Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5444

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 1 februari 2012

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) - Vierde Wereldforum over de transparantie en de uitwisseling van inlichtingen voor fiscale doeleinden - Aanbevelingen voor België

OESO
belastingbeleid
effecten

Chronologie

1/2/2012Verzending vraag
22/3/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5444 d.d. 1 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

De secretaris-generaal van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), Angel Gurria, heeft België als voorbeeld genoemd op het Vierde Wereldforum over de transparantie en de uitwisseling van inlichtingen voor fiscale doeleinden, waaraan u hebt deelgenomen.

België zou voor zeven op de tien OESO-criteria in de kopgroep zitten en voor de overige drie criteria ook aan de minimumvereisten voldoen.

De OESO wenst echter dat het verdwijnen van stukken aan toonder tegen eind december 2013 vlotter verloopt. De OESO vraagt dus dat die datum wordt vervroegd.

Tot slot wenst de OESO dat België de verdragen die het heeft ondertekend, sneller zou ratificeren. U zou erop hebben gewezen dat de gewesten de ratificatie afremmen door het gemengde karakter ervan in te roepen. De gewesten zouden echter dralen met het uitbrengen van hun advies.

Welke zijn de drie OESO-criteria waarvoor België minder scoort? Welke verbeteringen zijn mogelijk opdat ons land ook voor die criteria doeltreffender zou zijn? Kunnen de stukken aan toonder vroeger uit omloop worden genomen, zoals de OESO wenst, en dat ongeacht de datum van uitgifte ervan? Voor welke verdragen wordt nog een advies van de gewesten verwacht en wanneer denkt u dat te bekomen?

Antwoord ontvangen op 22 maart 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de vragen.

Wat betreft het vervroegen van de datum van verdwijning van de effecten aan toonder, wens ik erop te wijzen dat krachtens artikel 9 van de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder de effecten die op 1 januari 2014 nog niet zijn omgezet, van rechtswege worden omgezet in gedematerialiseerde effecten of effecten op naam.

Zonder aan de datum van 1 januari 2014 te raken, is recent het proces van omzetting toch versneld geworden. Inderdaad, de artikelen 61 en volgende van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen hebben een taks van 1 en 2 %. ingevoerd op de omzettingen die respectievelijk in de loop van 2012 en 2013 worden gerealiseerd. Deze wet heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat in de tweede helft van december 2011 de houders van effecten aan toonder massaal deze effecten hebben gedeponeerd bij hun financiële instelling om over te gaan tot dematerialisatie.

Vermits deze financiële instellingen op hun beurt deze effecten deponeren bij Euroclear Belgium, in diens hoedanigheid van centrale deposito-instelling in België, heeft deze laatste dagelijks ongeveer tien keer meer effecten aan toonder ontvangen dan het daggemiddelde van 2011.