Federale ambtenaren - Thuiswerk
ministerie
ambtenaar
werk op afstand
10/2/2012 | Verzending vraag |
21/3/2012 | Antwoord |
Quasi in alle sectoren behoort thuiswerken van het personeel tot de geplogenheden. Overheden volgen deze trend, maar niet allemaal in het zelfde ritme.
Hierover volgende vragen:
1) Beaamt de geachte staatssecretaris dat het werk van vele federale ambtenaren zich prima leent tot thuiswerken?
2) Kan hij een gedetailleerd overzicht geven van de mate waarin federale ambtenaren (1) de mogelijkheden krijgen en (2) deze ook effectief invullen door thuiswerk, dit (a) jaarlijks sinds 2006, (b) verdeeld over de verschillende Federale en Programmatorische Orverheidsdiensten (FOD's en POD's). Hoe evalueert en apprecieert hij deze ontwikkelingen?
3) Wie beslist of de ambtenaren de mogelijkheden tot thuiswerk krijgen? In welke mate kan de geachte staatssecretaris hier bindende richtlijnen verstrekken?
4) Zijn er FOD's of POD's waar thuiswerken niet wordt toegestaan, maar waarvan hij vermoedt dat deze faciliteit er prima zou passen?
5) Welke concrete spelregels gelden voor het thuiswerk van federale ambtenaren, onder andere met bereikbaarheid, combinatie met aanwezigheid van jonge kinderen, vergoedingen voor energie- en telefoon- en internetkosten enz.? Zijn deze spelregels (vergoedingen, restricties enz.) geldig voor alle federale ambtenaren, of gelden er specifieke regels per ambtelijke identiteit?
6) Bestaan er onderzoeksgegevens over de kwaliteit, de prestaties, de arbeidstevredenheid enz. in verband met thuiswerk? Kan de geachte staatssecretaris de resultaten hiervan als synopsis verstrekken?
Het geachte lid vindt hierna de antwoorden op zijn vragen
1) Het werk van een groot aantal ambtenaren leent zich prima tot thuiswerken, ook trouwens bij de Federale Overheidsdienst (FOD) P&O en fedict. Telewerken is echter, naast een wezenlijk onderdeel van het welzijn van de werknemers, ook een manier om de diensten te organiseren. Deze organisatorische context varieert evenwel van departement tot departement, naargelang het type prestaties dat verwezenlijkt moet worden en de werkprocessen. Het is dus niet verantwoord om algemene doelstellingen qua aantal telewerkers of dagen telewerk te bepalen. Elke departement moet de meerwaarde van telewerk in zijn eigen context en met betrekking tot de eigen functies evalueren.
2) Wij beschikken over twee informatiebronnen: de verslagen die in de wetgeving zijn bepaald (soms onvolledig) en de databank pData. De becijferde evolutie geeft een regelmatige vooruitgang aan van het telewerken. Van 490 personeelsleden in 2007 is men naar 2 723 gegaan in 2010. Uitgedrukt in percentage van de personeelsformatie verhoogde het aandeel van 3,9 % naar 13,9 %.
3)De toelating om te mogen telewerken valt onder de autonomie van elk departement. Tot op heden heeft de FOD P&O geen bijzondere richtlijnen verspreid, maar de FOD ondersteunt wel de departementen bij het invoeren van telewerk.
4) Ik beschik niet over informatie hieromtrent.
5) Het koninklijk besluit van 22 november 2006, aangepast via het koninklijk besluit van 07 november 2011, betreffende het telewerk in het federaal administratief openbaar ambt is van toepassing.
6) Jazeker, zie antwoord op vraag 2. Op kwantitatief vlak is een stijging merkbaar in het aantal dagen telewerk en het aantal telewerkers. Steeds meer federale administraties voorzien in telewerk. Sinds de aanpassing via het koninklijk besluit van 7 oktober 2011, kan ook rekening worden gehouden met het incidenteel telewerk. Op kwalitatief vlak vermelden de verslagen de volgende voordelen/nadelen van telewerk:
Voordelen voor de werknemers:
Betere concentratie tijdens het werk;
Betere organisatie van het werk (autonomie);
Vermindering van vermoeidheid en stress;
Stijging van de motivatie;
Stijging van de tevredenheid ten aanzien van de werkgever;
Tijdswinst door het wegvallen van de verplaatsingen;
Beter evenwicht beroepsleven – privéleven;
Gunstige omgeving voor de ontwikkeling van desksharing.
Voordelen voor de organisaties:
Kwaliteit van de prestaties;
Productiviteit;
Vermindering van het verzuim;
Verhoogd verantwoordelijkheidsgevoel m.b.t. het werk;
Aantrekkelijk imago van de dienst;
Sterkere loyaliteit;
Behouden van talenten;
Continuïteit van het werk indien verplaatsing onmogelijk is;
Mogelijkheid om de kantoorruimtes in de diensten te verkleinen (dynamic office);
Positieve impact in termen van duurzame ontwikkeling.
Nadelen voor de werknemers:
Beperkt contact met de collega’s;
Begeleiding en ondersteuning beperkter;
Geen overuren;
Moeilijkere communicatie met de klanten;
Bijkomend administratief werk als telewerker (verslagen…).
Nadelen voor de organisatie:
Administratieve rompslomp;
Telefonische beschikbaarheid;
Beperkt karakter van e-mail om met bepaalde situaties om te gaan;
De communicatie in teamverband verloopt minder vlot;
Risico op verlies van vertrouwelijke informatie en materiaal;
Informaticakosten en internetabonnement.
Autorité |
2007 |
2008 - AR-KB 22/11/2006 |
2009 - AR-KB 22/11/2006 |
2010 – AR-KB 22/11/2006 |
2011 - AR-KB 22/11/2006 |
|||||||
Overheids |
||||||||||||
|
|x| |
% |
|x| |
% |
|x| |
% |
|x| |
% |
|x| |
% |
||
SPF Affaires Etrangères / FOD Buitenlandse Zaken |
11 |
0,57% |
12 |
0,60% |
|
|
40 |
2,06% |
64 |
3,44% |
||
SPF Budget et contrôle de la gestion / FOD Budget en Beheerscontrole |
|
|
5 |
3,50% |
6 |
3,90% |
32 |
20,25% |
50 |
32,26% |
||
SPF Economie, PME, Classes moyennes et Energie / FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie |
|
|
|
|
en phase d'implantation in invoeringsfase |
210 |
8,46% |
204 |
8,52% |
|||
SPF Finances / FOD Financiën |
|
|
Aucun travailleur du SPF n’a bénéficié des dispositions de l’AR du 22 novembre 2006 relatif au télétravail |
Geen enkele werknemer van de FOD heeft genoten van de bepalingen van het KB van 22 november 2006 betreffende het telewerk |
|
|
Depuis l’AR du 07 octobre 2011, à partir de 2012 on peut tenir compte du télétravail occassionelle au sein du SPF Finances |
Sinds het KB van 07 oktober 2011, kan vanaf 2012 rekening worden gehouden met het occasioneel telewerk bij de FOD Financiën |
||||
SPF Intérieur / FOD Binnenlandse Zaken |
84 |
1,71% |
170 |
3,40% |
249 |
4,79% |
381 |
7,29% |
486 |
8,97% |
||
SPF Justice / FOD Justitie * |
|
|
|
|
34 |
1,21% |
28 |
1,00% |
25 |
1,41% |
||
SPF Emploi, travail et concertation sociale / FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg |
32 |
2,28% |
33 |
2,35% |
58 |
4,11% |
56 |
3,99% |
79 |
5,59% |
||
SPF Mobilité et transport / FOD Mobiliteit en vervoer |
0 |
0,00% |
10 |
0,76% |
|
|
39 |
2,90% |
79 |
5,78% |
||
SPF Personnel et Organisation / FOD Personeel en Organisatie |
94 |
17,64% |
112 |
21,01% |
147 |
26,78% |
184 |
34,26% |
175 |
33,21% |
||
SPF Securité sociale / FOD Sociale Zekerheid |
53 |
4,37% |
173 |
14,10% |
378 |
30,73% |
526 |
42,76% |
476 |
40,07% |
||
SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement / FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu |
85 |
6,71% |
80 |
6,14% |
|
|
127 |
9,43% |
188 |
14,63% |
||
Fedict |
|
|
|
|
|
|
56 |
73,68% |
22 |
62,86% |
||
Chancellerie Kanselarij |
|
|
8 |
4,35% |
33 |
18,13% |
35 |
19,66% |
38 |
20,99% |
||
SPP Intégration sociale, Lutte contre la Pauvreté et Economie sociale / POD Maatschappelijke Integratie, Armoede-bestrijding en Sociale Economie |
aucun travailleur du SPP n’a bénéficié des dispositions de l’AR du 22 novembre 2006 relatif au télétravail |
Geen enkele werknemer van de FOD heeft genoten van de bepalingen van het KB van 22 november 2006 betreffende het telewerk |
|
|
|
|
2 |
1,05% |
||||
Service des Pensions du Secteur Public / Pensioendienst voor de overheidssector |
|
|
|
|
|
|
19 |
3,70% |
|
|
||
ONP / RVP |
3 |
0,14% |
10 |
0,47% |
23 |
1,06% |
58 |
2,72% |
75 |
3,57% |
||
CAAMI / HZIV |
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
0,66% |
||
INAMI / RIZIV |
7 |
0,52% |
17 |
1,27% |
19 |
1,41% |
20 |
1,51% |
163 |
12,23% |
||
INASTI / RSVZ |
|
|
|
|
|
|
1 |
0,12% |
1 |
0,13% |
||
Régie des Bâtiments Regie der Gebouw. |
34 |
2,42% |
|
|
|
|
36 |
2,97% |
53 |
4,65% |
||
ONSS / RSZ |
8 |
0,52% |
6 |
0,39% |
5 |
0,33% |
6 |
0,41% |
7 |
0,49% |
||
ONVA / RJV |
|
|
|
|
|
|
2 |
0,68% |
28 |
9,76% |
||
BCSS / KSZ |
|
|
|
|
|
|
1 |
3,13% |
|
|
||
ONEM / RVA |
|
|
3 |
0,06% |
5 |
0,09% |
6 |
0,12% |
4 |
0,08% |
||
IGN / NGI |
13 |
5,10% |
|
|
17 |
6,67% |
29 |
13,61% |
|
|
||
AFSCA / FAVV |
36 |
2,79% |
aucun travailleur de l'AFSCA n’a bénéficié des dispositions de l’AR du 22 novembre 2006 relatif au télétravail. Geen enkele werknemer van de FAVV heeft genoten van de bepalingen van het KB van 22 november 2006 betreffende het telewerk |
223 |
16,73% |
250 |
18,78% |
242 |
18,25% |
|||
AFMPS / FAGG |
30 |
10,17% |
30 |
8,77% |
30 |
10,00% |
103 |
25,81% |
155 |
39,44% |
||
Ministère de la Défense / Ministerie van Defensie |
pas appliqué officiellement pour le personnel civil. |
niet officieel toegepast voor het burgerpersoneel |
|
|
11 |
0,51% |
|
|
||||
Office Central d’Action Sociale et Culturelle / Centrale Dienst voor Sociale en Culturelle Actie |
|
|
|
|
|
|
0 |
0,00% |
|
|
||
Fonds des Accidents du Travail / Fonds voor Arbeidsongevallen |
|
|
|
|
5 |
2,03% |
4 |
1,58% |
4 |
1,61% |
||
Institut pour l’Egalité des ♀ & ♂ - IEFH / Instituut voor de gelijkheid van ♀ & ♂ - IGVM |
|
|
|
|
|
|
0 |
0,00% |
0 |
0,00% |
||
Bureau Fédéral du Plan / Federaal Planbureau |
|
|
|
|
|
|
44 |
42,72% |
45 |
45,92% |
||
Observatoire royal de Belgique / Kon. Sterrenwacht van België |
|
|
|
|
|
|
20 |
11,90% |
27 |
16,27% |
||
Bibliothèque Royale de Belgique / Kon. Bibliotheek van België |
|
|
|
|
|
|
2 |
0,66% |
1 |
0,32% |
||
Institut royal Sciences naturelles de Belgique / Kon. Belg Inst. Voor Natuurwetenshap. |
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
1,24% |
||
Institut scient. Santé publ - ISP / Wetenschap. Inst. Volksgezondh - WIV |
|
|
|
|
|
|
|
|
23 |
9,09% |
||
Bureau d'intervention et de restitution belge / Belgisch Interventie- en Restitutiebureau |
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
0,00% |
||
TOT . |
490 |
3,92% |
669 |
4,80% |
1232 |
8,53% |
2326 |
12,30% |
2723 |
13,88% |