Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5712

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 februari 2012

aan de minister van Justitie

Geïnterneerden - Invrijheidstelling - Uitspraken van de Commissies ter Bescherming van de Maatschappij - Beroepsprocedures

sociaal verweer
opname in psychiatrische kliniek
officiële statistiek
rechtsmiddel
hogere rechtspraak
rechtsingang

Chronologie

28/2/2012Verzending vraag
22/8/2012Antwoord
22/8/2012Aanvullend antwoord

Vraag nr. 5-5712 d.d. 28 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Indien het verzoek van een geïnterneerde voor een invrijheidstelling (op proef) wordt afgewezen, kan die tegen deze beslissing een hoger beroep instellen bij de Hoge Commissie tot Bescherming van de Maatschappij. Tot slot kan hij ook bij het Hof van Cassatie terecht tegen een door de Hoge Commissie tot Bescherming van de Maatschappij genomen beslissing.

Aangezien men algemeen gewaagt van een totale willekeur in de vonnissen van de verschillende Commissies tot Bescherming van de Maatschappij (CBM's), zal een soortgelijke willekeur zich ook uiten in het aantal en de uitkomsten van de beroepsinstellingen.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel beroepsprocedures per CBM werden door een geïnterneerde of zijn advocaat de afgelopen vijf jaar jaarlijks geïnitieerd bij de Hoge Commissie tot Bescherming van de Maatschappij? Met welke gevolgen (per CBM)? Hoe verloopt die procedure, waar wordt naar gekeken en wie wordt daarbij gehoord?

2) Hoeveel beroepsprocedures tegen een beslissing van de Hoge Commissie tot Bescherming van de Maatschappij werden de afgelopen vijf jaar geïnitieerd bij het Hof van Cassatie? Met welke gevolgen (per CBM)? Hoe verloopt die procedure, waar wordt naar gekeken en wie wordt daarbij gehoord?

3) Kan een CBM een beslissing van de Hoge Commissie tot Bescherming van de Maatschappij aanvechten of naast zich neerleggen? Ik heb hier namelijk getuigenissen over gehoord waarbij de geïnterneerde opgesloten blijft ondanks de beslissing van de hoge Commissie tot vrijlating.

Antwoord ontvangen op 22 augustus 2012 :

De commissies tot bescherming van de maatschappij zijn onafhankelijke beslissingsinstanties.

Zij zijn niet verplicht om cijfergegevens te registreren. Zelfs indien de commissies tot bescherming van de maatschappij statistieken bijhouden, doen zij dit zeker niet aan de hand van een uniform registratiemodel.   

Ik heb een rondvraag gedaan bij de voorzitters van de verschillende commissies teneinde de gevraagde cijfergegevens te verkrijgen. Zodra ik deze ontvangen heb en voorzover de ontvangen gegevens toelaten uw vraag te beantwoorden, kom ik terug op uw vraag.

Aanvullend antwoord ontvangen op 22 augustus 2012 :

1) De administratie beschikt niet over die cijfers.

2) De administratie beschikt niet over die cijfers.

3) Artikel 19ter van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten voorziet erin dat tegen de door de Hoge Commissie tot bescherming van de maatschappij genomen beslissingen die de beslissing tot afwijzing van het verzoek tot invrijheidstelling van de geïnterneerde bevestigen of die het verzet van de procureur des Konings tegen de beslissing tot invrijheidstelling van de geïnterneerde gegrond verklaren, immers cassatieberoep kan worden ingesteld. Alleen de advocaat van de geïnterneerde kan dit beroep instellen.