andere gezondheid- en/of milieuwerkers, die wegens hun kennis en ervaring geselecteerd zijn. Het gebeurt dat sommige deskundigen door de privésector gevraagd worden om als consultant, onderzoeker voor klinische proeven of als spreker op te treden. De onderzoeksinstellingen zijn in het kader van allerlei samenwerkingsverbanden soms ook bij de ontwikkeling van industriële toepassingen betrokken.

Die activiteiten smeden soms banden die tot risico’s van belangenconflicten kunnen leiden, wanneer de aard en belangrijkheid van de band enerzijds beslissingen kunnen beïnvloeden en anderzijds de onpartijdigheid van een deskundige in twijfel kunnen trekken.

Elke deskundige, benoemd of niet, wordt verzocht een algemene belangenverklaring in te vullen.   

Voorts moeten de deskundigen van de werkgroep voor elk dossier een ad-hocverklaring invullen om de banden specifiek voor dat dossier aan te geven. Eenmaal een adviesdossier start, worden de algemene en de ad-hocverklaringen door een onafhankelijk comité, het “Referentiecomité”, beoordeeld. Zijn advies gaat naar het Bureau van de Raad, dat de voorzitter van het Comité verzoekt om bij een mogelijk belangenconflict contact op te nemen met de voorzitter van het dossier.

Een advies wordt overigens niet door één persoon maar door een multidisciplinaire deskundigengroep opgesteld, waardoor een eventuele vooringenomenheid minder kans krijgt.

Daarnaast steunt het advies in de eerste plaats op wetenschappelijke bewijzen. Elk advies wordt geargumenteerd en gedocumenteerd.

Sommige adviezen die binnen een beperkte werkgroep worden opgesteld, worden door een grotere deskundigengroep van de Raad nagezien.

Tot slot wordt het door de werkgroep opgestelde en goedgekeurde advies door het College van deskundigen van de Raad gevalideerd. Het gaat om een multidisciplinair panel van deskundigen die niet aan het advies hebben deelgenomen.

Bovendien, zelfs als sommige adviezen mogelijk verband houden met de geneesmiddelensector, dan nog is de HGR niet betrokken bij het in de handel brengen van geneesmiddelen of de prijszetting of de terugbetaling ervan.

2. Elke deskundige, benoemd of niet, lid van het College of lid van het Bureau en zelfs de ambtenaren die als deskundigen in de werkgroepen zetelen, moet een belangenverklaring invullen. Iedereen wordt beoordeeld.

3. Gezien het grote aantal belangenverklaringen waarover de Raad beschikt, is het moeilijk om het aantal deskundigen dat banden met de farmaceutische nijverheid heeft procentueel nauwkeurig uit te drukken.

4. Er bestaat een belangenconflict wanneer een persoon verbonden met de adviesverlening van de HGR de besluiten van een advies zou kunnen beïnvloeden om er een rechtstreeks of onrechtstreeks financieel of ander (zoals het verwerven van een zekere invloed) voordeel uit te halen.

In de regel neemt een deskundige met een belangenconflict niet deel aan de uitwerking, de besprekingen, de goedkeuring. In uitzonderlijke gevallen mag hij enkel gehoord worden, maar niet deelnemen aan de besluitvorming.

5. Ik ben het er volledig mee eens dat het noodzakelijk is om de belangen te beoordelen van de deskundigen die de adviezen opstellen waarop de politieke besluitvorming op het vlak van volksgezondheid steunt. De transparantie over de belangen van de deskundigen en de werking van de Raad zijn een zorg voor de HGR, en dat is ook mijn zorg.

6. De Hoge Gezondheidsraad heeft een afdeling die adviezen opstelt op het vlak van geestelijke gezondheid. De belangen van de deskundigen worden beoordeeld naargelang de betrokken domeinen. Het spreekt voor zich dat bijvoorbeeld voor de vaccinatiedossiers, in het bijzonder de banden met de farmaceutische nijverheid in overweging worden genomen. Voor geestelijke gezondheid worden de banden met de betrokken firma’s beoordeeld. (farmaceutische, enz.)

Naast de Raad telt het DG1 - het Directoraat-generaal Gezondheidszorgvoorzieningen - meerdere commissies met deskundigen die in de geestelijke gezondheidzorg actief zijn.