|
|
Brussel - Straatcriminaliteit - Stijging - Cijfers - Maatregelen
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
gemeentepolitie
criminaliteit
diefstal
| 1/3/2012 | Verzending vraag |
| 24/4/2012 | Antwoord |
De korpschef van de politiezone Brussel-Elsene heeft in een interview met de pers gesproken over een aanzienlijke stijging van de straatcriminaliteit en meer bepaald van de handtassen- en autodiefstallen. Volgens de korpschef zouden de drugsverslaafden en de illegalen verantwoordelijk zijn voor die stijging.
Die informatie is niet van aard om de burgers gerust te stellen en is ook verontrustend omdat die toestand een gevaar betekent voor onze samenleving.
Beschikt u over een (of meerdere) studie(s) die de conclusies van de korpschef bevestigen?
Welke politieke gevolgen geeft u aan deze, overigens verontrustende, cijfers, mochten ze kloppen?
De politiezone Brussel-Hoofdstad-Elsene beschikt over een dienst voor statistische analyse van de straatcriminaliteit binnen haar Algemene Directie van beheer (DGG). Deze dienst registreert sinds vele jaren, in “real time”, de evolutie van de feiten van straatcriminaliteit met raadpleging van de in ISLP beschikbare gegevens.
Deze gegevens worden in kaart gebracht en in tabellen omgezet, voor bepaalde soorten van feiten waaronder “afruk-diefstallen” en diefstallen met behulp van braak in voertuigen, voor Ie grondgebied van de zone. Deze worden dagelijks bijgewerkt.
Daarnaast beschikt de politiezone over Anti Overval Brigade binnen de Directie van de Lokale Recherche, gespecialiseerd in het opzoeken, op heterdaad, van daders van diefstallen.
Er werd vastgesteld dat, sinds twee jaar, de afruk-diefstallen ingrijpend gestegen zijn in de politiezone: bijna 67 % meer in 2011 dan in 2010.
Daarom werd, om het fenomeen beter te begrijpen, een analyse uitgevoerd over de laatste 24 maanden. Uit deze analyse bleek dat 30 % van de voor diefstal in voertuigen en 80 % van de voor diefstal met geweld op heterdaad aangehouden daders zich in een onwettige toestand op het grondgebied bevonden en dat zij verklaarden niet over voldoende middelen van bestaan te beschikken.
Ik verwijs naar het Regeerakkoord van 1 december 2011 en naar mijn algemene beleidsnota van 30 december 2011, waarin de versterking van de veiligheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt belicht, onder meer door het goedkeuren door de Brusselse regering van een Globaal Gewestelijk Veiligheidsplan om te komen tot een geïntegreerde stedelijk veiligheidsbeleid, donder de verantwoordelijkheid en de coördinatie van de minister-president.