Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5355

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 januari 2012

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Niet-verzekerde bestuurders - Ongevallen - Aantal - Gemeenschappelijk Waarborgfonds

autoverzekering
registratie van een voertuig
Kruispuntbank van de voertuigen

Chronologie

23/1/2012Verzending vraag
5/3/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5355 d.d. 23 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Gemeenschappelijk Waarborgfonds (GMWF) berichtte recent dat het aantal bestuurders zonder verzekerd voertuig toeneemt. In 2011 moest het fonds beduidend meer interveniëren bij slachtoffers van een ongeval met niet verzekerde bestuurders. Dit betekent een stijging met 5 % ten opzichte van 2010 en in vergelijking met 2009 een stijging met bijna 11,5 %. Het GMWF schat er gemiddeld dat zo'n 70 000 voertuigen onverzekerd rondrijden, of 1,2 %.

Blijkbaar kan een opsporing van niet verzekerde bestuurders drastisch verbeteren door de gegevens van de Dienst Inschrijving Voertuigen (DIV) te kruisen met de gegevens van de politie en uiteraard de verzekeringen. De daartoe geïnstalleerde kruispuntbank Mobivis, zou dergelijke integratie mogelijk maken.

Hierover de volgende vragen:

1) Vanaf welk moment zal Mobivis helemaal operationeel zijn, zodat het opsporen van onverzekerde voertuigen veel gemakkelijker wordt?

2) Van wie hangt de operationalisering van deze databank af? Hoe komt het dat ons land daar - in vergelijking met de buurlanden - zo traag mee is? Waar schort het in de verwezenlijking van een adequate opsporing?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2012 :

 In antwoord op de vragen gesteld door het geachte lid, heb ik de eer hem de volgende inlichtingen te verstrekken : 

Hoewel het verzekeringsluik en het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds (GMWF) niet tot mijn bevoegdheid behoren, licht ik eerst de huidige werkwijze toe. De controles op niet-verzekering zijn gebaseerd op een vergelijking van de gegevens die de verzekeringsmaatschappijen overmaken aan het GMWF met de inschrijvingsgegevens van de voertuigen van de Dienst Inschrijving Voertuigen (DIV). Zo worden voertuigen gedetecteerd die ingeschreven zijn, maar waarvoor op het eerste zicht geen verzekering is afgesloten. 

Let wel: op het eerste zicht. Verschillende redenen kunnen inderdaad verklaren waarom volgens de gegevens van het GMWF een voertuig als niet-verzekerd gekwalificeerd wordt, zoals de toekenning van een tijdelijke groene kaart of het feit dat de informatie volgens dewelke het voertuig opnieuw verzekerd is, nog niet is toegekomen. Soms vergeet men zijn kentekenplaat naar de DIV terug te sturen opdat ze geschrapt kan worden of meldt men pas laattijdig aan zijn makelaar dat men een andere wagen heeft. Dit zijn maar enkele voorbeelden van de concrete toestanden die zich kunnen voordoen. 

Het GMWF leeft hierbij een schriftelijke procedure na, krachtens artikel 19bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. In 2002 was de wetgever van oordeel dat het GMWF in ieder geval bij de betrokken personen de verzekeringssituatie in concreto moest navragen. Zo heeft het GMWF meer dan 50 000 personen schriftelijk gevraagd het bewijs van het sluiten van een Burgerlijke Aansprakelijkheid (BA)-autopolis te leveren (cijfers eind 2011). Als de personen in kwestie binnen de wettelijke termijn geen of geen bevredigend antwoord (na controle bij de betrokken verzekeraar) verschaffen, maakt het GMWF het signalement van de niet-verzekering over aan de politie, wat dus een gerichte controle toelaat. 

Binnen mijn bevoegdheden zie ik inderdaad als belangrijkste maatregel om het onverzekerd rondrijden tegen te gaan, het optimaliseren van de gegevensuitwisseling tussen de verschillende betrokken partijen (DIV, verzekeringsmaatschappijen, GMWF en controlediensten). De kruising van de gegevens zal een lijst opleveren  waarvan de kans reëel is dat een voertuig niet voldoet aan de verzekeringsplicht, wat de politie toelaat om gerichte controles uit te voeren. 

In de loop van dit jaar zal hiertoe vooruitgang worden gerealiseerd door het project Mobivis van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Dit project omvat o.m. de re-engeneering van de softwareapplicatie van de DIV, de invoering van de opspoorbaarheid van de voertuigen, alsook de oprichting van de Kruispuntbank van de Voertuigen (KBV). Door de consultatie van bepaalde gegevens van niet-verzekerde voertuigen door de controlediensten via de KBV kan de strijd op het terrein verbeterd worden: door kentekenplaatherkenning en terugkoppeling naar de KBV is een online bevraging perfect mogelijk. 

Juridisch moet een koninklijk besluit worden getroffen dat de gegevensuitwisseling in het kader van de KBV regelt en een eerste aspect van de opspoorbaarheid invoert, namelijk de verplichte registratie van een nieuw voertuig. Hiertoe werd een ontwerp-koninklijk besluit opgesteld dat positief advies kreeg van het Vlaamse Gewest op 14 oktober 2011 en van de Commissie ter Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer op 21 december 2011. Samen met herinneringsbrieven aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest, wordt nu nog het advies gevraagd van de Raad van State.

Operationeel vergt de omschakeling naar een kruispuntbank een krachttoer van de betrokken IT-diensten, die ten vroegste in het vierde kwartaal van dit jaar gerealiseerd zal zijn.

Mobivis betreft een bijzonder omvangrijk project, dat veel ruimer is dan het verzekeringsaspect. Dergelijke kruispuntdatabank met opspoorbaarheid vindt zijn gelijke niet in de IT-toepassingen van andere Europese Unie (EU)-Lidstaten.