Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5485

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 2 februari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

België - Antisemitisme - Jongeren - Onderzoek - Beleid

antisemitisme
jongere
moslim
racisme
sociaal onderzoek
Hoofdstedelijk Gewest Brussels

Chronologie

2/2/2012Verzending vraag
7/8/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3876

Vraag nr. 5-5485 d.d. 2 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent berichtte De Standaard een schokkend incident. Een dertienjarig Joods meisje werd ineen geslagen door vijf klasgenoten van Marokkaanse origine. Het meisje hield er een hersenschudding en een ontstoken nekwervel aan over.

Het is niet duidelijk in welke mate dit een alleenstaand geval is, maar een recente studie van Mark Elchardus ("Jong in Brussel") belooft hieromtrent weinig goeds. Uit deze studie - die peilde naar de opinies en levensomstandigheden bij Brussels jongeren - bleek dat het antisemitisme bij moslimjongeren significant hoger ligt dan bij andere groepen jongeren. Zowat de helft van de moslimjongeren onderschrijft antisemitische stellingen zoals de "De Joden willen alles domineren", of "Joden zetten aan tot oorlog en geven anderen de schuld". Bij jongeren van niet etnisch-diverse afkomst bedraagt dat percentage slechts 10 procent. Erger is dat die anti-joodse gevoelens niets te maken hebben met een laag opleidingsniveau of sociale achterstelling, zoals dat wel het geval is bij racistische autochtonen.

Deze feiten zijn ronduit choquerend en beangstigend. Al decennia strijdt onze samenleving tegen racisme en voor een positieve interculturaliteit. Nu stellen zich de prangende vragen in welke mate men dit onderzoek kan veralgemenen en of een stijgend antisemitisme zich ook uit in andere statistieken?

Hierover de volgden vragen:

1) Kent de geachte minister kennis de studie van Mark Elchardus? Hoe interpreteert en duidt zij deze studie? Meent zij dat het hier om een fundamentele ontsporing gaat?

2) Het onderzoek had betrekking op de Brussels jongeren. Zijn er indicaties dat dit antisemitisme dat bij deze jongenen leeft ook op andere plaatsen in België een toenemend probleem is? Zal de geachte minister dit verder onderzoeken?

3) Is zij van mening dat er beleidsconclusies getrokken moeten worden? Welke beleidsmaatregelen plant zij tegen dit antisemitisme? Zal dit gebeuren in samenspraak met andere besturen of instellingen?

Antwoord ontvangen op 7 augustus 2012 :

1.   In mei 2011, had ik kennis genomen van de resultaten van de studie « Jong in Brussel » van de socioloog Mark Elchardus. De resultaten van deze studie zijn beroerend want zij bevragen ons over de redenen van dergelijke afwijking en de bedreigingen die op het samenleven kunnen wegen. Er dient bij de jongeren een multi-dimensioneel werk te worden verricht teneinde hen te sensibiliseren voor een gemeenschappelijk maatschappelijk project waarbij diversiteit inzake cultuur, overtuigingen en etnische afkomst worden geëerbiedigd. 

2.   Helaas zijn de antisemitische daden in ons land aan het toenemen en de klachten bij het Centrum voor Gelijke Kansen en racismebestrijding gaan in stijgende lijn. 

3.   Tegenover deze antisemitische afwijkingen, en in samenwerking met het kabinet Justitie, hebben wij de cel antisemitismebewaking versterkt om een nieuwe strategie in te voeren die een antwoord biedt op de evolutie van dit verschijnsel. Deze cel werkt onder andere op de versterking van de referentiemagistraten en de aanduiding van referentiepolitieagenten alsook op het invoeren van een luik antisemitisme in de basisopleiding en voortgezette opleiding van de federale politie, maar eveneens op de verbetering van de klachtenbehandeling.