Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5939

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Psychofarmaca - Wetenschappelijk platform - Samenstelling

psychiatrie
farmaceutische industrie
geneesmiddel
belangenconflict
psychotropicum
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten

Chronologie

20/3/2012Verzending vraag
28/9/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5939 d.d. 20 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een antwoord op vraag om uitleg 5-1783 over het gebruik van Rilatine verklaarde de geachte minister dat ze een wetenschappelijk platform zal opzetten, naar analogie met het platform voor de antibiotica (BAPCOC). Dit platform zal in overleg met alle betrokken partijen de acties rond de psychofarmaca moeten definiëren, coördineren en uitvoeren. Naast de diensten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid en van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) zullen ook het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG) en de bevoegde diensten van de gemeenschappen en de gewesten hieraan deelnemen.

Het strekt de geachte minister tot eer om deze problematiek ernstig te nemen en ter zake concrete initiatieven te ontwikkelen. Daarbij wil ik me graag informeren over de samenstelling van dit geplande wetenschappelijk platform. Recent bleek uit een studie dat er bij de opmaak van de "bijbel" van de psychiatrie (de zogenaamde DSM-5) 65 % van de samenstellers nauwe banden hebben met de farmaceutische industrie. Dit kan al meteen een deel van de verklaring geven voor de immer sluipende en overdreven medicalisering van onze samenleving.

Hierover de volgende vragen:

1) Heeft de geachte minister al een zicht over hoe dit wetenschappelijk platform concreet wordt samengesteld? Wie zal hierin allemaal vertegenwoordigd zijn?

2) Zullen de leden van dit platform worden gescreend op hun banden met de farmaceutische industrie? Zo ja, op welke wijze gebeurt dit? Wordt hen gevraagd dit zelf te declareren? Hoe worden deze banden gedefinieerd?

3) Wordt de farmaceutische industrie (officieel) vertegenwoordigd in dit platform? Zo ja, op welke wijze en in welke mate hebben zij stemrecht of andere mogelijkheden om invloed uit te oefenen?

4) Hoe zal de geachte minister de onafhankelijke en betrouwbare werking van dit platform verzekeren? Komt er een gedragscode? Komen er richtlijnen rond belangenvermenging?

5) Wanneer denkt zij dat dit platform volledig operationeel zal zijn?

Antwoord ontvangen op 28 september 2012 :

1 en 3. Op 6 februari heb ik de Federale Overheidsdienst (FOD) VVVL gevraagd om een voorstel uit te werken voor de oprichting van een wetenschappelijk platform psychofarmaca. Ik ontving van de FOD een voorstel met betrekking tot de samenstelling, missie en structuur van dat platform. Het voorstel baseert zich op twee besprekingen die op 17 februari en 21 maart 2012 met deskundigen op het vlak van psychofarmaca plaatsvonden. Het platform zal worden samengesteld uit de bevoegde administraties, nl. de FOD Volksgezondheid, het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) en het Federaal Kenniscentrum (KCE), en uit academici en leden van wetenschappelijke verenigingen.

De uitgekozen deskundigen behoren tot de volgende vakgebieden: huisartsgeneeskunde, kinder- en volwassenenpsychiatrie, geriatrie, pediatrie, verpleegkunde, ergotherapie en farmaceutische wetenschappen. De farmaceutische industrie zal in dat platform niet vertegenwoordigd zijn.

2 en 4. Het huishoudelijk reglement van dit comité wordt momenteel opgesteld. Het zal een clausule betreffende eventuele belangenvermenging bevatten.

5. Het platform is sinds 27 juni 2012 operationeel. Op die dag hield zijn coördinatiecomité zijn eerste vergadering.