Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-562

van Louis Ide (N-VA) d.d. 13 december 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Diabetes - Diabetespas - Aantallen

diabetes
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

13/12/2010Verzending vraag
14/3/2011Antwoord

Vraag nr. 5-562 d.d. 13 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze vraag herneemt de schriftelijke vragen nrs. 4-2375 en 4-5229 en peilt naar recentere gegevens over het aantal diabetespassen uitgesplitst per gewest.

De diabetespas werd in 2003 ingevoerd. Het is een instrument voor zowel de patiënten als de zorgverleners. Het doel is de communicatie tussen de zorgverleners te verbeteren en het verantwoordelijkheidsgevoel bij de patiënten te verhogen.

In maart 2006 beschikten al 132 127 mensen over een diabetespas. Oudere en recentere cijfers ontbreken echter, zodat het niet mogelijk is om evoluties in te schatten.

Daarom had ik van de minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen:

1) Hoeveel mensen beschikten over een diabetespas in 2005, 2006, 2007, 2008, 2009 en de eerste helft van 2010?

2) Kan zij de cijfers uit vraag 1 ook uitsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)?

Antwoord ontvangen op 14 maart 2011 :

De nomenclatuur bevat geen specifieke verstrekking voor het aanvragen of bijhouden van een diabetespas. Hierdoor bevatten de gegevensbanken van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) geen informatie met betrekking tot het aantal mensen met een diabetespas. Sinds februari 2006 werd wel de verstrekking 102 852 ingevoerd, namelijk gebruik van een diabetespas door de erkende huisarts. Deze verstrekking kan per patiënt met een diabetespas één keer per jaar worden aangerekend, op voorwaarde dat de patiënt over een Globaal Medisch Dossier (GMD) beschikt. Deze verstrekking geeft mogelijk een beeld van de regionale spreiding, maar in elk geval stemt dit aantal verstrekkingen niet overeen met het aantal mensen met een diabetespas. Heel wat huisartsen rekenen deze verstrekking in de praktijk immers niet aan voor hun diabetespatiënten met een diabetespas.

Sinds 1 september 2009, de datum waarop het zorgtraject diabetes in werking trad, kan de huisarts dit honorarium bovendien niet meer aanrekenen voor een diabetespas bij een patiënt met een zorgtraject diabetes. Het recht op consultaties diëtetiek en podologie dat de diabetespas aan de patiënt geeft, wordt dan eveneens overgenomen door het zorgtraject, maar dit leidt niet noodzakelijk tot een schrapping van de diabetespas.

In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van het aantal geboekte verstrekkingen 102852 per gewest voor de jaren 2006 tot en met 2009 en het eerste semester van 2009 en 2010 evenals het procentueel aandeel.

In bijlage 2 wordt een algemene opmerking opgenomen betreffende de betekenis en de draagwijdte van de hier meegedeelde regionale gegevens.

Bijlage 1

Tabel 1 : Aantal verstrekkingen 102852 per gewest


2006

2007

2008

2009


Eerste semester 2009

Eerste semester 2010

Vlaanderen

8 477

13 772

22 426

28 300


21 028

21 545

Wallonië

1 117

2 884

3 934

5 871


4 536

4 705

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

384

2 144

1 761

2 473


1 911

2 234

Onverdeeld

4

23

25

38


29

31

Totaal

9 982

18 823

28 146

36 682


27 504

28 515

Tabel 2 : Procentueel aandeel


2006

2007

2008

2009


Eerste semester 2009

Eerste semester 2010

Vlaanderen

84,92

73,17

76,68

77,15


76,45

75,56

Wallonië

11,19

15,32

13,98

16,01


16,49

16,50

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

3,85

11,39

6,26

6,74


6,95

7,83

Onverdeeld

0,04

0,12

0,09

0,10


0,11

0,11

Totaal

100,00

100,00

100,00

100,00


100,00

100,00

Bijlage 2

Regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende

De regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.

Deze niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot:

- de leeftijdstructuur en het geslacht;

- de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeurregeling;

- de aanwezigheid van actieven, invaliden, weduwen en wezen, … (de zogenaamde sociale stand).

Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de uitgaven, gevallen en kostprijzen van andere regio’s, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.

Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) heeft een rapport gepubliceerd met een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling). Dit rapport is beschikbaar op de website van het RIZIV.