Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5837

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 9 maart 2012

aan de minister van Justitie

Private inlichtingendiensten - Controles - Wettelijk kader

geheime dienst
spionage
industriële spionage
staatsveiligheid
verzamelen van gegevens
privédetective

Chronologie

9/3/2012Verzending vraag
14/5/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5837 d.d. 9 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De baas van de Belgische staatsveiligheid, Alain Winants, vraagt al jaren een betere controle op private inlichtingendiensten. Volgens Winants zijn de meeste internationale inlichtingenfirma's inmiddels actief in ons land. Er is over deze diensten echter weinig geweten. Men kan blijkbaar niet exact zeggen hoeveel dergelijke bedrijven in ons land opereren of welke activiteiten ze ontplooien. Ze ontsnappen aan elke controle en zijn in tegenstelling tot de klassieke inlichtingendiensten niet gebonden aan een specifiek wettelijk kader.

Nochtans is het een groot risico dat hier gebruik wordt gemaakt van illegale methoden en ongeoorloofde economische spionage. Het blijven tenslotte commerciële bedrijven en in deze branche valt uiteraard veel geld te verdienen. Het zou dus me allerminst verwonderen dat zij de grenzen aftasten en zelfs overschrijden wanneer er veel geld op het spel staat.

Winants vraagt daarom dat prioritair werk wordt gemaakt van een wettelijk kader, zoals men ook deed voor privédetectives of bewakingsfirma's.

1) Deelt de minister de analyse van de heer Winants dat de overheid te weinig aandacht besteedt aan deze private inlichtingendiensten? Is ze ook van oordeel dat er over deze bedrijven momenteel te weinig informatie beschikbaar is? Kan ze mij vertellen hoeveel zulke bedrijven er momenteel actief zijn in ons land? Oefent de overheid daarbij enige controle uit op de activiteiten van deze bedrijven en op welke wijze wordt die georganiseerd?

2) Heeft de minister al strafrechtelijke inbreuken vanwege die bedrijven kunnen vaststellen ? Zo ja, over welke soort inbreuken gaat het dan en welk gevolg werd eraan gegeven?

3) Hoe staat zij tegenover het voorstel om voor deze bedrijven een wettelijk kader te creëren? Acht zij dit noodzakelijke? Is men hier al mee bezig? Wat is de stand van zaken?

4) Welke andere initiatieven plant de minister om dit soort bedrijven beter te controleren?

Antwoord ontvangen op 14 mei 2012 :

1) Het discours van de heer Winants moet vooral gezien worden als een sensibilisering met betrekking tot de aanwezigheid en de activiteiten van private inlichtingenfirma's in België. De private inlichtingenfirma's hebben in België echter geen speciaal statuut en ze hebben ook geen bijzondere bevoegdheden op het gebied van inlichtingenvergaring. Aangezien ze geen bijzondere bevoegdheden hebben is er ook geen speciaal controleorgaan nodig om toe te zien op de aanwending van die bevoegdheden. De heer Winants wijst er wel terecht op dat er binnen de private inlichtingendiensten bijzondere expertise aanwezig is op het gebied van inlichtingenvergaring. Daarenboven mag men ook niet uit het oog verliezen dat private inlichtingendiensten graag recruteren bij reguliere (buitenlandse) inlichtingendiensten. Die mensen blijven waarschijnlijk wel contacten onderhouden met hun voormalige werkgevers. Er zijn dus wel degelijk goede argumenten om aandacht te hebben voor de private inlichtingendiensten. De Belgische inlichtingendiensten, de politie en het gerecht moeten erop blijven toezien dat er geen inbreuken worden gepleegd in het kader van spionage of schending van de privacy.

De private inlichtingenfirma's zijn onderworpen aan dezelfde informatieplicht aan de overheid als alle andere ondernemingen. Gezien hun expertise en werkdomein kan er wel onderzocht worden in welke mate de activiteiten van deze ondernemingen niet onderworpen zijn aan de wetgeving inzake private veiligheid.

Van de grote internationale private inlichtingenfirma's zijn er een vijftal die een kantoor hebben (of gehad hebben) in België. Daarnaast zijn er nog enkele tientallen privé-detectivebureaus die ook aangeven dat ze diensten kunnen verlenen op het gebied van economische inlichtingen.

De privé-detectives vallen onder de wetgeving op het beroep van privé-detective en worden door de directie Private Veiligheid {Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken} gecontroleerd. De gewone private inlichtingenfirma's hebben geen speciaal statuut en zijn dus niet aan een bijzonder controleregime onderworpen. Dat betekent echter ook dat deze firma's, indien ze geen licenties bekomen bij de FOD Binnenlandse Zaken, geen activiteiten mogen ontplooien die onder de noemer vallen van private veiligheid, dat wil zeggen activiteiten die door de wet omschreven worden als bewaking, beveiliging, opsporing (privé-detective) en veiligheidsadvies.

2) De Veiligheid van de Staat heeft tot op heden nog geen strafbare inbreuken vastgesteld. Hierbij moet wel gewezen worden op het feit dat de Veiligheid van de Staat geen politiedienst is en dat het op zoek gaan naar strafbare feiten geen opdracht is van deze dienst. Indien de Veiligheid van de Staat strafbare feiten zou vaststellen dan zal de dienst artikel 29 van het wetboek van strafvordering toepassen en de informatie overmaken aan het Federaal Parket.

3) Eerst en vooral moet er nagegaan worden of de private inlichtingenfirma's niet kunnen gecontroleerd worden binnen de bestaande wetgeving. Private veiligheid, met inbegrip van private inlichtingen door privé-detectives, is een bevoegdheid van de algemene directie Private Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken. Er bestaat reeds een wetgeving voor bedrijven of particulieren die actief willen zijn op het gebied van private veiligheid. Met name het bestaande wettelijk kader met betrekking tot private opsporing (wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective) en de ondernemingen voor veiligheidsadvies (wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid) kan een referentie zijn voor een controle op de private inlichtingenfirma's. In ieder geval mag het niet de bedoeling zijn om via een nieuw wettelijk kader bevoegdheden te geven aan private inlichtingenfirma's die verder reiken dan wat voorzien is in het reeds bestaande wettelijk kader inzake private opsporingen.

4) Indien zou blijken dat er binnen de bestaande wetgeving geen controle mogelijk is en het potentiële gevaar op het gebied van economische spionage en schending van de privacy reëel is, dan kan in samenwerking met de FOD Binnenlandse Zaken een voorstel uitgewerkt worden om de bestaande wetgeving inzake private veiligheid uit te breiden zodat de activiteiten van de private inlichtingenfirma's eveneens op adequate wijze gecontroleerd kunnen worden.