Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5862

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 15 maart 2012

aan de minister van Landsverdediging

Veiligheid van de Krijgsmacht (ADIV) - Spyware - Gebruik - Privacywetgeving

geheime dienst
spionage
telefoon- en briefgeheim
computerprogramma
eerbiediging van het privé-leven

Chronologie

15/3/2012Verzending vraag
29/3/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5862 d.d. 15 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vraag nr. 5-5005 ter attentie van de minister van Binnenlandse Zaken en haar antwoord. Diverse Duitse deelstaten gaven enkele dagen terug toe dat ze spyware gebruikten in het kader van politieonderzoeken. De Duitse ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken veroordeelden het gebruik van spyware in het kader van politieonderzoeken. Deze software is immers niet gecertificeerd en het gebruik van dergelijke software zou in strijd zijn met de vigerende privacywetgeving en de Duitse grondwet. Naar aanleiding van dit nieuws werden er ook in andere nationale parlementen van de Europese Unie vragen gesteld naar het al of niet aanwenden van spyware in lopende onderzoeken en zelfs proactieve onderzoeken.

Ik had hieromtrent dan ook graag volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Hoe reageert hij op de berichtgeving vanuit Duitsland rond het gebruik van spysoftware (zie http://www.dw-world.de/dw/article/0,,15449054,00.html) ?

2) Kan hij aangeven of het gebruik van spy software inzake onderzoeken van de Veiligheid van de Krijgsmacht (ADIV) toegelaten is en kan dit uitvoerig worden toegelicht? Behoeft dit certificatie?

3) Kan hij aangeven op jaarbasis hoeveel keer gebruik wordt gemaakt van spyware bij onderzoeken van de ADIV en kan worden toegelicht welke programma's worden aangewend, over welke budgetten het gaat en welke hiervan de resultaten waren?

4) Heeft de Belgische overheid opdracht gegeven tot het ontwikkelen van dergelijke software? Zo ja, wie heeft hiertoe opdracht gegeven of werd dit intern ontwikkeld?

5) Heeft onze overheid en/of de ADIV dergelijke software aangeschaft? Zo ja, kan dit gedetailleerd worden toegelicht wat betreft de firma's waarvan de software werd aangekocht, de kostprijs alsook de diensten die ervan gebruik gaan maken? Kan tevens worden aangegeven of we over de broncode van de aangekochte producten beschikken?

6) Kan een gedetailleerd overzicht worden gegeven van de wijze waarop wordt voorkomen dat de privacy in het gedrang komt bij het aanwenden van dergelijke software? Wie controleert wat?

Antwoord ontvangen op 29 maart 2012 :

Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen:

  1. Defensie kent en houdt rekening met de dreiging van het gebruik van spionage software door buitenlandse inlichtingen- en politiediensten. De technische mogelijkheden om dergelijke intrusies te kunnen detecteren en blokkeren worden permanent verder uitgewerkt en ontplooid.

  2. Het gebruik van “spysoftware” door de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV) is toegelaten in het kader van de toepassing van een uitzonderlijke methode voor het verzamelen van gegevens zoals voorzien in de wet van 30 november 1998 houdende de regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, grondig gewijzigd door de wet van 4 februari 2010 betreffende de methoden van het verzamelen van gegevens door deze diensten. De goedkeuring alsook de controle op het gebruik van deze uitzonderlijke methoden worden geregeld via dezelfde wetgeving. Een Bestuurlijke Commissie belast met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methodes werd hiertoe opgericht. De ADIV is eveneens onderworpen aan de controle door het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingendiensten (het Comité I), bedoeld in de wet van 18 juli 1991. Dit Comité is ten allen tijde gemachtigd een controle uit te voeren van de toepassing van deze methodes alsook de methode te stoppen indien onregelmatigheden of procedurefouten zouden worden vastgesteld.

  3. ADIV heeft geen gebruik gemaakt van dergelijke software.

  4. Defensie heeft geen opdracht gegeven tot ontwikkeling van dergelijke software.

  5. ADIV heeft geen dergelijke software aangeschaft.

  6. De wetgever heeft de nodige garanties voorzien om de privacy, wanneer noodzakelijk, te beschermen door het opleggen van een aantal voorwaarden waaronder de verificatie van de proportionaliteit en de subsidiariteit bij het aanwenden van een uitzonderlijke methode. Het is daarenboven enkel mogelijk dergelijke methodes in te zetten bij een ernstige bedreiging. Het zijn de bestuurlijke Commissie en het Comité I die toezien op de toepassing van deze wettelijke bepalingen.