Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5169

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 12 januari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Politieachtervolging - Brussel tot Gent - Inzet van tien wagens - Evaluatie

politie
overtreding van het verkeersreglement
politiecontrole

Chronologie

12/1/2012Verzending vraag
24/4/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5169 d.d. 12 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op maandagochtend 9 januari, tussen 5 en 6 uur stelde de Brusselse politie een overtreding vast. Een zware personenwagen met Duitse nummerplaat reed door een rood licht en weigerde te stoppen. Dit veroorzaakte een omvangrijke achtervolging van 75 km en met de inschakeling van tien politieauto's. Zonder dit voorval te willen bagatelliseren - laat staan te ridiculiseren - wekt zo'n verhaal beelden van achtervolgingsscènes in Hollywood gangsterfilms.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe verklaart de geachte minister dat een achtervolging van een - weliswaar zware - personenwagen kan uitlopen in een dermate lange en intensieve achtervolging?

2) Hoeveel personeelsleden waren er uiteindelijk bij deze achtervolging ingeschakeld?

3) Is deze achtervolging al geëvalueerd, en zo ja met welke resultaten?

4) Volstaan de uitgebreide communicatietechnieken en de speciale voertuigen van de politie niet om zo'n achtervolging sneller, adequater en efficiënter aan te pakken?

Antwoord ontvangen op 24 april 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1) Men moet het moment en de plaats kiezen waar het vluchtende voertuig onderschept zal worden in functie van de verkeersdichtheid en de plaatselijke omstandigheden (al dan niet bevolkte plaats). Men moet ook rekening houden met de veiligheid van de politieagenten en de andere weggebruikers.

Daarbij moeten bij een achtervolging verschillende beginsels nageleefd worden:

- Wettelijkheid: de wettelijke en reglementaire bepalingen naleven (wet op het politieambt, Wegcode, wet maart 1968,…);

- Subsidiariteit: de politieagent kan enkel dwang opleggen gelet op de specifieke omstandigheden, als de andere middelen niet voldoen om het nagestreefde doel te verwezenlijken (wettelijke opdracht);

- Evenredigheid: de politieagent moet het belang van de doelstelling overwegen in vergelijking met het gebruikte middel, met kennis van zaken, de potentiële risico’s van zijn interventie zowel ten opzichte van de overtreder/misdadiger als van derden en andere politieagenten;

- Opportuniteit: de achtervolgingen moeten altijd gebaseerd zijn op objectieve en politionele redenen. De controle mag nooit een doelstelling op zich worden.

De politieagenten zijn eveneens verplicht de wettelijke grondslagen na te leven, namelijk de wet op het politieambt, de wegcode en de omzendbrief COL 16/2006 van 6 september 2006 van het College van procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep betreffende het vaststellings- en vervolgingsbeleid inzake verkeersmisdrijven gepleegd door bestuurders van prioritaire voertuigen en voertuigen in opdracht.

Rekening houdende met al deze elementen, is het niet onlogisch dat een achtervolging enige tijd kan duren, zelfs met veel politieagenten.

2) In totaal werden ongeveer 10 voertuigen (lokale politie en federale politie) bij deze achtervolging betrokken.

Momenteel ontbreken echter algemene richtlijnen om deze dynamische gebeurtenissen in een reglementair kader te vatten, waardoor bepaalde personen (bijvoorbeeld de “dispatcher”) de achtervolging zouden kunnen laten afbreken voor één of meerdere wagens. De achtervolging heeft 35 minuten geduurd, wat lang lijkt, maar langs de andere kant ook weer niet als men rekening houdt met de communicatie, verwittigen van oversten …….

3) De politiezone Brussel Hoofdstad Elsene heeft al een interne debriefing van het incident gedaan. Daarnaast zal een debriefing met alle betrokken diensten, lokale en federale politie, worden georganiseerd.

4) In het kader van achtervolgingen zijn de onderschepping- en communicatietechnieken belangrijker dan het vermogen van de voertuigen.

De twee aspecten, wanneer ze weldoordacht gebruikt worden, dragen bij tot een onderschepping die aan de situatie is aangepast en doeltreffend is, maar niet noodzakelijk snel wordt uitgevoerd.

De actuele communicatietechnieken voldoen; Astrid is één van de middelen waarmee politiediensten met een ander korps in contact kan treden. Er moeten echter afspraken gemaakt worden op nationaal niveau (richtlijn - werkgroep) om de noodkanalen te gebruiken bij dergelijke achtervolgingen. Deze achtervolging geschiedde aan hoge snelheden (soms 200 km/u). Er moet een balans gevonden worden tussen enerzijds de snelheid en de noodzaak van interventie en anderzijds het gevaar voor de politie, de “daders” en de andere weggebruikers.

Efficiëntie ja, maar dit kan niet altijd optimaal verwezenlijkt worden op een dertigtal minuten, rekening houdend met het feit dat het “evenement” zich op luttele minuten tientallen kilometers kan verplaatsen.