|
|
Brussel - Matongé - Manifestaties - Politiegeweld - Arrestaties - Comité P - Evaluatie
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
recht tot betogen
politie
geweld
voorhechtenis
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten
| 12/1/2012 | Verzending vraag |
| 25/7/2012 | Antwoord |
Diverse bronnen getuigden van overdreven politiegeweld tijdens de betogingen van december 2011 in de Matongéwijk. Het relaas van Eduardo, een stagiair boekhouden in het theater Molière, choqueerde bijzonder. De politie die hem verkeerdelijk aanzag voor een betoger, ranselde hem minutenlang af voor de ogen van zijn collega's. Alsof dat nog niet volstond, lieten de politieagenten honden op hem los. Ondanks de tussenkomst van collega's met de verzekering dat Eduardo aan het werk was en niet tot de betogers behoorde, werd hij meegenomen en meer dan twaalf uur opgesloten. Elke verzorging werd hem daarbij ontzegd.
De organisatoren van de manifestaties stellen dat ze in totaal een vijftigtal klachten bezorgden aan het comité P.
Deze verhalen baren zorgen. Dit is de zoveelste vraag die ik stel aan de minister van Binnenlandse Zaken over een disproportioneel optreden van de Brusselse politie tijdens manifestaties. Toch krijg ik van de minister steeds te horen dat het om alleenstaande gevallen gaat.
1) Hoe evalueert de geachte minister de politie-inzet naar aanleiding van deze manifestaties in de Matongéwijk? Hoe hebben de politiediensten die actie zelf geëvalueerd en met welk resultaat? Beoordeelt zij het door de politie gebruikte geweld als noodzakelijk en proportioneel?
2) Hoeveel administratieve aanhoudingen werden in het kader van deze manifestaties verricht? Op basis waarvan werd besloten die mensen aan te houden?
3) Hoeveel klachten werden er uiteindelijk neergelegd bij het Comité P naar aanleiding van deze manifestaties? Welk gevolg wordt hieraan gegeven?
4) Deze flagrante gevallen van politiegeweld lijken zich steeds voor te doen tijdens manifestaties. Heeft de geachte minister hier een verklaring voor en kan men hier gevolgen uit trekken voor een beter en vooral meer mensenrespecterend beleid?
5) Is zij van mening dat er -met de vele twijfelachtige optredens van de politie tijdens verschillende manifestaties het afgelopen jaar- een grondige evaluatie van de gebruikte methodes en procedures nodig is? Is er volgens de minister nood aan bijkomende vorming en sensibilisering bij de politieagenten met betrekking tot het gebruik van (gelegitimeerd) geweld en over fundamentele mensenrechten?
In december 2011 vonden een aantal manifestaties plaats in de wijk Matonge te Elsene, waar talrijke leden van de Congolese oppositie woonachtig zijn.
De oorzaak van de onrust was het verloop van de verkiezingen in de Democratische Republiek Congo.
Vandalen en leden van stadsbendes maakten van de gelegenheid gebruik om vernielingen aan te brengen : ongeveer de helft van de bestuurlijk aangehouden personen en meer dan 70 % van de gerechtelijk aangehouden personen waren gekend in de databank ANG van de politie
Op 11 en 19 december heb ik overleg gepleegd met de lokale overheden, in verband met de toestand en de te nemen maatregelen.
Tussen 5 en 21 december werden in totaal 661 personen bestuurlijk aangehouden.
Tevens verrichtte de politie 38 gerechtelijke aanhoudingen, waarvan 23 personen werden ter beschikking gesteld van het Parket.
De Dienst Intern Toezicht van de politiezone Brussel-Hoofdstad/Elsene heeft in totaal tien 10 klachten ontvangen in verband met overdreven geweld of racistisch gedrag vanwege de politie. Het onderzoek van deze klachten werd door het Parket van Brussel aan de Dienst Intern Toezicht toevertrouwd.
Uit informatie van het Parket via het Comité P (op 12 juli 2012) blijkt dat het resultaat van dit onderzoek op dit ogenblik nog niet bekend is.
Het Comité P voert naar aanleiding van deze manifestaties een toezichtsonderzoek uit betreffende de wijze waarop de lokale politie van Brussel, deze ordediensten heeft aangepakt, waarvan het resultaat in de loop van sepetember 2012 wordt verwacht.