Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5835

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 9 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Nationaal veiligheidsplan - Fenomeen "ongehoorzaamheid" - Burgerlijke ongehoorzaamheid - Strengere aanpak - Geweldloos verzet

burgerlijke ongehoorzaamheid
openbare veiligheid

Chronologie

9/3/2012Verzending vraag
8/5/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5835 d.d. 9 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Standaard van 2 maart 2012 meldde dat het nieuwe veiligheidsplan een strenge aanpak van burgerlijke ongehoorzaamheid beoogt. Dit bericht geeft aanleiding tot bezorgdheid. Bij het nalezen van het Nationaal Veiligheidsplan van de minister staat de strijd tegen "ongehoorzaamheid" inderdaad op nummer één bij de tien sleutelelementen. Maar hier geen vermelding van "burgerlijke" ongehoorzaamheid.

Het is vooralsnog niet duidelijk wat de minister bedoelt met "ongehoorzaamheid". De minister kondigt daarbij aan dat een ondubbelzinnige en nauwkeurige definitie en typologie op punt worden gesteld om het fenomeen "ongehoorzaamheid" beter te omlijnen.

Hierover de volgende vragen:

1) Wat bedoelt de minister met "ongehoorzaamheid"? Wat behelst het fenomeen "ongehoorzaamheid"? In welke mate hangt dit samen met het fenomeen overlast of viseert de minister ook andere vormen van ongehoorzaamheid? Wordt hierbij ook het fenomeen "burgerlijke ongehoorzaamheid" als geweldloos verzet geviseerd?

2) Welke waarborgen biedt de minister dat deze strengere aanpak van "ongehoorzaamheid" niet zal worden aangewend tegen bijvoorbeeld vreedzame sit-ins en andere vormen van geweldloos protest die zich soms op de grens van de wettelijkheid ontwikkelen, maar toch broodnodig thuishoren in een actieve, dynamische democratie? Kan zij mij verzekeren dat zij voor dit spanningsveld aandacht zal hebben bij het nauwkeuriger definiëren van het fenomeen "ongehoorzaamheid"? Op welke wijze zal zij deze democratische bekommernis ondubbelzinnig operationaliseren?

3) Wie wordt er allemaal betrokken bij het op punt stellen van een heldere, operationele en nauwkeurige definitie van dit fenomeen? Worden er ook belanghebbenden uit de burgermaatschappij en maatschappelijk middenveld, zoals onder andere vakbonden, Liga voor de Rechten van de Mens, Amnesty International, Jeugd en Vrede en andere gespecialiseerde middenveldorganisaties bij betrokken met het oog op de verdediging van de vrije meningsuiting en de burgerrechten?

Antwoord ontvangen op 8 mei 2012 :

  1. In het Nationaal Veiligheidsplan wordt melding gemaakt van de aanpak van overlast. Hierover zal op korte termijn een wetsontwerp worden ingediend. Dit zal toelaten een eenduidige omschrijving naar voren te schuiven, welke gedragen wordt door de relevante partners.

  2. Er komt een wettelijk verankering voor de afbakening van dit fenomeen met voldoende waarborgen in het kader van onze rechtstaat. Individuele casussen zullen hierin niet worden behandeld, doch kan ik het geachte lid al aangeven dat de gestelde voorbeelden in zijn vraag niet worden beoogd.

  3. Alle relevante partners zullen worden geconsulteerd over de afbakening van het fenomeen. De verworven inzichten zullen zoveel mogelijk meegenomen worden in de realisatie van het wetsontwerp.