Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5143

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 10 januari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Turkse luchtmacht - Aanval - Dorp Zuidoosten van Turkije - Koerden - Spanningen in België - Respons internationale gemeenschap

Turkije
Koerdische kwestie
openbare veiligheid

Chronologie

10/1/2012Verzending vraag
25/10/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5143 d.d. 10 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij een aanval van de Turkse luchtmacht op 29 december 2011 in het zuidoosten van Turkije kwamen vijfendertig Koerdische dorpelingen om het leven. De luchtmacht verwarde de smokkelaars met Koerdische verzetsstrijders.

De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan betuigde weliswaar zijn spijt en beloofde compensaties voor de nabestaanden. Toch kan en moet men hier veel vragen over stellen. Het bombarderen van de eigen onderdanen mag niet als een 'fait divers' worden afgedaan en vraagt een sterke respons van de internationale gemeenschap. Het conflict tussen de Turkse staat en de Koerden vormt een cruciale uitdaging in de ontwikkeling van Turkije tot een moderne democratie. Zeker met het perspectief op een mogelijk EU-lidmaatschap vormt deze spanning een toetssteen.

Hierover de volgende vragen:

1) Deelt de geachte minister mijn bezorgdheid over deze aanval op ongewapende burgers, die blijk geeft van een eerder disproportioneel gebruik van geweld door de Turkse luchtmacht? Uitte België hierover reeds zijn bezorgdheid bij de Turkse overheid? Zal de minister aandringen op een onafhankelijk onderzoek en het resultaat hiervan nauwgezet opvolgen?

2) In het meest recente voortgangsverslag van 12 oktober 2011 stelde de Europese Commissie vast dat Turkije haar beloftes en engagementen inzake de Koerdische kwestie niet nakomt. Wordt hier een gevolg aan gegeven door België en de Europese Unie? Op welke wijze worden België en bij uitbreiding Europa betrokken bij het vredesproces tussen de Koerdische minderheid en de Turkse staat? Voelt de geachte minister bereidheid bij zijn Turkse collega's om in de Koerdische kwestie tot duurzame en gedragen oplossingen te komen?

3) Bestaat er overleg tussen de diensten van Buitenlandse Zaken en de binnenlandse veiligheidsdiensten met betrekking tot dit buitenlands conflict? Worden de binnenlandse veiligheidsdiensten op de hoogte gehouden van conflicten in buitenland die mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid in eigen land? Bestaan er contacten met de Turkse ambassade en de andere vertegenwoordigers van de betrokken partijen met als bedoeling de spanningen in eigen land te dempen?

Antwoord ontvangen op 25 oktober 2012 :

1) De luchtaanval die 35 burgers doodde nabij de Irakese grens in december 2011 heeft terecht grote emoties opgewekt in Turkije en binnen de Internationale gemeenschap. De dood van burgers, voor het merendeel jongeren uit eenzelfde familie, is een drama dat uitgeklaard moet worden.

Onze ambassade in Ankara volgt aandachtig de verschillende onderzoeken op die door de Turkse autoriteiten zijn ingesteld en bericht mij hier regelmatig over.

De Europese delegatie in Ankara volgt de vooruitgang van dit dossier en herinnert aan de noodzaak om de grootste transparantie te vrijwaren.

2) De situatie in het Zuid Oosten van Turkije en het respect voor de Mensenrechten, met inbegrip van de Koerdische bevolking, vormen het voorwerp van regelmatige opvolging door de Europese Unie in het kader van de toetredingsonderhandelingen. Ik ben van oordeel dat het perspectief op een Europese integratie de beste aanmoediging is voor Turkije om verder te gaan op de weg naar democratisering en om een oplossing te vinden voor de Koerdische kwestie.

3) De diensten van de Staatsveiligheid en Buitenlandse Zaken wisselen regelmatig informatie uit over Turkije, de Koerdische gemeenschap van Turkse herkomst in België en de situatie in Zuidoost Turkije. De Staatsveiligheid ontvangt van onze posten in principe alle rapporten die de voornaamste belangen, de sociale evoluties of beleidslijnen in bepaalde conflicten behandelen, of die de gehele context van dergelijke conflicten belichten.

Voor wat betreft het laatste gedeelte van uw vraag, kan ik u bevestigen dat de Staatsveiligheid in contact is met de Turkse Ambassade via officiële kanalen.

Ik ben van oordeel dat het een ambassadeur niet toekomt om de migrantengemeenschap van zijn land te controleren of te beïnvloeden, tenzij om haar op het hart te drukken de wetten van het gastland te eerbiedigen. Terzake, heb ik heb al kunnen vaststellen dat de Ambassade van Turkije er op toeziet om een matigende invloed uit te oefenen op haar landgenoten in België indien nodig.