Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5699

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 februari 2012

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

De opening van het Fin-de-sièclemuseum in Brussel

museum
Regie der Gebouwen

Chronologie

28/2/2012Verzending vraag
27/3/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1977

Vraag nr. 5-5699 d.d. 28 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Fin-de-Sièclemuseum dat in november 2012 zal openen, is een project dat volledig kadert in de visie die de minister naar voor schuift in zijn interviews in De Standaard en in La Libre Belgique van 10 februari 2012. Dat museum moet complementair worden aan het art-nouveaumuseum dat in het MIM zal worden ondergebracht "omdat dat een art-nouveaugebouw is".

Kan de minister gedetailleerd en wetenschappelijk gefundeerd uitleggen waar het verschil ligt tussen het Fin-de-Sièclemuseum en het art-nouveaumuseum?

Vindt de minister het denkbaar om in plaats van twee musea over dezelfde periode in te richten, er één museum van te maken? Is de collectie Gillion-Crowet van symbolistische kunst en hoofdzakelijk Franse art nouveau een obstakel door zijn verankering in de KMSK?

Kan de minister het gedetailleerde masterplan met gedetailleerde uitgaveposten van het Fin-de-Sièclemuseum voorleggen?

Wat is de totale kostprijs en wie betaalt precies welke uitgavepost?

Antwoord ontvangen op 27 maart 2012 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden.

Voor het alomvattende project met als doel de federale collecties een nieuwe opstelling te geven zou het “Old Englandgebouw” een passende bestemming zijn. De eerste fase van de werkzaamheden is het Fin-de-siècle museum waar een nieuwe vleugel wordt verwacht voor het Art-nouveau museum. Er is geen sprake van twee musea, maar wel van eenzelfde traject dat via een ondergrondse doorgang is verbonden. Met dat type van constructie kan het volledige parcours van wat er in België van 1880 tot 1940 werd gecreëerd in het licht worden gesteld, uitgaande van een visie van totale kunst met als thema alle kunstdisciplines in Brussel in die tijd, te weten schilderkunst, beeldhouwkunst, tekeningen (collecties van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België) KMSMB , literatuur, muziek en opera (partnerschappen met de Koninklijke Bibliotheek van België en de Koninklijke Muntschouwburg), art-nouveauarchitectuur (3D-reconstructies) enz.

De uitzonderlijke kunstcollectie Gillion-Crowet vormt zeker een van de hoogtepunten in dat parcours. De collectie wordt tentoongesteld op kosten van de verzamelaar die als mecenas meer dan een miljoen euro schenkt (520 300 euro voor de vloerbekleding op de achtste kelderverdieping en 590 000 euro voor een gedeelte van de uitstalkasten op diezelfde verdieping). Het aandeel van de KMSKB wordt geschat op 1 269 683 euro, waarin onder andere zijn begrepen de relaties tussen pers en sponsors, de verlichtings- en veiligheidssystemen, en de installatie van draaideuren en mobiele wanden om tentoonstellingsgangen te creëren binnen een volledig demonteerbare ruimte, die naargelang de behoeften kan worden ingericht.

Ik verzoek het geachte lid tot slot de staatsecretaris belast met de Regie der gebouwen te vragen wat het bedrag is van de werkzaamheden die door die laatste zullen worden verricht.