Privacycommissie - Aangiftes - Werkgevers - Controlesystemen om personeel te observeren - Inbreuken
Gegevensbeschermingsautoriteit
werkgever
videobewaking
personeelsbeheer
gegevensbank
verzamelen van gegevens
persoonlijke gegevens
5/3/2012 | Verzending vraag |
28/6/2012 | Antwoord |
Het Jaarverslag 2010 van de Privacycommissie geeft informatie over aangiftes met betrekking tot allerhande toestellen die privégegevens registreren, in het bijzonder over bewakingscamera's, maar ook databanken waarin identiteitsgegevens worden opgeslagen. Daarbij vallen 856 aangiftes op van werkgevers die controlesystemen gebruiken om hun personeel in de gaten te houden.
Hierover de volgende vragen:
1) Is de geachte minister zich bewust van het relatief groot aantal aanvragen van werkgevers om controlesystemen te installeren om hun personeel systematisch te observeren? Beschikt ze over meer gedetailleerde gegevens hierover en, zo ja, kan ze die ter beschikking stellen en toelichten?
2) Hoeveel aangiftes door werkgevers werden er de afgelopen tien jaar jaarlijks geregistreerd? Welke evoluties kan men hier vaststellen? Hoe evalueert de geachte minister de toename van dat soort aanvragen? Zijn er aangiftes geweigerd, en zo ja, hoeveel en om welke redenen?
3) Hoeveel inbreuken werden de afgelopen tien jaar jaarlijks vastgesteld bij werkgevers die hun personeel onrechtmatig en op illegale wijze observeerden? Welk gevolg werd hieraan gegeven?
1. Het evenwicht tussen veiligheid en vrijheid wordt gegarandeerd door artikel 4 van de wet van 21 maart 2007 die de installatie en het gebruik van bewakingscamera’s regelt en stelt dat de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van toepassing is op bewakingscamera’s.
Elke werkgever die een bewakingscamera wenst te installeren en te gebruiken, dient hiertoe een specifieke verklaring in te dienen bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Voor andere bewakingssystemen bestaat er geen verplichting tot een specifieke verklaring.
2. en 3. Deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het gaat om een onafhankelijke commissie die onder de Kamer van volksvertegenwoordigers ressorteert.