Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5505

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 6 februari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Egypte - Invallen in niet-gouvernementele organisaties - Uitbouw democratische rechtsstaat

Egypte
politieke situatie
niet-gouvernementele organisatie
Belgen in het buitenland
ambassade

Chronologie

6/2/2012Verzending vraag
16/4/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5505 d.d. 6 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Egyptische veiligheidsdiensten vielen eind december 2011 de kantoren binnen van minstens zes niet-gouvernementele organisaties. Het ging onder meer om het Arabische Centrum voor Onafhankelijkheid van de Rechtelijke Macht en Advocatuur (Acijlp) en het Budgettaire en Mensenrechtenobservatorium (Bahro), twee ngo's in Cairo die bewijs verzamelen over corruptie en mensenrechtenschendingen door het Egyptische militaire bewind.

Er werden ook mobiele telefoons, laptops en documenten in beslag genomen in de kantoren van de Duitse Konrad Adenauer Stiftung en van drie Amerikaanse organisaties: het National Democratic Institute (NDI), het International Republican Institute (IRI) en Freedom House. De groepen, die zich met mensenrechten en democratie bezighouden, spelen ook een rol als waarnemer bij de Egyptische verkiezingen.

Diverse medewerkers, waaronder Amerikaanse burgers, mogen momenteel het land niet verlaten. Enkele van hen hebben hun toevlucht gezocht in de Amerikaanse ambassade.

Ik heb hierover de volgende vragen voor de minister:

1) Hoe reageert hij op de invallen in de kantoren van de Konrad Adenauer Stiftung, het International Republican Institute (IRI) en het National Democratic Institute (NDI) in Caïro, Luxor en Alexandrië?

2) Kan hij bevestigen dat buitenlanders Egypte niet meer mogen verlaten? Gaat het ook om landgenoten?

3) Bereidt Egypte juridische stappen en rechtszaken voor tegen die mensen? Zo ja, wat zijn de aanklachten?

4) Biedt onze ambassade in Cairo ook (net als de Amerikaanse ambassade) mogelijk onderdak aan Belgische en EU-staatsburgers die voor die ngo's werken?

5) Hoe evalueert de minister de ontwikkelingen in Egypte?

6) Hoe kan ons land samen met de EU actief meewerken aan de uitbouw van een democratische rechtsstaat in Egypte? Kan de minister dat concreet toelichten? Welke initiatieven heeft hij reeds genomen en gaat hij nog nemen?

7) Is hij bereid om, al dan niet in Europees verband, de invallen bij de desbetreffende ngo's krachtdadig te veroordelen? Kan hij dat concreet toelichten?

Antwoord ontvangen op 16 april 2012 :

1. Het is met grote bezorgdheid dat ik kennis heb genomen van de inval van de Egyptische autoriteiten bij verschillende nationale en internationale niet-gouvernementele organisaties, te meer omdat het voornamelijk ging om organisaties die actief waren voor de mensenrechten. De onafhankelijkheid van het Egyptische gerecht respecterend, hoop ik dat deze zaak zo spoedig mogelijk op een gepaste manier kan opgelost worden. De goede werking van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) is immers essentieel in een goed-functionerende democratie die respect betoont voor fundamentele grondrechten, democratische waarden, mensenrechten en de rechtstaat.

2. Ik kan inderdaad bevestigen dat een aantal buitenlanders, voornamelijk Amerikanen, het land niet meer mochten verlaten. Volgens de meest recente informatie waarover ik beschik, zouden zij nu toch de toelating krijgen om uit Egypte te vertrekken. De Amerikaanse autoriteiten konden echter nog geen bevestiging krijgen van deze informatie. Er zijn geen Belgen betrokken bij deze zaak.

3. Tegen 44 medewerkers van niet-gouvernementele organisaties werden juridische stappen gezet. De aanklachten betreffen het beheren van NGO's en het ontvangen van buitenlandse fondsen zonder officiële toestemming. Als juridische grond werd het feit aangehaald dat deze NGO's illegaal opereren aangezien ze niet geregistreerd zijn bij de Egyptische autoriteiten.

4. Neen, de Belgische Ambassade in Caïro biedt geen onderdak aan Belgische of Europese Unie (EU)-staatsburgers die werken voor deze NGO’s. De ambassade heeft deze vraag ook niet gekregen.

5. Egypte heeft een belangrijke stap gezet in zijn democratiseringsproces met de parlementsverkiezingen die in februari hun beslag kenden. Volgens de meeste waarnemers zijn deze verkiezingen vrij en transparant verlopen. Dit is positief, maar tevens slechts een stap in een langer proces van democratisering dat nog verschillende etappes moet doorlopen. De volgende belangrijke fase is het schrijven van een nieuwe grondwet waarin de democratische basiswaarden moeten vertaald worden. Nadien moeten er dan nog presidentsverkiezingen gehouden worden, die dan spoedig daarna gevolgd moeten worden door een overdracht van de macht van de Hoge Raad van de Militaire Strijdkrachten naar een verkozen burgerlijk bestuur. De weg is dus nog lang. Daarnaast mag de moeilijke socio-economische situatie in Egypte niet uit het oog verloren worden, want dit was ook één van de belangrijkste aanleidingen van de opstand tegen het regime van President Moebarak meer dan een jaar geleden.

6. België sluit zich aan bij de Europese inspanningen ter ondersteuning van de Egyptische transitie. In tegenstelling tot Tunesië waar de samenwerking dadelijk na de revolutie werd aangevat, liggen de betrekkingen met Egypte gevoeliger.

Drie redenen kunnen hiervoor naar voren worden gebracht: 1) de Europese Unie is niet de enige historische partner, andere regionale en internationale partners zijn er sterk aanwezig en invloedrijk;
2) een sterk nationaal gevoel is niet bevorderlijk voor de samenwerking die snel wordt gelijkgesteld met inmenging en
3) de aard van het militair overgangsregime dat, afgezien van de moeilijkheid om te breken met bepaalde praktijken uit het verleden, geen echte legitimiteit bezit, niet in Egypte en niet bij de internationale gemeenschap.

Hoewel deze factoren de nationale, Europese en internationale initiatieven in Egypte bemoeilijken, steunt België de Europese inspanningen om verder het proces van democratisering, economisch herstel en het maatschappelijk middenveld te ondersteunen.

Men zal waarschijnlijk de komst van een legitieme burgerregering moeten afwachten en de terugtrekking van het leger uit de politieke macht, om beter de nieuwe Egyptische politieke realiteit te begrijpen. Ons vermogen om de vorming van een democratische staat in Egypte te steunen zal grotendeels afhangen van deze nieuwe politieke realiteit.

7. In de conclusies die de Raad Buitenlandse Zaken van de Europese Unie op 27 februari 2012 heeft aangenomen, heeft de Raad zijn grote bezorgdheid geuit over de beperkingen die opgelegd worden aan NGO’s in Egypte. De EU benadrukt de cruciale rol die het Egyptische middenveld te spelen heeft bij de transitie en ook voor de werking van een democratische samenleving. Daarom is steun aan dat middenveld ook een centraal element in het Europees Nabuurschapsbeleid. De EU roept de Egyptische autoriteiten op om zo spoedig mogelijk een oplossing te vinden voor deze zaak. De aanname van een nieuwe wet die de internationale verplichtingen van Egypte bevat, is daarbij eveneens van belang.